Archief voor de ‘Moderne mythen en magie’ Categorie


lichtnet

Om naar het leven na de winter over te gaan zijn zoveel verhalen bedacht, we zouden ons hoofd verliezen als we ons er echt in verdiepen. Nooit meer in staat zijn de goede keuzes te maken, terwijl dat juist nodig is om je hart te vinden voordat de winter je doodt. Maar gelukkig al vroeg beseften we dat die tijd niet naakt mocht blijven.

In aangrijpende beelden gehuld wisten we de koude duisternis te overleven, waarin we met de hele natuur voor korte duur ondergedompeld waren. Vrijwel elke beschaving heeft de noodzaak gevoeld een passende mythe en rituelen te bedenken die de zon, het vuur en het liefst het licht zelf in volle kracht op aarde doen terugkeren.

Daartoe zijn verschillende hemellichamen vereerd, is de zon een verloren zoon geworden, Saturnus als vuurgod tot zinnebeeld van de winterse dood gemaakt evenals Molech, Kronos, Nimrod en Vulcanus. Allen alleen vermurwbaar door kinderoffers, die zij als zonen verslinden zodra ze geboren zijn, want “door het goddelijke vuur zouden alle onreinheden voortgebracht door vorige generaties worden gereinigd.”

Het zuiverend vuur gaf het goddelijk licht door dat nu nog wereldwijd geweven wordt in de schaduw van de jaarlijkse dood van de winter. Het heeft voor eeuwig het goud gesmolten van de draden tussen de door menselijke offers bebloede ijsbloemen voor het net dat de lichtekooien verbindt, in wier schoten het meel als maagdelijk witte sneeuw het licht reflecterend dat voor de nieuwe dag geboren wordt.


Mantelinge 2

Nooit meer oorlog
De oneindige schreeuw van Käthe Kollwitz
Honderd jaar geleden weer sneuvelde haar zoon Peter
Je proeft nog zijn as in het houtskool van haar tekening

Geen zier heeft het geholpen
Haar vele gedenktekens ten spijt
In steen, in brons, in ijzer en in koperen platen
Nog dagelijks sterven ze, zelfs kindsoldaten

De boom is het herdenken beu
Als oersymbool van het leven onder
Een halve krans van zijn meiboomneven
Heeft hij er tieten van gekregen

Hij protesteert in deze natuurlijke staat
Tegen de schijnheiligheid dat men er toch mee doorgaat


vadergeloof_ingelijst

Tegen het einde van het bezoekuur keek ik nog even achterom. Zag dat de slangen waren weggehaald, het bed verschoond , zijn kleren opgevouwen in zijn tas, de fruitschaal onaangeroerd opgeborgen was. Voor mijn ogen had hij nog mijn namen vlekkeloos opgeschreven. Alsof zijn pen vergeten was dat hij geen enkele macht meer had. De enige toezichthouder was ik zelf.

Woesteling, stond er niet doorgekrast, Duivelskind, Godslasteraar, Leugenaar, Dief, Driftkop, Vadermoordenaar. Sloeg voor mijn ogen tergend langzaam zelf de bladzij om, waarop hij gisteren nog schreef dat ik zijn Hoop. Liefde, Vertrouwen, Geluk en Vreugde was. Het is allemaal waar, nu ik het hardop voorlees in mijn dromen en me gelukkig prijs een mens van vlees en bloed te zijn. Wat wil hij meer dan dat ik toegeef wat zo mooi het menselijk tekort wordt genoemd en dat die notie in alle domeinen vaste voet aan de grond heeft gekregen?  Waar hoor je dat steeds meer als diepste gedachte beleden worden, waar in feite geen enkel systeem tegen bestand is?

