De voorbereiding van Het Laatste Oordeel is versneld. De Club van Rome had immers al heel wat werk verzet om de wereld van voorkennis te voorzien aan een klimaatramp met driemaal de omvang van de zondvloed, zodat de producent van de Ramp der rampen met de inzet van de helft van zijn team de klus binnen de bouwvak nog zou moeten kunnen klaren. Onder de figuranten zijn de familie Terugvinders en hun aanhang de eerste uitverkorenen, die conform de nieuwe preadestinatieleer, waarin de overgave aan de drieeenwording van man en vrouw aan de nieuwe regels van Godsplan de doorslag geeft, zijn geselecteerd.
Om het geheel zo soepel mogelijk af te handelen is gekozen voor een zo groot mogelijke kans om te bewijzen dat alles gedaan is om bij het getal te horen. Het getal zelf is door een team van wiskundigen opnieuw berekend, uitgaande van het aantal realiseerbare zit- en staanplaatsen in de nieuwe tempelarena. Om redenen van De Efficiëntie Om Niet (DEO N., de God van de Liefde) is ook de toetsing van de geloofszaken in het oordeel opgenomen, waaardoor in één beweging alle wereldgodsdiensten in een abstracte religie geìntegreerd zijn en niets meer een eenwording van alle volkeren, culturen en mensen in de weg kan staan. Waarbij de matricial space, waarin de liefde opgetild is tot een Geherspiritualiseerde Unie der Sexen, het moment suprême vormt voor de inwijding van de tempelarena.
Tweeduizend chinese mondschilders hebben de reproductie van het fresco in de Sixtijnse Kapel van de leerlingen van Michelangelo voor hun rekening genomen. Om het Nieuwe Verbond een goede kans te geven is afgezien van een pornografische voorstelling van de mensheid, waardoor het glas van de initimiteit weer in haar oorspronkelijke staat hersteld wordt. Het libretto van de opera, waarin de initiatie bezongen wordt, is opgebouwd rond een compleet vernieuwde lithurgie die tevens dienst doet als de meeste authentieke vorm van afstemming onder de mensen, De Pijnloze Geloofsbesnijdenis. Het spektakel bevat de originele vormen van de liefde die de eerste pasgeborenen optilt uit hun ei, vorm gegeven in de choreografie van de Twee Jongensachtige Engelen in gevecht met De Oneindige Slangenkop om de tot nul gereduceerde naakte waarheden, zoals zij deze ver voor hun geboorte al door en door gekend hadden. Namelijk dat de eenwording met de ander gelijk is aan de eenwording met God, die gegeven is in de schepping en afwezig is in de Verlichting. Tijdens de opvoering wordt het mysterie van de hereenwording in een lichtshow als de Reis Door Uw Nacht verbeeld, waarin de zoektocht naar de bestemming van de mens wetenschappelijk verantwoord aan de man wordt gebracht door de betere operazangers die de aarde gekend heeft.
Het Laatste Oordeel wordt geopend met een Oratorium van Benjamin Britten, waarin jongensachtige welpen de rollen spelen van de eerste mensen, die in harmonie met de kosmos verkeren en daar hun mosterd halen. Hun lichamen bevinden zich in de voorruimten van gelooide huiden en worden in een eeuwige schepping door ragfijne geslachtsdelen van vruchtvlees van sexuele energieén voorzien. Matras, de rechter van de Onderwereld, wiens penis verzwolgen wordt door een slang, vertegenwoordigt het Kwaad, zoals dat door de mens zelf in de hand wordt gewerkt. In tegenstelling tot de wordingsleer van de Abrahammitische godsdiensten is het Kwaad in de geabstraheerde religieuze vormen niet langer bestrijdbaar door alleen Het Goede te doen. In plaats daarvan zijn De Schoonheid, De Dapperheid, De Oprechtheid en De Eerlijkheid geherwaardeerd, vervolgens van hetzelfde soortelijk gewicht voorzien en in de vorm van nieuwe genitaliën in het Initiatielichaam getransplanteerd. De nieuwe geslachtsdelen zijn muziekinstrumenten, waarmee driedimensionele klankruimten gevormd worden, waarbinnen het mogelijk is zonder opgave van de eigen integriteit in een gezongen extase op te gaan, een lichaam van fijn geschraapte kelen.
de voorstelling kan beginnen als de schrijfcoach, de kofferjuffrouw, lux, flex, vader, moeder, de redacteur, oetlul, dumb boy, de kwaaie bui en de multimeerse bijenkoningin (de kanovrouw in spirituele gedaante) bijeen zijn gekomen om zich aan de nieuwe geloofsbesnijdenis over te geven. de ceremoniemeestersrol wordt gestalte gegeven door effatha zelf, een in een bloemvormig oor bewegende mond, die het aambeeld , de hamer en de stijgbeugel als geslachtsdelen manipuleert voor een gefaked orgasme. zij zet de zang in:
geef ons greep op ons leven
geef ons zin om voort te bestaan
laat ons in liefde door uw poorten gaan
en samen naar de ware echtheid streven
geef ons regels die echt gelden
voor het antwoord op de zin
woont de genius bij ons in
is hij een heremiet of een held en
wie maakte dat verschil voor ons
in de allereerste sprong in uw begin
uit de binnenkant van uw dons
waar de draad begint van de spin?
de zang is zelf vele millennia oud en bevat zowel de voorschriften als de rituelen om tot het abstracte geloof te komen, waarin het mogelijk is de intimiteit in al haar dimensies daadwerkelijk te doorleven en zo de ademhaling van het systeem in stand te houden. het is geschreven in het oudste notenschrift dat gevonden is bij de tienermoeder, de venus van willendorf, die de melodie voor haar neuriëen erin had vastgelegd.
the soul of my message
is the nucleus of a simple thruth
that a little boys nerves are dying
when there is no passage to the good
the beauty, the boldness,
the honesty, the open mind,
will all bring back the fairness
to be integer as gods grind
we are the sand where there’s no sea
we are the land that makes us free
we are the people who look alike
form the bicycle of your tide
jaren later, als de laatste dag gevierd wordt als de ommekeer in het eeuwige leven, wordt de bron weer geopend en zal een wijsheid over de mensheid komen die diep in hen het goddelijke zelf constitueert dat geen legitimatie meer bevat om god te neutraliseren. de wijsheid zal geschreven worden op de stenen waarmee de nieuwe tempelarena voor alle mensen de verblijfplaats wordt van het innerlijk weten in zichz
elf tot hem gekeerd te zijn. het weten dat zijn echtheid in het lichaam van de reus in het holle kinderhoofd had opgeslagen toen hij door de meester in het ongekrookte riet aan het eind van de weg van de heilige geest spiritueel werd aangeraakt. er zullen altijd mensen zijn, had de meester toen gefluisterd, die de geldigheid van je ervaringen zullen tegenspreken en je van valsheid zullen beschuldigen. maar ik ben hier namens god, om je laten weten dat jij de mens zult zijn die de waarheid in één zin zal vatten, waar god zich in herkent. zoals er geschreven staat: ik ben die ik ben. wat betekent dat hij er voor je is, wie hij voor je is. daarom kon kloos schrijven dat god voor hem een interior intimo meo was, een dieper in mij dan ik zelf ben. beseffend dat hij dan de god kwijt was als schuilplaats, wat hem bij zijn sterven zo in nood bracht. hij vertilde zich aan zijn gedachten, aan het cogito ergo sum van descartes, aan de verlichting van een ego dat juist bestemd was voor de ander. kloos werd beheersd door de verlichtingsfilosofie van zijn tijd en kon daardoor alleen die aan en uitknop vinden en in zich omdraaien. de heerschappij van de rede, de zuivere rede, had hem van zijn verbeelding beroofd.
terwijl hij er zo dicht bij was, verblindde zijn geest wat hij in zich geschreven dacht en maakte het lezen (het innerlijk luisteren naar het woord) als verdieping onmogelijk. de verlichting is natuurlijk zelf een diep in zich grijpende ervaring die het ego als entiteit heeft kunnen identificeren. sindsdien is in naam van dezelfde diepgang, het oorspronkelijke mysterie, van de ultieme zijnsgrond en andere bedenksels als legitimatie gebruikt. terwijl het juist een aanslag op de menselijke ervaring zelf betekende om het ego de plaats van het alter ego te geven en daardoor immuum te maken voor de kritiek. de heerschappij van het beter weten is toen vrij spel gegeven om alle ervaringen te manipuleren, gebruikmakend van de eindigheid van de mens. steeds weer is daarna een mens geboren die al vroeg in zijn leven het teken kreeg dat zijn lichaam de wijsheid in zich droeg voor en van al die menselijke ervaring die zonder heerschappij inzicht in zichzelf heeft en daarmee in het univerum, de samenhang van alle zelven.
op de laatste dag worden we als draadjes en slangetjes weer met elkaar verbonden en vormen we even de zachte machine die de adem van het systeem op gang houdt, om voorgoed te verlichamelijken in een onstoffelijk sensorium voor wat als echt ervaren, gevoeld, gehoord, gezien, geroken en begeerd wordt. een universum dat leeft van de verbindingen tussen de regels tot in de dunste vezels van de ziel, die de mens als animus spiritualis een eigen plaats in de tijd, ruimte en beweging geeft. de beweging naar de ander toe. de beweging in de ander. de ander in de beweging van het bewogene gebracht. waardoor een eenwording plaats kan vinden met de eeuwigheid.
het ei van columbus ligt in ieders bereik, is de eenvoudige boodschap, als je maar in staat bent je aan elkaar over te geven. het ei dat door het initiatielichaam als een paasei, een opstandingsei, precies op de plek van kloos gedachte verkeert. in dat ei zit maar één bericht, één gebod, één hint, één teken dat het zijn verklaart en bepaalt. ik ben voor jou wie ik ben voor jou alleen. de meest gebezigde uitspraak onder geliefdes bevat de waarheid over het leven zelf, waarin de mens zijn ego aan de ander kado doet. hier heb je mijn eindigheid, hier heb je mijn ziel en zaligheid, doe ermee wat je goed dunkt en maak van mij degene die jij lief wil hebben. zo ontstaat de oneindige ander, die nieuwe werkelijkheden bestaanbaar maakt, leefbaar en opgeefbaar. slechts door de stap naar degene toe te zetten, die je als belofte aangereikt wordt. en in die stap je open te stellen, je eerlijk aan de ander bloot te geven, je oprecht voor die ander uit te spreken, je gevoelens te delen, je diepste aanrakingen toe te staan. dat dat alleen kan gebeuren tussen twee vrije mensen, dat is wat ik ben wie ik ben inhoudt. de mens is vrij te zijn wie hij is. hij kan god zijn en heersen, hij kan de liefde zelf zijn en hij kan de ander dienen. de hoogste vorm van dienstbaarheid is die overgave. de overgave van het ego aan de verbeelding volgt de weg naar de vrijheid, waarop hij toevalligerwijs of voorbestemd in de handen van de ander komt en daar verantwoordelijkheid krijgt om alles met elkaar te delen zodat het mogelijk wordt de wereld op een hoger plan te tillen.
de oetlul heeft in dumb boy die ander gevonden, dat wordt op de laatste dag bezegeld. en daarmee wordt ook een einde gemaakt aan alle onzekerheid over het lot dat ze voor elkaar in petto zouden hebben. het lot dat door de kanovrouw als bestemming voor elkaar ervaren wordt. maar dat door de mensenkinderen als afstemming op die ene ware gezien wordt. alsof het nog te groot is voor die jongemannen. alsof het aanbod hen in verlegenheid heeft gebracht. alsof ze het niet aankunnen, het te overweldigend vinden. in werkelijkheid is het dat ook. niet, omdat er sprake zou zijn van een zoveelste verdieping, waar ze niet bijkunnen. nee eerder omdat zij nog niet zover gekomen zijn in hun liefde. hun start was er ook niet naar. zij zijn al vroeg in hun leven aangeraakt door de aantrekkingskracht van mannen op elkaar, waarbij ze de hitte hebben verkend van de sexualiteit tussen man en vrouw. beiden zijn direct daarna onheus bejegend door de vrouw. vals beschuldigd. kwaad besproken. daardoor is het bij hen op slot gegaan en hebben zij zich van de vrouw afgewend als levenspartner. is hen de schaamte te vroeg ingebracht. is de schaamte te snel een schuldvraag geworden, omdat zij de beschuldiging niet konden verstaan als iets wat mensen nu eenmaal graag doen: kwaadspreken van elkaar omdat anderen dat lekker vinden. bezoedelen.
