Wie ben je eigenlijk?, vroeg ik mij af,
ik dacht dat ik je kende en alles van je wist.
Ik heb me gruwelijk in mijzelf vergist.
Wat mijn mond was, werd een stinkend graf.
En wie ben jij dan?, riposteerde de stem.
Blauw van de kou in mijn innerlijke dialoog,
waarin ik loog dat ik dezelfde was, hem,
die met zijn afkeer voor mij mij zo bedroog.
Met nog maar een flauwe afspiegeling van jou,
nam ik mijn woorden terug en werd vuurrood
van de ontkenning dat hij altijd mij is en ik me ontbloot
van hem, mijn evenbeeld bevries in onze kou.
De druiven zijn zuur als je als man en vrouw
in je huis van vlees verkeert in kwade trouw
Rotterdam-Vlissingen, 28 juli 2011
Transsubstantiatie binnenste-buiten
Waar ik en mijn zelf gestold zijn
is mijn bloed niet drinkbaar
mijn lichaam niet eetbaar
Transcerebraal doet mijn naam pijn
Gemeenschap met mijzelf
is het laatste wat we ‘beiden’ willen
en ook als we wel verenigd zijn in het gewelf
in mijn naam, dan nog gaan we er niet van trillen
Wars van iedere christelijke mythologie
Onbedorven door kerkelijke kannibalistische magie
zullen wij best weleens een avondmaal onze bek houden
en in liefde het geestelijk voedsel eten dat op ons de been kan houden
Ok, we zullen elkaar ooit weer zegenen
als we eruit zijn hoe we elkaar voortaan bejegenen
Amen
een eeuwenoud dialoog
tussen de vele ikken in onszelf
volgens mij zijn er meer dan twee
dat zou best kunnen assyke
maar die derde of vierde praat
er gelukkig nooit doorheen
en je ziet ze niet
dus dan kun je het zelf
bepalen hoeveel je tegenspreken
ik heb wel het gevoel als een stem
met me meepraat dat ik dat echt zelf ben
ook al doe ik alsof we in gesprek zijn
Prachtig!
jij ook!
Met jezelf raak je nooit uitgesproken :-).
zelfs als je jezelf
niet meer bent en ik mij dat
toch af blijf vragen 🙂