Zelfs als de dood door mijn hand gestuurd je niet het ongeluk had gebracht, had jij je allang geschikt in je lot, omdat het al getrokken was. De mens is geboren als een slecht wezen, zo keek jij tegen het leven aan en ik kon dat slechts beamen. Het gaf je het gemak om niets te vrezen, want zelfs je doodslag zat in dat koersplan. Mijn god, wat hou ik van zo’n man, die de enige ander zonder naam nog vrezen kan; terwijl hij weet van zijn natuur en hoe het planmatig in elkaar stak. Die waarheid kon hij ook niet echt verdragen, gezien de vele slagen die hij nodig had.

Tegen vierkant vlees, waarin de mond dwars is uitgevreten, de keel opengereten, is niets bestand.  Zelfs geen geweten dat trillend in mijn hand om vergeving had gesmeekt en nu geen raad weet met zijn te hard gekookte kant. Terwijl ik door het venster naar zijn overblijfselen staar, hoor ik van de zoveelste zwendelaar die zijn zakken heeft volgepropt; wetend dat niemand hem iets kan maken. Ook al zou een toezichthouder zijn kluizen kraken, dan nog deert hem dat niet. Genoeg plaatsen waar hij door kan gaan met zijn oplichtersloopbaan.

Natuurlijk heb ik de pest erin, dat ik die rijkdom niet bezit noch het perspectief en niet bestand ben tegen de druk om braaf mijn best te blijven doen. Terwijl de overheid het tekort uit mijn zakken klopt, blijf ik maar hopen op de dag dat die ander bukken mag en al zijn geld voor mij uittelt. Of op een sluitend systeem, waarin niemand kan profiteren omdat opeens iedereen  integer is. Zonder een moraal van buitenaf ingefluisterd of door een kleinkind op de schoot, die inkeer afdwingt. Voor mijn part met die bloedrode traan uit een hemelwaterkraan langzaam druppelend op zijn hoofd, totdat hij zo week is dat hij schrikt van zijn zelfbeeld.

Dat voor iedereen de waarheid zulk gul water moge zijn, daar kan ik eigenlijk best mee leven. Als dat water plots in geld verandert, dan wil ik dat zelfs zonder tegenspraak geloven. De homp gilt het uit van de pret, weer een schepsel die zich onderdanig uit een maatschappelijk pervers leven redt.

Vlissingen, 4 februari 2013, De dag waarop mijn pillen averechts op mijn zenuwen beginnen te werken.

 


TOPSHOTS-BANGLADESH-MAY DAY-LABOUR

In mijn geboortejaar vonden opmerkelijke gebeurtenissen plaats. Het arbeiderszangkoor Morgenrood in Amsterdam kreeg ruzie. Opeens kon men elkaar niet meer luchten of zien. Nederland erkende met veel gezucht dat hun eerste kolonie onafhankelijk was. PvdA-voorzitter Koos Vorrink raakte zwaar gewond bij een vliegtuigongeluk boven Denemarken. Adam Brooks werd geboren, die in de film Invasion of the Bodysnatchers excelleerde. Begon men voor het eerst met ontwikkelingshulp. Viel een nog steeds Onbekende Ster net naast de kerk van mijn vader. Kreeg mijn moeder een hersenbloeding van de bevalling van een baby die tien pond, twee ons en dertig gram woog.

Dit nu her-denkend braken de vliezen voor mijn levensloop op het moment dat de wereld rood kleurde. Verbeeld ik me dat ik de vlaggen hoorde wapperen in Indonesië , het zangkoor krijsend ruzie maken in Amsterdam, Koos gillend neerstorten boven Denemarken, Brooks huilend debuut maken in Amerika, het eerste ontwikkelingsgeld rammelen in Den Haag, de kraamvrouw bidden om uitleg over de vallende ster naast de kerk in Papendrecht en mijn moeder smeken om verlossing van mijn wel erg vette vleeswording in een Pastorie aan de dijk langs de Merwede.

Om dit allemaal te vieren alsof ik geboren ben met een heuse wereldgeest, heb ik mijn  eerste levenslied opgedragen aan wat in Amsterdam gebeurde. Toen men over de hele wereld de lakens scheurde.