voor beiden zal het nog een lange weg worden, maar het pad is gevonden en ze zijn zeker van hun zaak. ze hebben het gevoeld vanbinnen, het is een deel van hun gezondheid, van een goed werkend lichaam geworden. een lichaam vol agressie en vol liefde strijdt in hun relatie om de hegemonie. bij dumb boy komt de man erdoor omhoog, de heerser, de bastamens, de man van het hakwerk, de mootjesliefhebber. hij zal nog vaak daarin vervallen, uit gewoonte en uit angst. bij oetlul komt het kind erdoor omhoog, de babbelaar, de charmeur, de benjamin, de wijsneus, de betweter, de dichter en de tekenaar. hij zal nog vaak zich erin laten aanranden, kwetsen en verzorgen. in het rijk van de woede is dumb boy de gastheer. in het rijk van het stratego is oetlul de gastheer. in beide rijken is genoeg plaats voor anderen, maar niet in hun blikveld. zij willen niet gezien worden, niet gekend als mensen van vlees en bloed voor de ander. daarvoor is de strijd tussen hun rijken nog teveel in volle gang. echter nu oetlul kennis heeft gekregen aan de kanovrouw is de laatste dag van hun strijd aangebroken. zij heeft hem diep geraakt. dat moet dumb boy ook toegeven. maar terecht eist hij oetlul voor zichzelf op, want hij heeft zich aan hem gegeven. dumb boy is echter het tegendeel van zichzelf door die ander en verliest daardoor zijn kop. om de ander weer te bereiken slaat hij hem kapot, slaat hij alles kapot wat hem lief is. zo heeft hij ook altijd zijn zin gekregen. oetlul weet dat, want hij kent die woede van de ander op hem, op zijn eigen lijf en leden. steeds heeft hij dat gepareerd met net te doen alsof het hem niet aanging, geen pijn deed, de ander juist pijn deed, de ander schuld en schaamte zou bezorgen, de ander vanzelf zou doen stoppen.
ze weten nu echter beiden dat het op moet houden met elkaar zo verkeerd te verstaan. oetlul heeft eindelijk zijn mond open gedaan, zijn hart laten spreken en zijn buik een stem gegeven. dumb boy heeft daar eindelijk naar geluisterd, zijn oren toegespitst, zijn ogen opengesperd, zijn volle lijf aangeboden, zonder rem, zonder schaamte. ze hebben bij elkaar openingen gevonden die ze nog nooit van elkaar wisten dat ze bestonden. de lange weg kan heel kort belopen worden of doorgeslenterd tot in eeuwigheid duren. wat ze zullen doen is voor hen nog een brug te ver. eerst zullen ze van elkaars gaven gebruik moeten maken om die ander te worden die in hen gevangen zit als de oneindige bron voor het leven dat ze met elkaar en anderen kunnen delen. voor hen is dat nog lang geen optilling van de hele wereld, zoals de kanovrouw zich dat voorstelt. dat komt later wel. als ze net als zij tot de engelen behoren. ze moeten eerst nog als kinderen gaan genieten van elkaar en daarna worden geinitiëerd tot de samenleving met de vrouw. het lichaam daarvoor staat spiritueel al in de steigers. lichamelijk en emotioneel moeten ze nog heel wat beproevingen doorstaan voordat zij op de steigers hun bouwwerk kunnen realiseren. oetlul heeft dat voorzien en dumb boy wist dat allang. de vraag is alleen of ze elkaar tot steun kunnen zijn. oetlul zal meer moeten letten op de misunderstanding van zijn stratego met intimiteiten door de ander. dumb boy zal meer moeten letten op de heerschappij van zijn wanhoop, verhoren, verdachtmakingen, wantrouwen en negatieve verwachtingen van de ander. nu oetlul de stap heeft gezet om zich meer open te stellen voor de ander en dumb boy daarin zich ook meer laat kennen zal het een kwestie zijn van enkele maanden en ze kunnen zich op de initiatie voorbereiden.
alles hangt echter af van de verbinding tussen de animal sexualis (de dierlijke verlangens naar het in bezit nemen van het lichaam van de ander) en de animus spiritualis (in het onbewuste verankerde dat is verenigende, ontvangende en voedende principe bij de man) met de persona universalis (de rol die men speelt in het wereldgebeuren), de vaderschouders of zij samen een reus op twee benen kunnen doen opstaan en in beweging kunnen brengen. waarbij de benenwagen bestaat uit de vrijheid van bewegen van de sexualiteit en de verantwoordelijkheid voor spiritualiteit ten behoeve van een heilige eenwording, zoals deze door god is bedoeld.
Archief voor de ‘Kloos gezocht’ Categorie
De benenwagen is een initiatielichaam op zich (8)
Geplaatst: 22 augustus 2009 in Kloos gezochtTags:animalsexualis, animusspiritualis, apocalypse, interiorintimatemeo, stratego, valsbeschuldigd, woede
Het Allerwegennet (7)
Geplaatst: 13 augustus 2009 in Kloos gezochtTags:genius, imperia, knooppunt, perronbelijdenissen, tranportafgoderij, wegennet, zielsmotorkracht
Er is van hogerhand ingegrepen in het wordingsproces van Het Verhaal over het bestaan van God als de verbindingsweg naar de ziel die we delen, De Liefde Voor Elkaar En Geen Ander. Op zich niet zo vreemd als we ons realiseren dat we daar altijd Het Misverstand in uit de weg gaan. Dus die hogere hand op zich, daar zitten we niet mee in ons maag. Wel met de andere klippen: De Witte Ridder, De Enige Ware, Hij Die Mij Een Orgasme Geeft, De Doener en De Prater. Allemaal afgekloven beenderen van Tekortschieters als het om de duur en intensiteit gaat. We nemen ze voor lief. Dat is de derde Zondeval. Dat we als mensheid alles voor lief nemen als het maar in onze organen tekeer gaat als een beest. Dat we niet leren dat het een gast is, een binnendringer weliswaar, maar genood.
De ingreep is geslaagd. Tenminste voor de Terugvindersfamilie genoeg om zich er met ziel en zaligheid aan over te geven. Ze weten allang dat ze niet voor niets zich zo sterk door vervoersmiddelen voelen aangetrokken. Dat heeft daar beslist alles mee te maken. Zelfs de vader van Lux heeft die ervaring ook meteen. Zijn vrouw niet zo snel. Zij begreep aanvankelijk dat een monogame staat geen binnendringers verdroeg. Maar nu ze hoort dat het slechts gasten zijn, die zich aan hun regels houden, nu is zij ook bevrijd van de dwang ze overspeligheid in de schoenen te schuiven. Niks overspel, gilt ze nu, iedereen heeft recht op het gras van de gast, die slechts in ons verkeert om ons wakker te houden voor elkaars oneindige verlangen naar de ander.
Ze juicht als ze merkt dat het meteen werkt en dat ze zich nu pas verbonden weet in een familienetwerk vol vervoerders die The Second Earth in wording mogelijk maken, waar het Rijk Der Verbindingen in één knooppunt geregeld kan worden als men alle innerlijke afstemmingen maar oprecht uitzendt. Dat is de mediacode voor het Allerwegennet, dat thuishoort in iedere initiatie en zo alleen al duizenden levens bespaart die verlegen onder de grond zijn geboord door hun onwetenhied zelve.
De competitie, die Flex voor zich ziet in het perspectief van Deze Verlichte Familie, om wie het grootste rijk heeft op economisch gebied, verbindt hij soepeltjes met de competitie wie dat op religieus gebied heeft. Met het vervoer als geloofszaak heeft Lux wat meer moeite. Hij was zelf uitgekomen op de bloedsomloop, het spijsverteringskanaal en de stofwisseling in de longen. Nu komt Flex met de grootste matrix die we aan verbindingswegen met elkaar delen op aarde en met andere plaatsen in het universum. Als we daar ook alle verbindingsmogeljkheden voor het transport van onstoffelijke goederen bij rekenen, bedenkt hij zich, dan beschikt de mensheid over een web aan betrekkingsmogelijkheden die in alle dimensies van het individu vervoering mogelijk maken. Hij krabt eens flink op zij achterhoofd.
Zeg Flex, ik geloof dat jij de vier hoeken van de piramide van Het Vervoer hebt teruggevonden, die ooit tot de genius van alle imperia heeft behoort. Vervoerders, die vreemde kosmopolieten die een eigen Tranportwereld. met eigen Koffiehuisjes, eigen Arbeidsregelingen, eigen Muziekcultuur, eigen Ministeries en eigen Rustplekken als hun habitat en universum ervaren en die in de Hells Angels hun gevallen engelen hebben afgescheiden, die zij weer ontmoeten tijdens hun jaarlijkse Cross, Country of Westernfestivals, die hebben in hun stille revolutie de infrastructuur van zowel de verbindingen zelf als de systemen die die verbindingen begaanbaar en manipuleerbaar maken tot een totaal nieuwe figuur als model voor de organisatiestructuur en -cultuur in onze werkelijkheid ondergebracht.
Het Knooppunt waar alle draden, leidingen, wegen, sporen, waterverbindingen, routes en golflengtes bijeenkomen om hun ladingen personen, dieren, planten, bomen, huizen, levensmiddelen, luxe goederen, energie, water, warmte, olie, cola, bier, informatie, diensten, ja welke behoeften en belangen we kunnen onderscheiden en welke waarden ze voor ons hebben kunnen benoemen van A naar B naar C enz over te brengen. TRANSPORT is ook de enige entiteit waar we allemaal wel in moeten geloven, in moeten vertrouwen, in betrokken zijn zonder dat we daar ooit een politieke of sociale zaak van hebben gemaakt. Integendeel, het godenrijk van de Transport Tyconen en hun onderlinge netwerken levert ons iedere week nieuwe hoofdstukken op van de bijbel bij de kapper, de apotheek, de dokter, de notaris, ja overal waar stiltecentra in wachtruimten ontstaan.
Nergens wordt ook zo sterk geloofd in de aansluiting van de vraag op het aanbod, in de manipulatie van de behoeften van de lezer, de rijder, de reiziger, de kijker, de luisteraar, de klant, de leverancier, de fabrikant, de koper, de patient, de consument, de producent, de shopper, in de reclame en de klachtenbehandeling, in het consumentenrecht en de ondernemingsvrijheid, in de mogelijkeden voor de crimineel en de mogelijkheden voor het slachtoffer, enz. enz. Nergens is onze sensitiviteit voor de bestaansvoorwaarden van een rechtvaardige wereld en de hoop op verbetering zo sterk aanwezig als in de algemeen gedeelde verontwaardiging dat Zij ons niet vervoeren volgens afspraak, volgens De Wet, De Dienstregeling.
Ja, zegt Flex, als hij hoort dat Lux de logistieke systemen zover doordenkt dat God daar zijn zetel in moet hebben, dat is allang zo en dat weten we ook. Vraag het de vissersvrouwen, de vrouwen van alle soldaten, de transportvrouwen zelf, hoe sterk zij daar voor gebeden hebben. Dat God tenminste zorgt voor een behouden terugkeer. Bij hen vind je de fysieke structuren in een systeem terug dat heel hun lichaam betrekt bij slecht en goed nieuws voor het thuisfront. Zij ervaren het zo intensief dat hun man, vrouw, vriend of vriendin nooit meer terug zal komen en dat iedere keer weer. Daar moet een heel hersengebied voor in actief zijn om dat zo te reguleren dat de gebeurtenis lichamelijk, geestelijk en sociaal hen niet volledig leegschraapt, emotioneel en rationeel. De idee dat het dit keer mis kan gaan, heeft dezelfde lading als de idee dat God wraak zal nemen. Een ramp, van welke omvang dan ook, is niet langer louter het monopolie van de massanatuur die zich in vuurfronten, waterfronten, lavastromen, stormen enz. aan haar eigen onderdanen vergrijpt.
het is in toenemende mate de mesocultuur van de vervoerssystemen en de microstructuur van de verknoper die ons beangstigt met de alledaagse onzekerheid of alles op tijd plaats zal vinden, verbonden blijft en gezond en wel thuis keert.
als er ergens een grond braak ligt voor een nieuwe religie dan is het in de gekwelde lichaamsdelen van de verkeersdeelnemer, de internetter, de telefoonverslaafde, de chauffeur, de reiziger, de conducteur, de thuiswachter enz. enz. alleen het wachten kan al zoveel schade aanbrengen in de ziel, dat menig gelovige zich in de rij staat te verbijten om niet de wet te overtreden. de reiziger, de bestuurder, de begeleider, de stationschef enz. registreren allemaal op hetzelfde moment vaak ook dat een behandeling niet fair is en de lichamelijke integriteit niet waarborgt. op het perron liggen de geloofsbelijdenissen in het ondanks alles toch weer opgang zullen komende treinverkeer voor het opscheppen.
