Vandaag heb ik me weer verbijsterd over het zogenaamde feit dat ik besta.
De onwaarschijnlijkheid dat ik een wezen ben dat deel uitmaakt van een immens heelal kan ik opeens niet meer weerleggen.
Het is niet te geloven dat ik in deze tijd en op deze plek leef.
Voor mij niet, terwijl ik weet dat het wel zo is, kan ik de vreemdheid van mijn uniciteit niet ontkennen.
Dat de wereld een werkelijkheid is, zichtbaar voor mij en ook zonder mij niet voorbij is, is volstrekt onverklaarbaar als ik me er niet mee verzoen dat ik slechts een vezeltje van de stoffering ben die vergaat.
Is het wel waar?
Ben ik wie ik ben?
Ik druk mijn hoofd tegen het raam.
Door het koude glas besef ik het waarschijnlijke.
Hoewel ik twijfel of zo’n ervaring niet een waan is.
Dat we bestaan is al moeilijk te bevatten, dat we er niet zouden zijn is onbegrijpelijk, dood zijn is ongrijpbaar, dus misschien is ons leven niets anders dan een waan.
Van een geest hier ver vandaan?
Want da’s de makke.
Voor het realiseren van je bestaan, is een bewustzijn nodig dat ergens moet verkeren….