Tongbrekende scheiding der kameraden

Waar het verstand niet bij kan,
Is zo ver weg geschoven dat
Het de moeite niet waard is
Het naar zich toe te halen.

Gevoelloos ligt het op de zaal en
Wacht doodstil tot de duisternis
Wegtrekt alsof het licht zelf op pad
Is naar hem toe, daar houdt ’t nou zo van

Van Morgenrood, een arbeiderszangkoor
Het socialisme beoefenend voor ’t kunstgevoel
Van het volk, de propaganda voor de partij zijn oor
En zich de tong breekt over zij-bozen-zonder-zang-smoel.

Als dat in zijn geboortejaar leidt tot een klassenstrijd tussen Centrum en Noord
Dan breekt het graag zijn hoofd over zo’n gering nijd waar men elkaar om vermoordt.

Rotterdam, 1 februari 2013


Gespot in de lingerie van Moeder Aarde

een spreekkamer van de bottenkraker

uit de late Steentijd

toen men van hout, leem, kiezels en beenderen

de eerste behandeltafel in elkaar stak

waarop men de behaarde huid epileerde

van de homo sapiens, de eerste mensachtige

met een ogenschijnlijk rechte rug

 

 

Uit: Nieuwe Bronnen Voor Een Oud Verbond


Onder het Dwingelderveld is een nog onontdekt startsein gevonden van pre-germaanse oorsprong. Dit is vastgesteld door studio Artaaa. Een bedrijf dat zelf geheel onbekend is met archeologisch grondonderzoek, maar zich bekwaamt in het restaureren van verhalen uit een ver verleden. De vondst is gedaan toen een auteur, in tijdelijke dienst van dit bedrijf in oprichting, op een weg fietsend door het bos stuitte op een hoge aarden wal. Hij stapte af en kluunde over deze vreemde dijk tot plots zijn linkervoet door de bovengrondlaag zakte, waardoor een gat van 50 centimeter diep ontstond. Bij het omhooghalen van zijn voet trok hij een wortel mee, die hij beproefde op de lengte en de sterkte van dit natuurlijk stukje gedenkteken van een door Grontmij gerooide eikenboom.

De wortel had een lengte van 55 meter toen deze afbrak. Met een flinterdunne rolperiscoop en een fel licht uit een oud verhaal dat hij opgroef in de Bijbel kon hij een beeld tevoorschijn toveren waarop hij het startsein herkende van de stammen-zonder-naam, die ooit deze grond verlaten hebben voordat de Germaanse barbaren het verwoestten, voor hun diaspora over het Noordelijk halfrond. Hij denkt zelf dat het een reisaltaar is, dat deze nomaden achterop hun rug droegen. Een dergelijk altaar is nog nooit opgegraven, maar uit zijn waarneming kan men opmaken dat het in de stijl van de eerste tabernakel is gebouwd, waar ooit de tekeningen van zijn gevonden in het archief van een kunstsmokkelaar.

Het bestaat uit 3 ongelijke delen, waarvan het middelste een tafel lijkt en de buitenste krukken voor de priesters dienen die als navigatoren destijds verkeersoffers opaten voor de God-van-het-Vervoer. Die god is af-gebeeld met een tafelbel in de vorm van een kalfstierkop. Dezelfde waarmee men oorlog voerde, door elkaar er om de beurt de hersens mee in te slaan om een botsing te vergelden. De auteur is er zeker van dat het geheel nog wordt gebruikt, want hij ontwaart in de arcering van de grondlagen duidelijk gezichten van geesten die hij identificeert als De Honger, De Geeuw, De Dood, De Kijker en De Onnozelheid.