God in stukjes rondstrooien (6)
Geplaatst: 12 augustus 2009 in Kloos gezochtTags:dr.phil, flex, gebruiksaanwijzing, headhunters, lux, meijer, simek, vdeo
Lux heeft de videoboodschap van zijn schrijfcoach aan Flex laten zien. Beiden verbazen zich over het mobiele kruiertje en nog meer over zijn verwachting dat zij dat hadden kunnen terugvinden. Een trollie, met losse koffers, blaast Flex naar de kofferkruier met lange armen op het knipperende schermpje van Lux Ipod. Laat hem snel terugkomen, hier hebben we niks aan. Hij kan beter de redactie van die gele vlek overnemen. Lux hoort hem niet, hij leest bijna ademloos het verslag over de ontmoeting met een Messiaszoeker die uit de koffers het ene na het andere religieuze symbool haalt. De twee pionnen, die beiden in werkelijkheid zich als goden (hebben) gedragen; de aartsvaders van De Moderne Staat, waar mensen als Pim en Ali een voorbeeld aan hadden kunnen nemen dat het volstaat te denken en De Tienermoederbuik met een oervorm van God als vermoeden. Het hele verhaal zuigt hij op als een spons. Tot hij zand proeft in de toetsing en twijfelt of zijn coach wel te vertrouwen is.
Nog voordat Flex een bericht heeft bedacht om terug te sturen, vat Lux samen wat de coach in Vlissingen meent te hebben ontdekt. Hij heeft een vrouw ontmoet die eerst de nieuwe Kloos in hem zag en toen de Messias. Vervolgens is hij met haar in gsprek gekomen, blijkt zij van een of ander genootschap te zijn die van de meest geciteerde beginregel van Willem Kloos begrijpt dat hij in zijn tijd en plaats de Messias was, maar niet werd opgemerkt. We hadden het kunnen weten, slaat Flex zich voor de kop. Jij ook met je buikgevoel. Ik zei toch, lees hun folders goed. Maar nee hoor, jij was meteen zo zeker van je zaak. Deze coach was volgens jouw informatie veel Persoonlijker dan Dr. Phil, meer betrokken dan Martin Simek en sneller dan Ischa Meijer? Aan mijn hoela. Een kantoor dat adverteert met dat zij in elk mens een stukje van zichzelf zien, is behoorlijk uit balans. Dat ziet een koe zelfs, met een stuk van jou in zijn kraag.
Lux probeert zich nog eruit te redden door te wijzen op zijn antecedentenonderzoek, maar Flex weet wel beter. De 44-jarige Sara Morrison heeft hem voor het weekend nog gebeld dat de TV-psycholoog Dr. Phil haar in 1984 heeft aangerand. Zij is door hem behandeld voor haar depressie, Lux. Daarna werd ze zijn stageaire. Het misbruik zou hebben plaatsgevonden tijdens haar stageperiode op het kantoor van Dr. Phil. De toen 34-jarige psychologe werd, naar eigen zeggen, op dat moment regelmatig door Dr. Phil betast. Ze heeft gvd een klacht ingediend en die werd onderzocht door de politie, maar Dr. Phil ging gewoon door. Ze zei letterlijk: ik moest bij hem op schoot zitten terwijl hij gesprekken had met andere patiënten en zijn vrouw. Ondertussen had hij steeds zijn handen tussen mijn benen.
En die Simek, gaat Flex rustig door, heb je die weleens echt bezig gezien achter de coulissen. Die Dr. Phil mag dan een monster zijn, die met zijn daden haar leven heeft verwoest, maar onze Zachte Vraagmachine Martin is een ware Moloch die zijn zoete broodjes bruinbakt in net ontruimde oventjes van de ballenjongens, die hij voor zijn karavaan spant. En Ischa Meijer, wil Flex de conclusies uit zijn onderzoek afronden, zou nooit de plaats van Mies Bouman hebben mogen innemen, als ze hadden geweten van zijn mislukte relatie met zijn zoon, die de show stal waarin zij zo empatisch laat zien hoe bekende nederlanders hun leven hadden moeten leven. Kijk hier staat de aangerande vrouw op de foto nog geheel in adoratie voor haar Grote Ziener, die daarna zo dapper was om de gevingerde bastaardkinderen af te staan voor een goed doel, niet wetend van Simeks coulissen.
lux is al weg en vindt zonder de steun van zijn coach zelf de gezonde balans terug, die tussen het gevoel en het verstand klem zat. zich afvragend of die koffer, met de schouders op sterk water, ondanks de verklaring van de coach toch niet door hem zelf is uitgevonden. nou en of, ontdekt hij zo solistisch mogelijk als de mens in zijn bewustzijn kan opereren, ik heb de gebruiksaanwijzing nog op mijn harde schijf staan. hij leest het bij gebrek aan een luisterend oor zichzelf maar voor: de schouders regelen het verkeer tussen het dierlijk zijn en het goddelijk zijn door een tikje tegen het hart te geven, dat op zal leven en alles langer zal maken, waar anderen tekort schieten.
flex heeft het hart door alles en iedereen heen verstaan en komt met spoed lux bijstaan in zijn poging alles nog te herstellen, voordat de coach echt denkt voor god te kunnen spelen. we gaan gewoon naar hem toe, is het voorstel van zijn buurjongen. als we snel zijn dan kunnen we nog voor 2 uur het prille geluk met een echt blije boodschap verrassen, dat god niet in zijn geboden zelf gevonden en gezocht moet worden, noch in de tijd die zonder zijn zeden gevuld werd met mindere goden, maar als de abstractie van transport tycoon. voila, hij legt zijn oplossing zonder het kruis te dragen dat het zou moeten toetsen voor toepassing in of als geloofszaken op de snijtafel neer, het is een succesvol computerspel uit 1994. het eerste simulatiespel voor de moderne ark, waar noach nog voordat abraham de kluts van zijn vrouw kwijt was de mensheid vervoerde die zelf geen berg meer had. de speler bestuurt een transportbedrijf en moet het in onze tweede kans na de zondeval (om ons met god te verzoenen) het opnemen tegen rivaliserende bedrijven in een strijd om het grootste transportimperium. kijk zo zijn wij er veel eerder bij als god het wil en kunnen we alsnog een ramp voorkomen dat de coach denkt overal maar zijn stukjes god rond te kunnen strooien.
De benenwagen voor het museumpark (5)
Geplaatst: 10 augustus 2009 in Kloos gezochtTags:befklem, geloofscrisis, hoop, poseideinkopje, reus, schoudertas, tempel, voyeurschap
Er is in de vaderschouderkoffer gescheten, waardoor de benenwagen voor het museumpark uitgesteld moet worden. Het is nog net geen geloofscrisis, maar ze zitten er dicht tegenaan. Met de moederbuikkoffer dachten ze zich van hun kind te verlossen dat schreeuwde om aandacht voor zijn ziel op buikniveau en de zachte machinerie tussen zijn oren en zijn benen. De vrouw wil haar oude brein terug, waarin ze de weg tenminste kende en verwijt de in hem vergiste Messias dat hij haar een wetenschap heeft beloofd van de gronden voor een heilige geest die je niet door je hersencellen omlaag trekt en in handen brengt van zieners, buiksprekers, goeroes, kwakzalvers en gebedsgenezers. Dat er een tijdperk van heerschapsloosheid aanstaande is, daar kan ze nog wel naar uitzien, maar dat die wetenschap geen haast heeft, dat gaat er bij haar niet in. Ik trek hem met huid en haar mijn verhaal in als de kunstenaar die in de moederbuik wilde blijven en daar de binnenkanten van schildert met zijn ademhaling.
Als hij dan nog weigert voor God te spelen, dan stuur ik alle angsthazen op hem af in engelenpakjes met pijlen als bezemstelen, hoort de coach haar in zichzelf praten. Een dip, vraagt hij belangstellend naar haar gepieker, terwijl we al zo’n eind zijn opgeschoten? Noem dat maar opschieten, moppert ze nu op hem, man, als we na zoveel uren door ons hoofd dwalen niet verder zijn gekomen dan de reageerbuis in de moederbuikkoffer…… Niet zo snel bij de pakken neer gaan zitten, hoor, dat is nergens voor nodig, trekt de coach haar wat rechter overeind, we hebben een belangrijk uitgangspunt geformuleeerd dat staat als een tempel. God is gevonden als we de liefde op twee benen de maat nemen. De benenwagen staat te trappelen nu Marx en Bakoenin willen samenwerken, al hebben ze knikkende knieën. Hun zaad hebben ze in de moederbuik gestort voor het stakingsfonds. Oh ja, is het geen zand, heb je dat wel goed gemeten jochie, daagt ze hem uit en wil weer haar favoriete lotushouding aannemen, kom peil dan mijn Liefde voor God Alleen en Zijn Schepselen als Al Mijn Naasten. Haar aquarium dat als oven nog net volop brandde, toont de nieuwe schouders van het Vadergeloof met de longen voor adem onder water en een gul hart zoals dat nu eenmaal vervet in ons welvaartsborstje klopt.
Precies, die uitnodiging moet zij ook hebben gedaan en het maagdenvlies van de hemel scheurde. Het bloed wat toen vergoten is, heeft ze in haar voor God opengesneden buik laten stromen en verwerkt in een zwangerschap van zo’n lange duur dat de stam haar alleen achter moest laten toen het te koud werd. De verlating door de stam heeft ze helemaal in haar eentje verwerkt, met als gevolg dat haar kindje met verlatingsangsten is geboren, waarbij zij haar buik zover openscheurde dat het zonder verlosser het licht al zag voordat de ander het in de gaten had. In die omstandigheid is het Eeuwig Huilende Kind geestelijk al rijp als een volwassene, maar lichamelijk nog zo onderontwikkeld als een foetus. De God die je daardoor niet opmerkt, is natuurlijk bij voorbaat al afgunstig. Dat is hem in die boze buik overgedragen. 26 millennia geleden, schreeuwde de Venus van Willendorf, kom naar buiten bastaard en laat zien dat jij wel er voor je moeder mag zijn. Toen de piepkleine clitoris zijn kopje omhoog stak, gilde ze, schande, schande, dit kun je niet maken, daar ben ik niet voor verlaten, een eencellige die in mijn bloedbaan zijn G-plek zoekt.
Haar bevlekte ontvangst heeft De Verschrompelde Waarheid toen maar op de Nachtvlinders bot gevierd, waardoor die twee Esdoornbladeren hem een geboorterecht moesten bezorgen. Waar haal jij die onzin nu weer vandaan, breekt de lach door haar tranen heen, je weet het wel weer allemaal aan elkaar te lullen hé. Kom eens hier, lekkere taxateur van me, geile collectioneur van gaatjes in iedere geloofszaak. Ze ziet nu haar kans schoon om hem met haar kutwater te zegenen. Wat zeg je het ook mooi, stimuleerde zij zijn tong die als een snoek met haar goddelijke Poseidonkoppetje dolde, Mijn God, wat kan jij aardig zijn als je eenmaal de smaak te pakken hebt, van mijn vleesgeworden Fruit de Mer. Aardser aardiger kan niet, stoffelijk gesproken en onstoffelijk ervaren als gemaakt uit mens en dier.
