Archief voor de ‘Dorp aan de rivier’ Categorie


bommel gr 13

..één mening,
geen schemering.
Zij was hun tolk,
maar het licht scheen
 
als een dolk
in haar rug,
verdween,
kwam weer terug.
 
Zou haar als toorts omhoog hebben geheven,
tot ze ging beven en een vlam
haar tot zich nam.
Niemand heeft sindsdien een haar……
 
bommel 14
 
….van haar
gezien.
geen spoor gevonden
van doden of gewonden.
 
behalve een lichtkrant,
hier aan de waterkant,
is er niemand
die zou reppen van brand.
 
zeker ook niet gezien of gelezen.
tja dan moet het wel niks wezen.
het is me nou toch wat
en dat voor dit gat.
 
ps
met deze laatste afleveringen is het verhaal van het dorp aan de rivier getekend en gedicht. ze kunnen nu gebundeld worden in een poëziealbum en naar de boekhandel worden gebracht.
 
het was plezierig om te maken en mooi om goede reacties op te krijgen. nu aan de slag om mijn werk te verkopen, want dat moet toch mogelijk zijn.


lichtbol

Overeenkomstig zijn aard
slaat hij met zijn zwaard
de lichtbol in schijven,
waardoor de kiezers afdrijven.
 
Daarna kan hij
haar met een zwaai
door de brandende oervlaai
en gloeiende sintel halen.
 
Na opbolling in zijn rechterhand,
verschijnt zij
in de donkerkrant
als bundel aardstralen.
 
agent
 
u zat maar wat te dromen,
maar zag u echt niets
brandends of zo
langs komen?
 
ook niet op een fiets?
ik snap dat u te diep sliep,
maar zo iets
was echt wel meer dan een piep.
 
een bliksem sloeg in de torenspits,
vandaar in de diapresentatie
van de laatste demonstratie
voor één volk…….


ritaatje

Daar stond ze nou
in rood-wit-blauw
brutaal op de steen,
waar men voorheen
 
vrij was als opgejaagde
en zij nu Den Haag uitdaagde:
Ik Heb Een Beweging Gesticht,
Trots Op Nederland,
 
Op Uw Mening Gericht,
Levend Op Uw Volle Verstand
En U Opgeport,
Met Onze Symbolen.

taanbol

Wij Zijn Een Fort, Van Ons Wordt
Nooit Meer Iets Gestolen
Geen Indringers Meer. 
Geen Angst Meer Voor De Verloren Zonen
 
Van Die Andere Allochtonen.
Geen Slecht Weer.
Over de dijk,
in Thanatos rijk,
 
ziet hij iemand
in de bolvormige lichtkrant
die in zijn huid, uit is op zijn buit,
de doodsbange kiezer.


dorps plein

 
Uit alle hoeken en gaten
vlaggen menselijke graten
als ware heilsoldaten
naar wie mee wil debaten
 
over Nederland
Zonder Zelfkant,
waar oude waarden
weer kunnen aarden,
 
zoals filevrij naar je werk
en rechtop in je perk
zonder gevaar voor buren,
die we begluren.
 
 
ritapunt
 
 
eenmaal alle vlaggen in het gelid
doemde in de schaduw van de massa
een vrouw op, in thanatos outfit,
met een gezicht voor achter de kassa.

zij sprak wel luid,
maar niet duidelijk.
iets van huid-lijk,
het geluid viel uit,
 
ik hoorde nog: heel nederland
heb ik in mijn hand,
brand
en lichtkrant.
 


vlaggendrom

De dans ontaardde al,
nog voordat de zo jonge god,
zich opmaakte voor het bal,
in goedaardige spot.
 
Ik dans graag de dood,
tot je hart bloedt,
maar als lijk in de sloot
doe ik niet wat je goed doet.
 
Kijk liever achterom,
die vreemde drom
geeft je de meeste kans
op je gewenste dans.
 
twwede drom
 
onderaan de dijk,
stormde een levende vlag
door de nieuwbouwwijk.
ik wist niet wat ik zag.
 
een vleesgeworden slinger,
een nationale golf kots
of een neo-trojaanse indringer
of een enorme sliert ongestreken trots.
 
het was de stier
die zag,
dit vertier
wordt een veldslag.


water kant

Volwassen zit ik 
met mij zelf in de hand,
wat dromerig aan de waterkant
te staren met mijn jongensblik,
 
naar een drijvende hoed en rand.
Een krant lijkt te spartelen,
op de plek van de geleerde,
waarvan ik samen schrik.
 
Zouden ze hem martelen,
omdat hij hem smeerde
………………………
………………………?
 
groter tha
 
 
heel mijn wezen
werd bevangen
door het brandend verlangen
te zien wat wij zo vrezen.
 
de verrijzenis van thanatos.
in het zo hoge water
maakt hij theater
met zijn wapperende lappenbos.
 
dit is wellicht mijn laatste kans
en roep hem van mijn kant toe:
dans, thaantje, dans gans.
dans die zwaan in je levensmoe.


bommeler 1

Een serie emblemata over de verkiezingen van het dorp aan de rivier in dertien sonnetten gekruld rond dertien afbeeldingen van de strijd om de macht in het land.

Op de Bommelerwaard verdrinken de bloemen
als de Waal zijn blaas heeft geloosd.
Daar zie je mij, een jongen nog die bloost
als een zwerm bijen boven hem zoemen.

Onwetend van de eeuwenoude geest in zijn blik,
zag hij in de overstroming van de rivier
de jaarlijkse zaadlozing van de lokaal vereerde stier.
Die zichzelf bevredigde, kenmerkend voor een eigen ik.

 

 waard 2
 
meer naar het westen zou jaren later
de gekwelde geest van piet vroon jezus volgen over het water.
wars van zijn innerlijke tegenspraak was hij vol geestdrift op zoek naar een eeuwig ontzag.
de stier moet woest geweest zijn, dat hij dood thuis lag.