Deze geesten vormen volgens de auteur het allervroegste bewustzijn van de mens dat de aarde niet alleen eten kan voortbrengen, maar ook zelf graag haar maag vult, daarna zich rekt voor een winterslaap, die voor de vijand op de dood lijkt en de kijker (het nageslacht vertegenwoordigend) voorziet van de onnozelheid van de pasgeborene. Grontmij, de dienst landelijk gebied voor ontwikkeling en beheer, heeft de man gearresteerd om te voorkomen dat hun net gemaakte kaart hiermee naar de prullenbak verhuist; op last van de regering, die er een bedreiging in ziet voor de joods-christelijke signatuur van heel Nederland, dat men ons aan het teruggeven is.

(wordt vervolgd als de auteur ontsnapt is)


blau

In het blauw begint de knol iets meer van zijn glans te krijgen, dat het trekpaard in de loop van de geschiedenis is verloren. Op zoek naar mogelijk verloren mythen en de magie van het ringrijden kom ik in een geschiedenis terecht die bij de Germanen begonnen zou zijn, maar een echt bewijs hiervoor ontbreekt. Wel is bekend dat het in de Middeleeuwen de adel aan een jonkvrouw kon helpen. Nu wordt het als wedstrijdfeest op de derde pinksterdag op Walcheren nog beoefend door de boeren en buitenlui uit de dorpen rond Vlissingen en verre omstreken.
 
Zeeuwse jongens, meisjes, mannen en vrouwen gaan in klederdracht te paard in volle draf over de baan. Met een houten lans voorzien van stompe ijzeren punt en kleurige draadjes wol dienen ze de ring uit z’n kokertje te steken dat boven de baan is gehangen. De paarden zijn ongezadeld en de winnaar wordt over de baan rondgereden met een zijden lint. Zo zou het er ook in de Middeleeuwen aan toe zijn gegaan. De strijd ging toen om een prijs die een jonkvrouw ter beschikking stelde.
 
“Een ring van de jonkvrouw wordt opgehangen. De ridders moeten deze ring vervolgens zien te steken. De eerste die dit driemaal lukt wordt door zijn mededingers naar de jonkvrouw geleid. Daar moet hij knielen en neemt hij de prijs in ontvangst, waarna een omhelzing en een kus volgen.”
 
In een gedicht uit 1413 van Jacob van Oostvoorne ‘optenrechten vastelavond’ wordt een tournooi beschreven tussen de boeren van Hoedekenskerke op het toen nog niet verdronken land van Reimerswaal. Of het om een ringsteekwedstrijd gaat is er helaas niet uit op te maken. Bijna drie eeuwen later vinden we wel een ‘ernstige’ klacht van de Middelburgse kerkenraad, die bij de classis is ingediend ‘dat voorleden Pinkster op verscheidene dorpen op Walcheren van de boersche jeugd en andere, dien het minst betaamt, den ring gestoken is, en bij gevolge van dien vele wulpsch- en ongerijmdheden van danserijen, drinkerijen, enz. gepleegd worden.
 
red 
 
in het rood schaamt de knol zich plaatsvervangend voor deze uitspattingen en hervindt het plaatje weer wat meer van de spanningen die het ringrijden opriep. in 1703 zet de classis goes alle ringrijders met een gereformeerde achtergrond buitenspel. echter vijf kerken weigeren het bevel van de classis uit te voeren. de classis moet bijdraaien en het ringrijden blijft doorgaan. in 1950 wordt de zeeuwse ringrijders vereniging (zrv) opgericht door piet brasser. en daarmee hebben we meteen een mythe te pakken. “in 1914 rijdt hij al als twaalfjarige zijn eerste wedstrijd op de veerse kermis. elke keer wanneer hij de ring weet te steken wordt hij gejonast. ook moet hij meedrinken uit de rondgaande ‘sukerkomme'”.
 