Dat had je niet moeten zeggen, schiet de coach uit haar greep, De algemeen menselijke ervaring kun jij niet zomaar hier reduceren tot je allerindividueelste genot. Daar doe Ik echt mijn best niet voor. Als je zo je gelijk wilt krijgen dan ga ik zelf wel aan de slag met mijn piramiden. Nu ik de twee benen heb ontdekt om de moederbuik, de vaderschouders en het kinderhoofd als geen ander van dienst te zijn, ben je voor mij een baksteen. Ik trek me terug uit je oven, bak maar lekker je galsteentjes voor je tempeltje. Mijn piramide zal laten zien dat onze behoeften twee lagen missen: (Alfa) De laag waar de slaap ons voorbereidt op een nieuwe dag, een nieuw begin enz. (Omega) De laag waar het geloof ons gegeven wordt om eten, neuken, slapen met elkaar te delen zonder verlies van zelfachtting en zelfrealisatie.
als die piramide geen toeristen trekt, dan stop ik heel mijn hart en ziel tussen je benen en zal ik je eeuwig beffen. al staan er duizenden reuzen op lemen voeten om me heen die zich aftrekken terwijl ze fotoos op me afschieten. kijk maar goed naar mijn benenwagen, straks is hij uit je zicht en kun je er zelfs niet met ernaar te fluiten een afbeelding ervan terugkrijgen. ja, inderdaad, de benen zijn de knikkende knieën van onze echte verlossers. daar geloof ik nou persoonlijk nog steeds in. zij zijn bereid daarvoor te trouwen en het derde been als het zoveelste wiel aan de wagen het voyeurschap te gunnen.
mocht je je alsnog tot ons willen bekeren, dan zul je niet te laat zijn. we hebben de geloofsbelijdenis in woord en gebaar voor je klaar.
De moederbuikkoffer kent geen donor (4)
Geplaatst: 9 augustus 2009 in Kloos gezochtTags:getoetste geloofszaken, moederbuikkoffer, tien geboden, vadergeloof, venus van willendorf
De moederbuikkoffer begint te zwellen als de vrouw genoeg heeft van de smartlap uit linkse hoek en de vaderschouderkoffer een ferme klap geeft. Nu dat weten we dan ook weer, zegt ze, terwijl de zwelling doorgaat en de buikkoffer bijkans op ontploffen staat. Wat weten we?, vraagt de coach nieuwsgierig naar de feiten. Dat een hartmeter voor geloofszaken niet werkt, we hebben de mond nodig die ademt, vat zij het voor hem samen als een appel en een eitje. Ja maar, hoe meten we dan wat we precies ervaren, probeert hij de exacte wetenschappen nog te behouden voor geloofszaken. Tja, door overgave zou ik zeggen, en de vrouw voegt graag de daad bij haar woord en vouwt zich als een lotusbloem open voor de coach op de container van de apotheek.
Even ons hoofd koel houden, mevrouw, ik weet niet eens hoe u heet, sputterde de coach die een overgave vooralsnog wiskundig wilde afhandelen. wetenschappelijk is het allerminst wat u zegt en zeker niet wat u doet om dat te bewijzen. Overgave lijkt me ook meer bij een koningenstrijd passen dan bij een strijd tussen geleerden. Ook al zijn wij zoekende naar Kloos in zijn gedachtengang opgegaan om zijn God te kennen en daar de waarheid tegengekomen dat hij als geloofszaak nog altijd kan bestaan, dan nog is het gepaster een gesprek te voeren dan gemeenschap te hebben. Voor het zingen de kerk uit, zeiden ze vroeger al, moppert de vrouw van zoveel brave rationaliteit na de ontdekking van de Liefde tussen de twee ongekroonde koningskinderen met hun Schijnheilige Familie in de USSR, die een Heilstaat niet met een Vrijstaat samen konden denken.
Man, waarom kunnen we nou de strijdbijl niet gewoon begraven en ons overgeven aan onze buikgevoelens. We zitten toch niet voor de kat zijn kut naar die gezwollen moederbuik te staren als twee gebiologeerde konijnen. We lijken wel Belsazar de zoon van Nabonidus en de laatste koning van Babylon, volgens een blogger die alles al eerder dan wij doorhad, een prachtschilder overigens, die van ellende zijn museum heeft moeten sluiten wegens beeldroof en een ongelukkige hand in de liefde. Ja dat verhaal ken ik, ergerde de coach zich aan de zoveelste omweg naar het toetsen of God bestaat en uit welke stof. Toch draait het bij de sectie van God om de overgave, strijkt ze haar kleren glad, je zult iets op moeten geven dat dierbaarder voor je is dan een offer en schoner dan de hand die het ontvangt.
Dat maakt hem bloednieuwsgierig, vooral door de poetische zeggingskracht van haar woorden, iets opgeven dat dierbaarder is dan een offer voor me is. Wat bedoel je exact, buigt hij zich naar haar toe, bedoel je martelaarschap opgeven als geloofsmeter? Het leven is je dierbaarder gebleken, dan degene die het opeist? Dus, je zegt eigenlijk: val maar dood God de Vader van het opeisen van Abrahams enige geboren zoon, ook al liet u het bij de voorhuid als zegel voor Het Verbond!? En tegelijk dat je daar mee ook zijn handen niet vuil maakt?! WOW, dat hadden Marx en Bakoenin moeten horen. Ja, maar koningen luisteren liever naar zichzelf, zoals jij als man dat ook liever doet, haalt ze als een judoka zijn eureka omlaag. Om hem vervolgens in een wurggreep mede te delen dat hij de macht heeft om het op te geven. Zij niet.
Luister, het opgeven van je gelijk omdat er geen feit is dat het tegenspreekt noch bevestigt, dat is wat er bij geloven van je gevraagd wordt en het enige dat we misschien voordat we in elkaar geloven nog vast moeten stellen is of de liefde echt is, omdat we die echt voelen in ons lichaam. Geloofszaken hebben niets met machtsverheffingen of zo te maken en ook niet met breuken in de geschiedenis of worteltrekken om je afkomst veilig te stellen. Het gaat om delen, optellen en aftrekken. Praktisch toegepast op ons, als ik zo vrij mag zijn. Wij zoeken nu al een tijdje samen naar een woning voor onze God. Jij in de overtuiging dat hij dood is, maar dat dat nog niet gerechtelijk is vastgesteld. Ik uit de gedachtengang van Kloos rennend dat jij de Messias moet zijn. Samen kwamen we er zonder pillen achter dat dit allemaal in de koffer van onze vaders thuishoort en dat wij nu wel beter weten. Onze vaders geloven toch pas als de hemel bloed huilt. Ze zijn bloeddorstig qua geloof, omdat hen zoveel onrecht is aangedaan met de tien geboden.
Leg uit, dringt de coach nu aan, want de 10 leefregels van God zouden wel religieuze feiten zijn en daarmee de eerste geloofszaken bevatten die de toets kunnen doorstaan dat ze afgestemd zijn op degenen die de betekenis als waar en echt in alle vrijheid ervaren hebben en dat niemand van die groep destijds van die ervaring en het getuigen dat deze waar en echt voelbaar is buitengesloten is. Het criterium is in de kern of er geloof in godsdienstvrijheid mee ervaren is, stelt hij zich voor van een waardevrij standpunt. De vrouw tast met haar hand in de moederbuikkoffer en haalt er het Karmozijnrood weeskind uit, de nachtvlinder uit de familie van de uilen, de Noctuidae. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 29 en 34 millimeter, waarbinnen genoeg schrijfruimte geboden wordt voor 5 geboden in een 8 punts lettertype. Ze begint de coach eerst uit te leggen dat geboden pas echt iets betekenen als geloofszaak als ze voor de nalevers ook een goed leven inhouden. Vervolgens pakt ze de vlinder die prompt in twee esdoornbladeren uiteenvalt.
Ja, mompelt ze, dat overkwam Mozes ook al. De twee boombladeren krullen in haar handen. Volgens de overlevering vatten ze de Thora samen zoals de vijf zuilen dat doen met de Koran. Of ze meteen ervaren werden als goed voor het leven, dat is nooit gepeild. We kunnen nu wel die joden en christenen zelf ernaar vragen, die de wet nog hoog houden. Ach, zegt de coach, dat zien we nog wel, als het leefregels zijn dan kunnen we daar altijd nog een oproep voor plaatsen. Als het strafregels zijn dan is er genoeg hedendaagse wetgeving, waarin de tien geboden nog altijd terug te vinden zijn. Bovendien hebben filologen oudere variaties van een lijst van geboden en verboden al in de context van het Oude Egypte bestudeerd en vastgesteld dat Mozes daar schatplichtig aan is. In de Koran komen de Tien geboden niet voor, dus op een universeel gedeelde ervaring van authentieke regels die geldig blijken voor iedereen, hoeven we ons geen zorgen te maken. Want dat is niet het geval.
Je hebt gelijk, berust de vrouw in zijn redenering dat een geloofszaak niet afhangt van de massa gelovigen, maar van de massa overtuigde geloofservaringen waarin niemand is buitengesloten als hij of zij toch iets heel anders ervaarde. We slaan voor het gemak maar over dat God er alleen het volk van Israël mee op aanspreekt.
Het eerste gebod is al meteen een twijfelgeval. Vereer naast Mij geen andere goden. God eist het alleenrecht op om hun Opperwezen te zijn en laat geen tegenvoorbeeld toe. Hoe waar kan die claim dan zijn? vraagt de coach. Ik denk dat we dat van de zeevaart voor waar kunnen aannemen, die hebben de beste ervaringen opgedaan met 1 kapitein aan boord, toetst de vrouw het voor hem nog wetenschappelijker dan zijn criterium aan een controlegroep, die daar niet hun religie voor nodig hebben om die ervaring vrijwel unaniem te bevestigen.
Met het tweede gebod zitten we wel met zijn bedreigingen: maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast Mij. Voor de schuld van de ouders laat Ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze Mij haten; maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik hun Mijn liefde tot in het duizendste geslacht. De getuigenissen van de waarheid van zijn lange arm liggen niet meteen voor het oprapen. Wel kunnen we ook hier de ervaringen van een controlegroep gebruiken. Bijvoorbeeld de volkeren die onder een dictatuur hebben geleefd, waar de koning of dictator meent een afgezant van God te zijn, zoals de koning van Marokko. Dan moeten we dat op basis van de getuigenissen van familie en slachtoffers helaas bevestigen dat deze AFGUNST en GRAMSCHAP bestaat. Maar niet na vastgesteld te hebben dat niemand daar Gods hand in heeft waargenomen dan een paar secten, maar die zijn niet betrouwbaar door hun geloof zelf. Festinger heeft dat voldoende aangetoond met zijn onderzoek naar de Eindtijders. When prophecy fails, laat zien dat dergelijke onderworpenen altijd aan zichzelf twijfelen als het woord van hun god niet uitkomt en zo hun harmonie herstellen op de dag zelf dat het einde zou moeten zijn van hun bestaan.
Het derde gebod betreft het vloeken. Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie Zijn naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan. Tja, zegge
n ze beiden nu. Die bedreigingen zijn al dubieus, maar dit is helemaal nooit echt waar gebleken. Behalve volgens Mozes zelf die er de tien plagen mee verklaarde waardoor hij uit Egypte kon wegsluipen. Zonder getuigen hebben we hier ook geen geloofszaak.
Het vierde gebod betreft de zaterdag of de zondag en is daarmee al een geval van een scheiding der geesten. Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag, staat in vele versies. De rustdag is echter nooit iets exclusiefs geweest voor wie werk heeft. De toelichting heeft het ook over de kans dat je werkt hebt: Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte Hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard. Of het een geloofszaak is, zal alleen een orthoxe gelovige volhouden. De ervaringen van de massa die er zich niet aan houdt hebben nooit tot een tegenvoorbeeld van deze waarheid geleid, dat het bevestigde of verwierp en in beide feiten betrouwbaar bleek. Wel blijkt uit de koopzondagen dat het gebod voor winkelen niet geldig is. Waarschijnlijk omdat in de Tempel destijds ook een levendige geld-, goederen en windhandel bestond, waar God zelf geen moeite mee had. Wel zijn zoon. Laten we zeggen dat het een geloofszaak is voor wie de handel moet drijven, maar er is genoeg stof in de heilige boeken voor dergelijke uitzonderingen om vast te stellen dat het geen echt of waar gebod kan zijn.