nu is ringrijden een stijfselbaan geworden voor niet alleen de boerenknechten uit de kerkdorpen en de vestingstadjes. al vroeg beginnen veel meiden met paardrijden bij een manege of als paardoppasser bij het ringrijden. in het hjar dat ze twaalf worden, mogen ze meedoen. steeds meer vrouwen doen mee. deze vrouwenemancipatie is de redding voor de teruglopende aantallen deelnemers aan het ringrijden. “veel jonge dames, die paardrijden als hobby, beginnen zich namelijk voor het ringrijden te interesseren en gaan meedoen. daarom zijn er nu ook veel (lichtere) rijpaarden bij het ringrijden te vinden.”
 
tegenwoordig huurt men zelfs een paard voor één dag. in bijna alle walcherse dorpen is het ringrijden een volkssport met veel deelnemers. vaak worden zelfs meerdere wedstrijden per jaar gehouden. het ringrijden bloeit als nooit tevoren. de trekpaarden zouden volgens de laatste myhe hun ruiters zelf uitkiezen uit een brochure van de zrv.

paardente


ringrijden

Een paard tekenen is moeilijker dan ik dacht. Zijn zwabberende benen blijven ongrijpbaar voor het ogenblik waarop ze een gelijkmatige tred lijken te hebben.
 
Steeds weer steekt zijn rechterbeen voor het linker. Een kniesoor die daarop let, hoop ik maar. Waarschijnlijk dat het dier nauwelijks meer model staat voor een studie van het lichaam, het landschap of de streek door het succes van de fotografie.
 
Getekend naar een foto van internet mist het beeld de zweem van zijn mythische rol in de geschiedenis van de Germaanse wouden tot de Zeeuwse landbouwgronden.
 
Is het niet meer dan een knol die oefent voor het ringrijden, waar het succes afhangt van de magie tussen ruiter en paard, dat in hun collectieve onbewuste opgeslagen is.


amylife

MM&M 2 Amy Winehouse; Head, Shoulders, Knees and Dress
 
 

Hoe houdt ze het vol

Haar eigentijdse leven is een ster
wiens val zorgt voor een fulltime baan.
Een vrouw die niet ophoudt op te staan
als iedereen denkt het is zover.

Steeds als ze weer is uitgegleden
wordt ze uit de goot opgeraapt
door haar manager bijeengeschraapt
en losgelaten na ieder optreden.

Ze zingt niet over een eigen huis
een plek onder de zon zoals iedereen.
Zij fabuleert ook geen lijden aan een kruis,
zij is voor een levende mythe al veelste ver heen.
 
 
(Uit: De moderne mens kotst op de mensheid, Artaaa, 2010)

De redactie van Modern Leven heeft aan Amy Winehouse een themanummer gewijd. De vrouw die niet zou willen deugen als tieneridool laat zich inspireren door de meidengroepen uit de jaren 50 en 60. De tijd waarin alles opeens nieuw werd door een dikke streep te trekken en het verleden achter zich te laten. Het zout van de oorlogsjaren werd weggespoeld met het zoet van de Moderne Tijd. Bovenop de ruines is nu een kleverige laag aangebracht, die je het gevoel geeft op en in de wolken te lopen.

Met een suikerspinkapsel a la The Ronettes als kroon op de overcompensatie om de oorlog te vergeten, geeft ze in 2008 voor de bijna 90-jarige Nelson Mandela acte de présence en zingt als afsluiter Free Nelson Mandela. Uit voorzorg dat ze niet meer kan optreden wordt op 23 juli 2008 in het Londense Madame Tussauds een wassenbeeld van Winehouse onthuld op de nieuwe muziekafdeling. Zij is vaak te dronken om te zingen en strompelt door haar bizarre postpopleven. Op een video uit 2008, stiekem opgenomen door haar echtgenoot, zien we de zangeres een racistische versie zingen van het kinderliedje “Head, Shoulders, Knees and Toes”. Samen met haar vriendin Sarah verandert ze de tekst voor de lol in “Blacks, Pakis, Gooks and Nips.”

De Werdegang in eigen huis en tuin van de beste Jazz- en Soulzangeres ooit verkoopt een oude bekende van het echtpaar aan News of the World. Tijdens het zingen maakt Winehouse spleetogen en draait de camera over een tafel met aanstekers en een folietje waar heroine op verwarmd is. Haar echtgenoot zweert haar dat hij dood zal neervallen als hij alles filmt. Tegenover de pers ontkent de zangeres racistisch te zijn. Haar vader liegt vervolgens dat ze aan longemfyseem lijdt. Artsen vrezen een hersenbeschadiging als gevolg van eern overdosis cannabis.

Op 28 november 2008 wil haar man, Blake Fielder-Civil, van Winehouse scheiden. Met een lange celstraf boven zijn hoofd zoekt hij haar nog even op in het ziekenhuis voor ‘afscheidsseks’. De vader van Amy heeft ondertussen zijn eigen realityprogramma op de Britse tv. “Amy Winehouse was nog wel zo blij met haar nieuwe setje borsten, maar ze zal nu wel anders piepen.” Zij is niet verkouden, beaamt haar vader, terwijl hij naar zijn borstkas wees: ‘Dat had niets met een verkoudheid te maken, ze had ergens een lek in haar borsten zitten.’

De redactie sombert over Moderniteit als het speeltje van vooruitgangsprofeten, die het visioen hebben dat de mens altijd naar verandering dient te streven, naar vernieuwing en groei. Dat eigentijdse leven heeft zich nu gestort op de mens met vuile handen, mond en gebit.

De moderne mens verdraagt geen ouderwetsheid om zich heen, ziet de ander als een ding dat zijn lucht inademt en kan zingen als je het rechtop zet. Het wringt zich in alle bochten die de muziek aan tradities in ons gehoor heeft geploegd. Laat beschavingen op elkaar botsen in een gedrogeerde realiteit van kindse stoutheid.

Arme Amy, als geen ander kan zij Jazz en Soul diep in haar strot tot leven wekken. Maar over de mythe gaat ze niet en haar magie is krachteloos, zodra de camera haar als een spin in haar web filmt; haar laatste restjes waardigheid uit haar lijf zuigend.

Op tv levenswijst Karin Bloemen dat het meervoud van lef leven is. Een hertaling van It’s my life lijkt ze uit te stralen. Leef, een modern gebod. Get a life, eveneens. Het publiek vindt dat allemaal prachtig en leeft op van levensliedjes. Modern leven vraagt zich af hoe we uit de 19e eeuw kunnen stappen als de kritische massa een moord doet voor een eigen huisje, boompje en beestje. Haar tranen laat trekken door eigentijdse verhalenmakers van zieke nomaden, die in de duurste villawijken hun puberleven proberen te verlengen tot de klok niet meer tikt.

(Rijkelijk geput uit Wikipedia en andere publieke informatie)


smetvrees
 
 
na het verhaal van de rivier is haar karavaan opnieuw gespot. zij houdt nu haar gehoor gekluisterd in de kantines van haar vastgoedbeschermers met moderne mythen en de magie van de massacommunicatie, die alles opblaast om een zo groot mogelijk effect te sorteren. vandaag maken we er poëzie van om het te kunnen verteren die…
 
 
moderne mythen & magie 1
 
de profetes voorzag een groot tekort
als straks onopgemerkt het huishouden
wordt gedaan door vrouwen die hun schort
over hun hoofd dragen, al dan niet verkouden.
 
zij sprak schande van de ‘burkini’s’ in zwembaden,
“nu moeten onze mannen hun gezicht daar ook al raden.”
haar geweten knaagt als ze dit schrikbeeld ziet,
u heeft de sleutel voor dit stuk verdriet.
 
geen burka toestaan in uw huis en altijd aan die schoenen.
met geen enkel lot dan van de staat mogen wij ons verzoenen.
mannen en vrouwen zijn in onze cultuur gelijk.
daarom geen burka in ons vrouwenrijk.
 
 
 
(uit: de moderne mens kotst op de mensheid, artaaa, 2010)