Het vijfde gebod. Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat de HEER, uw God, u geven zal. Daar is nooit wat van waar gebleken, behalve dat een geèerde vader of moeder veel langer wordt betreurd na overlijden. Jawel, brengt de vrouw ertegenin. De ervaring dat je je ouders niet openlijk voor schut mag zetten en zij jou wel is vrij universeel. De reflex om hels te worden als je iets over iemands moeder zegt, getuigt dat dit een echt taboe is dat lichamelijk ook ervaren wordt. Ja, maar dan zou de uitspraak dat je nu toch wel met je ouders klaar moet zijn, daar ook van getuigen, twijfelt de coach aan indirecte bewijzen. Beiden zijn het wel eens over een voller leven als je je ouders kunt eren.
Het zesde gebod, pleeg geen moord, staat in alle Wetboeken en is als religieuze ervaring of geloofszaak niet los te maken van onze diepste overtuiging dat de ander doden een massale wens is. Agressie zit in onze natuur gebakken. De neiging ertoe kent iedereen. Alleen de lustmoordenaar zal er een religieuze ervaring bij hebben. Alle anderen hebben al spijt dat ze het in hun hoofd haalden, wanneer ze weer bekoeld zijn. Tja hier staat de mens tegenover zijn eigen natuur. Vandaar wellicht dat er in dit gebod geen dreiging uitgesproken wordt. God kent zijn schepselen en zij zichzelf ook op dit punt. Voor beiden geen geloofszaak, behalve als het om God zelf gaat die men wil doden of de gelovigen in Hem. Zeer actueel, brengt de coach in. Ach, het is van alle tijden en we hebben het alleenrecht ervan aan de politie en het leger gegeven. Dus eigenlijk is dit een militaire aangelegenheid.
Het zevende gebod, pleeg geen overspel, is gelijk aan dat van moord. Ook hier is onze natuur in het geding. Het gebod is een spelregel, waar de pragmaticus altijd wel een gaatje in vindt om er onderuit te komen. Zonder sancties van God is het ook lastig toe te passen. Moslims hebben het wel toepasbaar gemaakt met vier getuigen als voorwaarde, waarbij een valse getuigenis zwaarder wordt bestraft dan de schanddaad pleger.
Het achtste, steel niet, is wel weer in de westerse wetgeving terug te vinden en daarmee ook geen geloofszaak meer om er gevolg aan te geven of het gebod geldig te achten.
Het negende gebod, leg over een ander geen valse getuigenis af, zit bij ons in de meineed, maar de sanctie is veel lager dan die waarvoor de getuigenis vervalst is. De hele roddelpers is afhankelijk van overtreders van dit gebod en vaart er wel bij. Een geloofszaak, ach, zegt de vrouw, ik hou me liever aan de regel dat je je nergens wat van de ander moet aantrekken, als deze je omlaag wil halen en altijd zorgen dat je geloofwaardiger getuigen bij de hand hebt. De geloofszaak zelf is een zaak die de rechter hier moet toetsen. Vandaar dat God ook hier geen sancties aan verbindt. Allah overigens wel.
Het tiende gebod, is ook een kwestie van omgaan met je natuur. Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort. Onze levenservaring is juist dat jaloezie op zich noodzakelijk is om de liefde intenser te consumeren. Religieus zijn hier geen mededelingen te doen van goede of slechte ervaringen met afgunst. Wel merken niet gelovige buren vaker dan gelovige dat hun religieuze buurtgenoten afgunstiger zijn dan zij.
De vrouw stopt de twee Esdoornbladeren weer in de buik onder de toevoeging dat het blad verdacht veel lijkt op de bladeren die Adam en Eva voor hun geheime delen houden op oude afbeeldingen van de zondeval. Daarmee suggerend dat toen al de bladeren beschreven waren. Echter ook dit is met het criterium van bevstiging door vrije getuigen niet als geloofszaak vast te stellen.
Al met al zijn we niet verder gekomen dan dat het gebod dat hij de enige is door geloof alleen bewaarheid kan worden als zijn bedreigingen uitkomen. Wat op een boot op volle zee geldt, hoeft niet voor een organisatie op het land te gelden, maar de ervaring is niet groot met twee leiders. Behalve dan, roept de coach in geval van ouders die op gelijke voet staan. Deze uitzonderlijke situatie maakt er ook geen geloofszaak van.
Enigszins teleurgesteld zitten beiden naast de moederbuik. Een geloofszaak is lastig als de relatie tusen gebod en gevolg niet meteen voor handen is als oorzaak en gevolg. Dat God die geboden heeft gegeven aan Israèl laten ze maar in het midden. De coach wil nog wel dat de vrouw zich uitspreekt over wat de profeet (volgens De Koran) Jezus heeft gezegd. Zo´n 1400 jaar later. Zie de 10 Geboden die Matteüs in zijn evangelie bij hoofdstuk 22 in het Nieuwe Testament heeft opgesomd, toen Jezus door de religieuze “experts” van die tijd werd geconfronteerd. Hij vatte het voor ze samen met een totaal nieuwe visie: `Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat” (Matteüs 22:36-40).
Dus, probeert de coach een geloofszaak eruit te halen, als we de ervaringen bijeen brengen van allen die deze doctrine als echt en authentiek hebben beleefd, dan hebben we meteen het bestaan van God vastgesteld. Immers de eerste vier geboden zitten in de uitspraak “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.” Daarna worden de laatste zes geboden in de rest van de uitspraak samengevat: “heb uw naaste lief als uzelf.” Dat betekent dat het liefhebben van God als de Enige Ware God en je naaste zoals je je zelf liefhebt, ervaren moet zijn als een groot voordeel in het leven. Mijns inziens zou dat onderzoekbaar moeten zijn met de Delphimethode. We hebben immers al bij Bakoenin en Marx gezien dat de liefde voor elkaar bestaat als gevoel in hun buik en in relatie tot de wederzijdse afgunst.
Jammer, treurt de vrouw, ik dacht even dat we Gods bestaan al vast konden stellen, maar zelfs al zouden we de Ark terugvinden met de stenen tabletten, dan nog kunnen we twee tafelen in handen hebben die Mozes samenstelde uit de leefregels die hem in Egypte het gaatje gaven om te ontsnappen.
Wacht even, komt de coach haar opvrolijken, in hoofdstuk 34 van Exodus (vers 11-26) is een derde lijst van geboden en verboden te vinden die verschilt van de genoemde gelijkaardige versies: hij is uitgebreider en bevat onder andere het opmerkelijke gebod de altaren van andersgelovigen stuk te slaan. In dezelfde Bijbeltekst wordt ook gesproken van een tweede versie van de stenen tafelen, omdat Mozes de eerste stenen tafelen had stukgegooid.
Ja, dat schiet op, schampert de vrouw, wat hebben we daar nu aan. Ook dat is weer een geloofszaak, want ook hier ontbreken vrije getuigen. Ze keert zich boos naar de moederbuik die er ook verlegen mee is (met name dat zij geen donor kan aanwijzen voor haar bevruchting of het moet de druppel uit de hemel zijn) en verzucht: wat is er toch een berg aan regels gemaakt, die ons vertrouwen moeten geven in het bestaan van een Wetgever, die de wet zelf niet schreef maar aan de leider overliet die zijn volk niet meer op één mening samen wist te brengen en zelf maar de berg opging als God niet naar beneden kwam. Die Mozes lijkt me meer een Tommy Cooper, die ook niet kon goochelen en toch als goochelaar nog altijd volle zalen zou trekken omdat men denkt dat hij De Enige Grootste Goochelaar is. Voila, roept de coach, dat is het. Mozes wist die verwachting ook te manipuleren door ze te verbluffen met twee onbeschreven tabletten, ongeletterd als zijn volk was.
Het bestaan van God erkennen betekent voor de wetenschap op zich een kleine stap, probeert de vrouw een nieuwe gedachtengang uit, als we die liefdeservaringen weten te verzamelen en er onder die ervaringen geen is die het tegenspreekt. Die liefde zouden we dan wel voor de tijd en plaats waar Abraham de mosterd haalde en Mozes zijn tabletten kleide moeten zien terug te vinden. Voor mij is dat de eerste tienermoeder, de Venus van Willendorf, die verstoten uit de groep geheel alleen zich moest verlossen van haar kind. Alsof de moederbuik haar het wel even zal vertellen strijkt haar hand over de opengereten huid waar ooit een slot zat.
De buik reageert met knorrende geluiden. Ze legt haar oor tegen de buikwand en lijkt het nu te kunnen verstaan. “Het gaat om het spijsverteringskanaal, de hersenen in je buik die het dichtst in contact staan met je geheime delen. Als je dat voldoende eten laat verwerken dan gaan we pas tellen, wegen en delen.” Opnieuw keert ze terug naar het verhaal uit Daniël. Belsazar gaf een groot feest voor duizend van zijn machthebbers. Op zijn bevel werden de bekers uit de tempel van Jeruzalem bij de maaltijd gebruikt. Dat is de vloek over je afroepen als je niet het eigendom van de ander respecteert. Daar geloofde een koning toen al niet meer in. Hij achtte zich onsterfelijk of tenminste sterk genoeg die vloek af te wenden. Zijn onkoninklijke handelswijze kostte hem de kop. Ineens verscheen er een hand die in een onbekend schrift op de muur schreef. Mené Mené Tekèl Ufarsin.
Mené: ‘God heeft uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt’. Belsazar was de laatste koning van Babylon omdat hij met zijn dronken kop zijn hand in het toenmalige kaartspel overspeelde. Heersen op aarde was afhankelijk van het goeddunken van de ander en die moest in die heerser kunnen geloven en op hem kunnen bouwen. Tel uw zegeningen zegt het eigenlijk en dat waren er te weinig in zijn geval. Hij had van zijn koningschap niks gebakken. Dus van zijn leven niks gemaakt om trots op te zijn.
Tekel: ‘Gij zijt in de weegschaal gewogen en te licht bevonden’. Het oordeel is gebaseerd op het aftrekken van zijn kansen. Onbekend blijft hoeveel kansen de koning heeft gekregen.
Upharsin: ‘Uw koninkrijk is gebroken en aan de Meden en Perzen gegeven’. God maakt korte metten met de eenheid onder zijn heerschappij, zoals een leeuw de stiefjongen van zijn leeuwin opeet. De verdeling over de Meden en Perzen heeft hetzelfde gevolg.
De auteur van de uitleg van de tekens en het achterliggende verhaal wordt benoemd tot een van de drie rijksbestuurders van het land. Diezelfde nacht vielen de Perzen Babylon aan en werd koning Belsazar vermoord. Zodat niemand de auteur kon weerleggen wat hij had opgeschreven in naam van Mitthras II de koning van die twee volkeren, onder wie de troonpretendenten al klaar stonden hem daarna weer naar de kroon te steken.
Wat ik hiermee wil aangeven, zet ze nog een voetnoot bij het tafereel dat meerdere kunstenaars heeft geïnspireerd, is dat we het allemaal niet kunnen toetsen aan fysieke feiten. Rembrandt schilderde “Belsazars feest” in 1635 en dat brengt meer licht in de zaak. De Engelse componist sir William Walton componeerde het oratorium “Belshazars Feast”, daar kunnen we de maaltijd proeven, wat er in de wijn zat en hoe slecht de vloek daarna op de maag viel. Georg Friedrich Händel componeerde een oratorium op dit thema, met wat meer oestersmaken.
Geloofszaken zijn daarmee nog geen feiten, hooguit noties ervan die niet bevestigd zijn door getuigen, die vrij participeerden in de ervaring dat God op de muur schreef. Voor sacrale gebeurtenissen is het minstens noodzakelijk dat geen enkele ervaring van welke getuige dan ook genegeerd wordt. Daar voldoet Danièl geenszins aan. Hij en vele geschiedschrijvers na hem, hadden te makken met botte machthebbers die getuigen martelden als ze hun mond open durfden te doen om te bekennen dat de duivel hen tot kwaadspreken had aangezet.
Ook weer zo´n geloofszaak dat we met die eenvoudige bepaling van een volledige harmonie in afgestemde ervaringen veel eerder de geschiedenis uit hadden kunnen werken als jullie je botte macht aan onze grote zorg hadden toevertrouwd voor de schade. Hadden wij de agenda van de geschiedenis bepaald dan zou het op religieus gebied een Paradijs zijn. Onze motieven zijn immers geheel op de ander gericht. Wij kunnen verwekken, vermenigvuldigen, wat de ander zo graag als zijn opvolger streelt. Alle werkelijkehden die je in je kinderen toevertrouwd aan het licht zijn voor jullie bij ons beschikbaar als je afziet van machtsverheffen.
De moederbuik, dat weet je toch, daar begon het allemaal. De tienermoeder van Willendorf, haar buik moet je eens open snijden en dan vind je de God, die koning was over het rijk van De Liefde, tegenspraak juist beloonde (zoals zijn moeder hem leerde met het wegstrelen van zijn trappelende beentjes), niet in je innerlijk verbleef om je eigen licht te doven, juist daar het vuur voor de andere aanwakkerde als je zijn overspelige naam misbruikte voor je zaadlozing en de vrouw dat liet gebeuren om zich af te stemmen of wat hoger dan hem reikte De Liefde zelf in zich als samenleving te voelen zwellen en krimpen, ademhalen voor het steeds dieper in elkaar opgaan en in de gemeenschap van alle anderen die daar genoegen meenemen. Gegeven de moederbuik als tijd en plaats waar God geboren is, als idee, als universele ervaring van gelijkgestemde mensen zonder behoefte aan een teken als de eindtijd, dan is hij het vleesgeworden woord.
De functie van het geloof in God is dat hij niet te pas en te onpas vlees wordt. Het patriarchaat dat de koningen in het zadel hielp hebben van die God door botte heerschappij een zachte machine gemaakt die in zijn hersencel gelooft die hem als God zelf aanwijst. Het is een afgedwongen kennis van en aan God die hem daartoe brengt. Hij moet die God wel uit het spel halen. Het schitterende spel met woorden wordt na Kloos een introspectie dat je ego, bestaande uit zelfvoldane Adamlucht, allerindividueelst de mooiste dingen maakt. Maar hij weigert gevisiteerd te worden. In dat spel hoor je je op elkaar af te stemmen om middelpunt van het universum te blijven.
Ik denk, besluit de coach de toetsing van wat er aan kennis aan God verzameld is, dat het gaat om een afspraak, ver voordat de schrift bestond, heeft een volk besloten dat boven hun stamleider altijd een opperwezen is dat hem nederig houdt, omdat hij hem alsnog kan wegen en te licht bevinden. Er is altijd wel een schrijver op aarde die dat als waar verhaal noteert. Beiden houden hun bron in de kast, om voor eeuwig verzekerd te zijn van het uitblijven van tegenspraak. Dat de afspraak om altijd een hogere boven de ander uit te zien gaan ook waar is, is een geloofszaak die toetsbaar is als mensen zich vrij mogen uitspreken over de liefde die hen dat geeft. Het bestaan van God als De Liefde die alles heelt dat de mens zelf stuk maakt, moet toch met meer dan een afstemming van alle harten op elkaar meetbaar zijn?
Ja, zegt de vrouw, als het een reus is op lemen voeten, dan blijkt dat als we zijn benenwagen opensnijden. Redeneren we vanuit de brengers van het Vadergeloof dan gaat het om de benen van Abraham en die van Mozes. Verplaatsen we de vleeswording van zijn woord naar Onze Recente Tijd van wederopstanding dan gaat het om de benen van Marx en Bakoenin. Symbolisch hebben we het dan over De Wet en De Vrijheid, De Heilstaat en De Vrijstaat, De Heimat en Het Beloofde Land, De staf en De Ark. Laten we zeggen dat de twee belangrijkste geloofszaken daarop zich voortbewegen namelijk Gods Liefde en De Liefde voor De Ander als Verantwoordelijkheid en Vrijheid de twee minst belichte kanten van ieder geloof.
Vaderschouderkoffer (3)
Geplaatst: 8 augustus 2009 in Kloos gezochtTags:bakoenin, goede relaties, marx, vaderschouderkoffer, zuchtje wind
De vrouw gaapt de schrijfcoach aan. Haar hoofd vermaalt als een windmolen al haar illusies. Kloos kon dus toch niet het sentiment aan dat een dode God zijn voetafdruk naast hem voor eeuwig had achtergelaten. Religie kan dieper in onze hartcellen dan in die van onze hersenen grijpen, waarin wij onze ervaringen zelf er dwarsdoorheen weten op te wekken. Het uitbannen van een God die toch maar zit te niksen op de zetel van je ziel is zelfs met een doodsverklaring en een oneindige verwerking van dat verlies niet geklaard. Geloven valt onder het fatsoen, bedenkt ze, terwijl de schrijfcoach de kofferschouder nieuwsgierig opent. Geloven is je gedragen, herformuleert ze, zodanig dat het menselijk verkeer niet wordt gestremd. Het gaat dan om alle betekenissen die de innerlijke ervaring voor de mens bevat om elkaar in alle drukte toch vast te kunnen houden. Wat de fysiek aanwezige wereld betekent, is al een hele kluif voor ons oude brein, maar wat we ermee aan kunnen vangen in onze diepste ervaringen dat wij ons in die wereld bevinden… Ja dat hebben we uit handen gegeven aan filosofen, politicologen, sociologen, dichters, schrijvers en psychologen. Die mogen alles claimen als het zogenaamd functioneel is, als het werkt, als het binnen onze hersenpan geloofwaardig blijft.
Plots ziet ze dat de schrijfcoach haar koffers inspecteert. Pardon? Wilt u onmiddelijk het deksel sluiten. Wat een brutaliteit. Wat een onbeschaamdheid. De tas van een vrouw visiteren. Hoe durft u. Nee, het bewijst mij nu voorgoed dat u noch God, noch de Messias noch Kloos bent. U bent dwars door uw eigen mand gevallen. Met een harde klap sluit ze het deksel waaronder twee heethoofden uit de vorige eeuw een verschrompeld appeltje met elkaar verder schillen. Ook al hoort ze zelf luid en duidelijk hun wederkerige gramschap, toch vindt ze dat het taboe op de vrouwenkoffer, al is het een vaderschouder, eerst weer hersteld moet worden, voordat ze aandacht aan de inhoud van de koffer zelf wil geven. Wat zoek je eigenlijk in mijn bagage? tutoyeert ze de coach. Nou niks bijzonders hoor, wuift hij enige zweem van kwader trouw meteen weg, ik dacht alleen maar dat er misschien ook weer pionnen in zaten, die verklaren waarom we naar meer betekenissen moeten zoeken dan zij ons kunnen voorschotelen als de wijze waarop de wereld het beste in onze ervaring geconserveerd kan worden.
oh, en dat denk je dan zonder mijn toestemming uit mijn koffer te mogen halen? nou dat zal de menselijke betrekkingen goed doen, schampert ze. opeens gaat de god van kloos in henzelf los op zijn terugvinding naar de weg die voorgoed ons de wereld doet bevestigen die we verloren zijn: toen geloof nog zich in onze relaties gevestigd had en een algemeen menselijk patroon liet zien dat de hele aardbol omvatte. samen mijmeren ze over die verloren tijd, waarin erasmus en spinoza ook niet verder wilden denken dan het bestaan van god. tot ze beiden marx onder het schouderjuk horen protesteren tegen bakoenins uitleg van het opium voor het volk. de vrouw opent nu zelf het deksel als de twee heethoofden in koor roepen dat het geloof in de kracht van de massa nooit verloren mag gaan. bakoentje voegt eraan toe dat kareltje de arbeiders een mooie ervaring heeft gegeven dat dat geloof zichzelf waar heeft gemaakt, maar dat zijn heilstaat slechts op een narcistisch bewustzijn van het proletariaat het hoofd boven water kon houden. wat heeft jouw idee nou eigenlijk voor de hele mensheid aan verlossing kunnen brengen, als je hen alleen in het gelid van een rood leger voor je karretje kunt spannen?
nou, verwijt de rood aangelopen pot de zwartkijkende ketel, heeft jouw vrijstaat dan wel ergens vruchtbare bodem gevonden en is ie wel gebouwd als een spiritueel lichaam? ze schrikken zelf van hun taal. hoe komen ze opeens aan die interesse in de mens zelf? als ideeénbouwers hadden ze nooit goede relaties op het oog. zij wilden best aanhang, maar dan van goedgelovigen en niet van een massa dat gouden kalveren vereerde zodra ze even moesten zoeken naar de wetten die in de geschiedenis onmiskenbaar hun gelijk bevestigden. bakoe, fluistert karolientje spelend met zijn tongetje in het oor van de enige echte rode duivel, we waren verliefd op ons eigen idee en geloofden niet in de wet van de afgunst. terwijl onze vrouwen het al beter wisten dat juist die jaloersheid de liefde vasthoudt voor elkaar.
van de bodem van de koffer haalt bakoe de hartmeter. je hebt gelijk schatje, zegt hij, om welk idee dan ook aan te hangen is er een geloof in de kruimel van het idee nodig. wat we voor de macrowereld bedachten, hadden we moeten verbinden met onze microwereld, waar onze harten naar elkaar toeschreeuwen hoeveel ze van elkaar houden en wij doof door onze kennisclaims, gelijkheidsclaims, maar bleven hameren op een breuk in de geschiedenis, op een omwenteling, voordat we weer naar ze konden luisteren. als een volleerd verpleegkundige bevestigt bakoe de meter om de buste van karolientje en jawel de liefde laat zich aflezen. niet op het metertje natuurlijk, maar in hun schitterende ogen. de waarheid van onze liefde voor elkaar is inderdaad onmetelijk, bloost karolientje onder zijn witte baard, en tegelijk niet meer dan een kruimeltje geloof in elkaar. daarom hoeven we het ook niet langer te bewijzen, maar kunnen we op basis van een zuchtje wind oprecht toegeven dat we geloven in de ander, toch?!
(wordt vervolgd)
Een Hol Kinderhoofd In De Leegte (2)
Geplaatst: 6 augustus 2009 in Kloos gezochtTags:de kloos, hol kinderhoofd, michaelpion, ongezond wakker, pimpion, slaapgeneeskracht
Paralogica, waar hebt u het over?, stamelt de vrouw, nadat ze zelf vaststelt dat ze de 25 eurocent voor het potlood natuurlijk erbij had moeten optellen bij die ene euro verschil. Ik heb slechts de MMS gedaan en daarna de leerlang Zie Het Lam Gods gevolgd. Heeft u nog de Middelbare Meisjes School gedaan, verwondert de schrijfcoach zich over haar ouderdom. U ziet er nog zo jong en fris uit. Hoe heeft u dat voor elkaar gekregen? Botox, body-lift of een geheel nieuwe huid ergens kunnen tranplanteren?
Even is de vrouw haar draad kwijt. Pardon? Niemand heeft na mijn geboorte ook maar een druppel vulstof in me gespoten of een velletje strakker getrokken. Aan mijn lijf is nooit enige polonaise besteed. Bijna guitig complimenteert ze hèm vervolgens met zijn schoonheid en relatief jeugdige uiterlijk. Hoewel u mag wel wat minder stijf en verkrampt in uw buikstreek zijn. U weet toch dat we daar onze gevoelens over de werkelijkheid, de affecties en reflecties die we ondergaan als het ware opnieuw denken. De alles overdenkende buik, spot hij aanvankelijk met haar opmerkingsgave, maar dank u hartelijk voor uw mooie woorden over mijn uiterlijk. Ik heb natuurlijk wel wat middelen erop gesmeerd om te vullen en strak te trekken wat u niet nodig hebt gehad.
Ze kijkt hem bijna verwijtend aan. Bent u er ook ingetuind? U leeft zeker ongezond? Bent u een roker? Ja, antwoordt hij wat beschaamd. Dat roken krijg ik maar niet uit mijn systeem. Een drinker? gaat ze onverstoord verder. Eh, bij gelegenheid wil ik nog weleens wat nemen, geeft hij meteen toe, maar echt niet meer de slemppartijen die mijn studententijd opvrolijkten en de dolle nachten daarna. Nee dat is allang voorbij. Dolle nachten? informeert de vrouw, die waarschijnlijk nog maagd is, bloednieuwsgierig, wat zijn dat? Eh toch niet die GHB-orgieën, zoals in Groningen? hoop ik.
Nee, ik heb niks met de nieuwe drugs, begint de coach opeens enthousiast zijn jeugdherinneringen op te poetsen. Wij gebruikten na onze studie geen harddrugs meer, tenminste zelden heb ik nog hallucinerende middelen, cocaïne of amfetamines gebruikt. Toevallig een jaar geleden een flinke pot thee getrokken van paddestoelen vol psilocybine met mijn kameraden bij mijn pensionering. Het bracht ons terug in de gevoelswereld van 1969. Het gekke was dat we allemaal bijna dezelfde ervaringen opdiepten. Alsof we exact dezelfde dingen hadden meegemaakt, terwijl ik in Leiden de bezetting van universiteitsgebouwen al snel links liet liggen om de burgerij zelf bij de democratisering te betrekken, waren zij in Vlissingen bezig met de stad (die nu de tweede kunststad van Nederland is) bij de tijd te trekken. Toen Hans Verhagen daar zijn eerste gedichten op muren en straatstenen kalkte, trad ik op bij studentenverenigingen met eigen teksten, die ik ter plekke verzon en op de weekmarkten met een groepje die zich Leefbaar Leiden noemde, heropvoerde. De een speelde doedelzak in die tijd en ik weer op zo’n merkwaardig teacase. De ander had een hele band opgericht en het Huis Kamer Project voor Drugsgebruik en ik met Leefbaar Leiden het Kreativiteitscentrum de voorloper van het Leids Vrijetijds Centrum.
Genoeg over uw christenreizen over de destijds door uzelf verbrede wegen, onderbreekt ze de opbouw van een oraal romannetje over de opkomst van lokale tegenculturen in Zeeland en Zuidholland, ik wilde slechts weten wat die dolle nachten waren, maar ik begrijp nu dat u seances bedoelde om uw aanwezigheid in de geschiedenis terug te vinden. Dat heb ik vaker van uw soort mensen gehoord. Ik was in die tijd nog volop betrokken in het kerkenwerk en heb er in Kerk en Wereld in Driebergen evenzeer als u nieuwe werkelijkheden geproefd die we zelf schiepen. Maar ook het verval, de zondeval in de jaren zeventig, toen het allemaal zwaar gepolitiseerd werd, wat u zo neutraal beschrijft.
Samen vinden ze elkaar in de ervaring dat ze beiden de nieren van hun God hebben geproefd. Hij in een vennootschap onder firma, die zich Werkplaats De Bange Duivel noemde en zij in de Bezinningsgroepen van Kerk en Wereld. Beiden hebben er een aversie tegen politieke ideologieën door opgedaan. Er is opeens een band. Met onze beleving dat Willem Kloos alleen al door zijn dood geen God is geweest, bezegelt zij hun kersverse relatie, hadden we toen al met elkaar kunnen uitwisselen, voegt ze eraan toe. Ja, en dat niemand dat idee voor werkelijk bestaanbaar kan houden, voegde de coach erbij. Ja, geeft zij nu ook toe, dat vind ik nu eigenlijk ook zo zot van ons genootschap, dat we ondanks dit uitgangspunt toch denken dat er iemand De Kloos is van het eerste decennium van de 21e eeuw.
Ze heeft het door, denkt de coach, maar hoort toch nog een aarzeling. Waarschijnlijk is voor ons het gegeven dat je God op de bodem van het bewustzijn vindt, op zich heilig. Echter, zoals u al zei in spirituele zin, zouden wij alleen kunnen herformuleren dat de God van Israël, die de christenen via zijn zoon hebben leren kennen, altijd en overal is. Het zou narcistisch of minstens megalomaan zijn als iemand meent God te zijn en een valse getuigenis zijn als hij meent dat iedereen God is, die zich als De Enige aan Abraham heeft geopenbaard en die voor het verbond de voorhuid offerde.
De coach kan haar daarin niet tegenspreken, maar wel haar laten struikelen door haar voor de voeten te werpen dat koning David in datzelfde verbond de filistijnen onvrijwillig van al hun voorhuiden had beroofd, als scalp. Zij is echter niet makkelijk omver te kegelen en begint een betoog over de initiatie-rite die in Afrika en Australië al eeuwen bestonden, en die in het nageslacht van Abraham op kleuters is toegepast. Ze waren echter van oorsprong bedoeld voor de overgangstijd, om de pubertijd af te sluiten. Ik denk, fluistert ze opeens, dat het vele snijden en prikken van de jeugd in hun lichaam, een natuurlijke behoefte onthult dat zij die initiatie missen.
Wat een prachtig denken van u, neemt de coach haar kijk op wat men nu als jeugdculturen duidt van haar over, dat de jeugd door ons geen pijn meer wordt gedaan op het moment dat ze juist opnieuw zouden moeten worden geboren. Waarom gebruiken we niet de overgang naar de vierde klas in het onderwijs als initiatie-periode, dat zou bijvoorbeeld rond de Pasen kunnen geconcentreerd worden en, gelet op de conditie van onze jeugd, niet langer dan 2 weken en 2 dagen mogen duren. In die tijd is de wond genezen en zullen ze zich veel verantwoordelijker gedragen dan nu vaak het geval is. Bovendien delen dan alle Nederlanders, wat met name de moslims nu nog als hun religieuze en hygiënische trots beschouwen, hetzelfde besneden orgaan.
Ze ziet er echter niet meteen het voordeel van in, maar wil eerst toch terug naar dat verbond. De coach merkt dat en is haar voor met: ok, zo stappen we niet over de culturele grenzen van elkaars religieuze werkelijkheden heen. We komen tenslotte niet verder met onze Godskennis dan toen Mozes voor de tweede keer de stenen tafelen moest halen. Hier heeft ze niet op gerekend. Verlost van haar herhalingen door zijn verwijzing naar en voor haar nog niet doordacht historisch feit in samenwerking met de geest die nu over haar komt, loopt hij monter naar de balie en plaagt de assistente dat de medicijnen al klaar staan. Daar is de zwijgzame onderdanige niet blij mee. Na een vrij lange stilte zegt ze dan toch: als meneer G
od het zegt dan zal het wel waar zijn.
Pardon? begint de coach opnieuw de strijd tegen Godsindenkers, maar staakt deze onmiddelijk als zij vliegensvlug de medicijnen in zijn handen stopt en vergeet de slaappillen te factureren, die de tollenaar onder de ministers, dokter Klink, heeft geschrapt uit de verzekering. Even blind als de artsen voor de schoonheid en bevrediging die de slaap guller geeft dan sex, spritualia of alle schrijfsels van de wereld. Peinzend over die ellendige artsenij die de slaap maar niet wil erkennen als een behoefte vooraf aan de biopsychologische piramide van sex, eten, zelfverzekerdheid, trots en zelfrealisatie en die noch de gezondheid ervan, noch de gelijkwaardigheid van alle mensen qua bezit, belang en behoefte aan een goede slaap in hun denken door laten dringen, loopt de schrijfcoach langs de verblufte vrouw.
Medisch is de slaap in de toestand van de aarde vooraf aan de schepping, schiet hem te binnen als hij een vaste klant van het HKPD tegen het vege lijf loopt bij de garage. De evenoude stadgenoot weet ervan mee te praten. Weet je, ze vinden alles vaag dat met de geest op zich te maken heeft. Ze hadden nooit dokters en specialisten moeten toestaan in de samenleving is zijn conclusie.
Samen wisselen we uit dat de psyche en het lichaam nooit door van oorsprong kappers en slagers echt als een verbond beschouwd kan worden. Het zijn immers vaklui, voor wie je hooguit een volautomatische dubbelganger bent. Het sprekende lichaam is verder voor hen een fles met gekleurd transparant glas waarop de wasem van de geest nu eenmaal ieder zicht op het innerlijk belemmert. Voordat de coach dit met de menselijke straatkat bespreekt, heeft deze al afscheid genomen met dat de maatregel miskent dat slaap heelt en het wakker zijn juist niet. Hij roept nog dat de functies van de slaap even vaag waargenomen worden door artsen als de functies van verslaving. Ze snappen de verkoudheid er niet van. De kilheid die de deprivatie geeft. Omdat ze verkoudheid op zich al niet kunnen uitleggen en behandelen.
Niet slapen, verslaving en verkoudheid hebben gemeen dat ze eigenlijk niet als ziekten serieus worden genomen, omdat de medici er liever niet met anderen over praten dat ze er niks vanaf weten en dat ze ook hun pillen niet goed erop weten af te stemmen.
De coach bevestigt dat met een betoog dat ze de rustpauze voor het herstellen van organen wel erkennen, maar dat gegeven niet weten door te trekken naar het wakker zijn, dat de organen uitput en beschadigt. De ongezonde wakkere staat van de mens hebben ze losgeknipt van de gezonde staat, ja zelfs de geneeskracht, van de slaap. Daarom alleen al zouden we ze voor de rechtbank moeten slepen. Wij slapelozen weten maar al te goed hoezeer we het missen om het malen, het te diep door denken te stoppen en de informatie juist in slaap het beste verwerkt kan worden. Het wakker zijn of slapen is To Be Or Not To Be. Je bent een held als je wakker bent en een looser als je slaapt.
Ja, Shakespeare weet het nog altijd beter dan de hele artsenij, apothekerij, ja al onze dealers samen. Met dit brede armgebaar loopt de echte hedendaagse stakker naar zijn huiskamer richting boulevard. De coach zinkt ermee naar de bodem van zijn gedachten. De vrouw is geheel hersteld van haar zoektocht naar de plaats en tijd van Mozes rol in de geschiedenis van De Enige God en spreekt spreukerig: Iedere zijnsleer is wishfull thinking als we de slaap niet kennen. Het ritueel dat eenmaal door en door gekend hebbend tot zoveel openbaringen heeft geleid. Mozes sliep op de berg. Ons oude brein begint daar de logica van te begrijpen. Kinderlogica misschien, maar dat is juist de kracht van monistisch denken en het zit ook niet voor niets in menige levensloop als begin- en eindstaat van de mens.
ze slaat op de bovenste koffer. dit holle kinderhoofd bevindt zich voortdurend in de leegte. daar zouden wij ook mee moeten beginnen. ze opent de beauty case en haalt er nu twee pionnen uit. de ene lijkt op michael jackson en de ander op pim fortuyn. in één zin verbindt ze beide polen met elkaar. michael’s bezorgdheid om zijn schoonheid is een eeuwige strijd om je jeugd te behouden of terug te vinden en pim’s obsessie voor marokkaantjes van de leeftijd waar michael zo graag naast sliep, is gegroeid tot een latente vorm van pedofilie onder een toenemende massa die die marokkaantjes een lesje wil leren om hun ware behoeften verdraaid in dat lesje aan ze bloot te kunnen stellen.
de coach is nu zelf verbluft en wordt bijna uiteengereten door het verlangen meer van haar voor hem totaal nieuwe kijk op de huidige ontwrichting in de politiek en de maatschappij te horen en de begeerte willem kloos te rehabiliteren, waar hij net de relevante verzen voor doorkrijgt. om tot een keuze te komen slaat hij als een ware bastamens op de kinderhoofdkoffer, waaruit hij slechts boem hoort, en roept de vrouw tot zijn orde. eerst wil ik u toch nog vertellen wat willem kloos schreef. hij pakt uit zijn colbert twee a4tjes. leest u nu zelf eens deze drie verzen, die uit zijn bundels gehaald zijn.
vers v
ik ben een god in het diepst van mijn gedachten
en zit in ’t binnenst van mijn ziel ten troon
over mij-zelf en ’t al, naar rijksgeboôn
van eigen strijd en zege, uit eigen krachten, _
en als een heir (leger, mva) van donker-wilde machten
joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
voor ’t heffen van mijn hand en heldre kroon:
ik ben een god in ’t diepst van mijn gedachten.
en tóch, zoo eind’loos smacht ik soms om rond
uw overdierbre leên den arm te slaan,
en, luid uitsnikkende, met al mijn gloed
en trots en kalme glorie te vergaan
op úwe lippen in een wilden vloed
van kussen, waar ‘k niet langer woorden vond.
vers vii (is destijds niet gepubliceerd)
ik wijd aan u dees verzen, zwaar geslagen
van passie, en verdoemenis, en trots
in doods-bleek marmer of dooraderd rots,
al naar mijn kunstnaars-wil en welbehagen
zijn zijn doorleefd: ‘k heb daarin neêrgedragen,
rijk-handig, al wat, in den loop des lots,
aan menschen-liefde of hooge liefde gods
dit dood-arm wezen heeft te voelen wagen.
ik, die mijn leven uit-te-zeggen zoek
heb al mijn lieve voelen, zoeken, tasten
en weten in dit somber boek gevat.
en, ‘k bied, met dit mijn eerste en laatste boek,
een laatste groet aan u, die met uw vasten
stap naast mijn àl te wankle schreden tradt.
vers viii
gij, die mij de eerste waart in ’t ver verleên
toen alles was één schoone somberheid
gij zult mij de allerlaatste zijn. ik wijd
dit stervend har t u, met mijn laatste beên.
want àl mijn dwalingen en àl mijn strijd,
en wàt ik heb geliefd en heb geleèn
het waren allen slechts zoveel treèn
tot waar gij eeuwig troont in heerlijkheid.
Éne, Éen moet zijn aan wie ik alles gaf
en leven kan ik niet, dan als ik kniel,
’t zij voor mij-zelf, een godheid of een droom:
de godheid stierf… ikzelf ben als haar graf
kom gij dan, nu ik val… ziel van mijn ziel,
die niets dan droom zijt.. ‘k roep u aan: o,koom!
nou, wat vindt u nu. wat kinderlijk mooi weet kloos toch zijn uiteindelijke hoofd te buigen voor die enige waar wij één mee kunnen worden, niet?!. zijn verzen zijn in de leegte van de nihilist tot een echo van de eerste regel ingekrompen en de boem geworden van de bastamens die niet over god wil praten.
(wordt vervolgd)
Wie is nu De Kloos? (1)
Geplaatst: 5 augustus 2009 in Kloos gezochtTags:de kloos, kofferrijtuig, paralogica
In de trein naar Vlissingen peinst de schrijfcoach over het brein van Willem Kloos. Diep in gedachten verzonken, waar hij schreef dat hij zelf daar zijn ware ik als een God aantrof, merkt hij eerst niets van een vrouw die zich met kofferrijtuig en al door de smalle entree van de coupé wurmt. Tot ze met haar rijtuig over zijn tenen gaat. Meteen is zijn aandacht voor de plaats en tijd van God in het brein van Kloos verdwenen en eist het kofferrijtuig zijn gehele bewustzijn op.
Hij ziet er een gemiste terugvinding in en vloekt in zichzelf op Lux en Flex, dat zij dit niet hebben weten te fiksen. Behalve dat de koffer een handige trappenloper heeft, is het overige zo modernistisch ouderwets geschapen dat hij er als het ware de hand van God in ziet.
een kofferrijtuig geworden kruier met een handreiking voor de moderne mens en een boot- of caravantrekhaak voor een trein kruiers er achter te kunnen koppelen. op zijn hoofd, die de vrouw draait om er een flyer uit te halen, leest hij in knipperende letters "kloos is dood wie is nu de kloos?". toeval, lot of een stalker?
ze duwt de flyer in zijn hand en meldt dat ze op een vkblog via haar i-pod toevallig iets over kloos gelezen had dat haar genootschap de kloosgangers nu al tien jaar probeert te weerleggen. een gezichtsloze marius van artaaa zou dat gaan doen. door uw handen voor uw gezicht en uw pruik heb ik u gespot, kletst ze dwars door zijn lezen heen. de flyer meldt na herhaling van haar lichtkrant in losse vragen en gedachten dat wat willem kloos schreef als tachtiger in de 19e eeuw, na de diepste gedachte ik denk, dus ik ben van descartes, betekent dat hij de messias was.
"is willem kloos aforisme wellicht verkeerd gedrukt en was de drukker aan het einde van de zijn ‘tegengekomen’ vergeten?
"of in het begin of ‘ik ben bij god"?
"heeft hij bedoelt te zeggen dat hij een ‘met’ god was?
"of is het een oppervlakkige gedachte geweest, en neemt kloos ons bij de neus"?
"de regel is in alle gevallen een gedachtegang naar god."
"wij lezen erin dat willem kloos ons de weg naar god op aarde biedt."
"hij openbaarde zijn geest als weg aan de mensen van zijn tijd en in zijn plaats naar god."
"zoals jezus dat deed als zoon van god die met hem een zou worden."
"in de diepte van de gedachtegang van willem kloos was jezus voor zijn tijd en plaats ook god."
"dus was willem kloos de messias."
ze tettert zelf van alles door zijn lezen heen, wat de hem deed vragen of zij gelet had op de woorden op de ruit s t i l t e. oh, dat hindert niet, wij zijn toch alleen, wilde ze verder gaan. voordat u de thora, bijbel, koran of andere heilige boeken erbij gaat halen, sputtert hij, wil ik toch eerst aan u kwijt dat ik hier juist wilde nadenken, over kloos, over de gedachte zelf, over de klooslezers en de regelzwaaiers.
de regelzwaaiers, herhaalt ze bijna toonloos. ja, niet uw regels hoor?, wil hij een lang betoog vermijden. de meeste zogenaamde klooslezers kennen het gedicht zelf niet, maar goed. het gaat mij om de lezing dat kloos zou zeggen "iedereen is in het diepst van zijn gedachten een god". ik kan dus een heel eind met u meegaan dat u en uw genootschap, dat niet zo zien. een messias, zegt de schrijfcoach in zijn zij drukkend, dat is bijna bizar. ik heb er geen woorden voor, maar daar is deze coupé ook niet voor ingericht. de vrouw mompelt nog, een gedicht zegt ie, geen aforisme, geen genootschap, geen…
de trein stopt precies op tijd. met een kreupele zij, excuseert hij zich voor het voorgaan en laat de vrouw achter met haar wanhopige pogingen de sympathieke kruierkoffer even snel de trein uit en het perron over te krijgen.
in de trein mompelde ze nog over haar teleurstelling dat het geen aforisme was, maar bij de apotheek staat ze hem al op te wachten. ze moet er toevallig zijn en heeft de taxi genomen. u bent de messias, plant ze haar armen in haar zij. god, mens, zegt de schrijfcoach weer de pijnlijke plek in zijn zij indrukkend, ik haal heel andere dingen in mijn hoofd dan de zoon van de oudste heelaller uit te hangen of terug te vinden, maar wilt u mij even excuseren voor mijn herhalingsrecepten?
ze stapt verbluft opzij, kijkt hem scheef aan en wil net zeggen dat zij hem heus wel doorheeft als de assistente van de apotheek voor uitsluitend allopathische accessoires, waaronder geneesmiddelen, zijn gele briefjes met een korte knik door de knieën en een lichte buiging van haar hoofd in ontvangst neemt, achterwaarts de zaal inloopt, waar ze het complete arsenaal middelen beheren om heel vlissingen van dienst te zijn als alle ziekten tegelijk uitbreken.
hij wil nog zeggen dat ze zijn medicijnen misschien al klaar heeft staan, want hij had ze vrijdag al besteld, maar de gehoorsafstand in een zaal vol klepperende laden met dansende pillen in plastic buisjes, is nauwelijks een meter. ze zal later uitleggen dat ze veel stageaires van de summerschool hebben die hogeschool zeeland organiseerde.
om haar boeten te betalen voor de spookstudenten uit de landen rond de as van het kwaad, weet de schrijfcoachen ook dat ze ze als ingeschreven en afgestudeerd hadden opgegeven, maar hij is nog niet van de vrouw af, die haar kans nu schoon ziet.
gelukkig staat er een bordje, wij kunnen ons voorstellen dat u privé uw vragen wilt stellen wij hebben daar een aparte cabine voor achter de apotheek. hij stoot de vrouw in de zij waar zijn pijn huist, waardoor ze als een matennaaiende voetballer ter aarde stort. hij krijgt haar pas overeind als hij met zijn vingertoppen een kruisteken over haar hoofd en borsten maakt. het ritueel wordt door haar uitgestrekte hand geheel zelfstandig afgewerkt. de schrijfcoach is geen spelbreker en laat haar haar goddelijke gang gaan zichzelf te zegenen.
eenmaal in de cabine is ze niet te stuiten. of de schrijfcoach dan soms god is en lux jezus. ze heeft de blog van zijn schrijver gelezen. of hij in cognito is, enz. enz. u
it haar woordenstroom maakt de schrijfcoach op dat zijn schrijver nog een ander blog bij trouw vult. ze heeft daar een verhaal over zijn pubertijd gelezen, waarin hij kinderrijken stichtte voor een nieuw geloof.
mevrouw, vraagt de schrijfcoach zo plechtig mogelijk, zou god medicijnen van onze apotheek nodig hebben? ze denkt na en geeft toe dat god bij ziekte of ongeval natuurlijk van voldoende zorg van zichzelf is voorzien. de schrijfcoach helpt haar wat verder de werkelijkheid in en vraagt door: is god spiritueel niet in alles en iedereen? waarom bent u daar niet tevreden mee?
ja, beaamt ze, maar toch, koos zei toch geen onzin?! laat ik u nog één keer uitleggen hoe een dichtregel werkt, zucht de schrijfcoach diep. op de nieuwe parkeergarage bij la fonteyne kunt u namelijk lezen dat god even haalbaar voor de mens is als de zee.
ze denkt diep na en citeert: haal ik de zee voor het eten haal ik de zee, uit een bundel van de dichter van dixhoorn. precies, ziet u nu wel als je god invult dat het onzin blijft, wil de schrijfcoach opstaan om zijn medicijnen af te halen. haal ik god voor mijn dood haal ik god?, dat is toch geen onzin, daar ben ik mee bezig!? roept ze verbaasd.
probeer eens met bidden, denkt hij van haar af te zijn, maar ze bitst meteen: bid ik god voor het eten bid ik god, dus dat weerlegt uw godzijn niet. nou moedigt hij opnieuw aan, probeer het bij het eten te houden en varieer daar eens op. dus de wel betekenisvolle zin: voor het eten naar de zee voor het eten. de schrijfcoach is bijna bij de balie als hij uit de cabine de vrouw woedend hoorde krijsen: voor het eten naar god voor het eten is godverdomme geen antwoord!!!
de assistente komt geschrokken kijken of er een junk de cabine misbruikt, want daar hadden ze de achterdeur voor in de garage. de schrijfcoach stelt haar gerust dat het door hem kwam en loopt terug naar de kwaaie tante, duwt haar bruusk de cabine in, op haar kruk, kijkt haar doordringend aan en buigt zich verde over haar heen. de zee noch god kan de mens binnenhalen. noch om uw band ermee te consumeren, noch als gehele massa zelf. wat kloos erover schreef, zou u eens goed tot u moeten laten doordringen, dan snapt u uw dwaze vraag.
ze buigt zich op dezelfde manier nu over hem heen en zegt dat het genootschap dat juist bedoelt. kloos is dood, dus die verschijningsvorm van god is niet meer normaal aanspreekbaar. lange tijd dachten we dat kloos aan de filosofenkwaal leed om een idee als de vader van de gedachte te zien. ik heb aanvaard dat god de vader is die onze gedachten bevrucht, maar toen ik uw blog las over het kinderrijk dat van god een eigen koninkrijk mocht zoeken met een eigen kind als zoon of als tweede medeopperwezen, mits ze in staat waren hun verlangen naar eenwording te sublimeren tot hun 16e jaar, meende ik daarin te lezen dat kloos heeft aangegeven dat u bestaat als we op de bodem van ons denken zijn beland.
de diepste gedachte is niet die van kloos zelf, vervolgt zij, anders, nogmaals, dat beaam ik van u, zou hij niet gestorven zijn. ziet u nu wel als u maar blijft door denken, juicht de schrijfcoach, denken altijd blijven denken, niet ophouden. ons oude brein is daar te lui voor, dus dwing het af bij uw geest en neem geen genoegen met paralogica. ik bedoel dat ons brein altijd iets logisch vindt al is het onzin. bijvoorbeeld: u koopt een tekenblok en een potlood voor samen 1 euro en 50 eurocent, voor het tekenblok betaalt u 1 euro meer dan voor het potlood. hoeveel kost dan het potlood volgens u. 50 eurocent, zegt de vrouw, dat reken ik nog met mijn hoofd uit. nee mevrouw, het is 25 cent.
(wordt vervolgd)