
Hij had net de kijkdoos af voor de presentatie van de stand van zaken in zijn werk bij een kunstverzamelaar in Leiden, thuis, toen hij plots hoorde: ben je nou weer aan het bloggen! Woedend had hij de stem toegevoegd dat dit echt de limit was. Zo konden ze niet doorgaan. Het was wat hem betreft afgelopen. Ik ben klaar met je, schreeuwde hij, voor mij hoeft het niet langer meer. De ander liet hem uitvaren en wachtte op de kade af tot zijn woordenstroom stopte en hij terug zou dobberen naar het vaste land van de redelijkheid.
De gestoorde eenling herhaalde echter zijn woede dat het toch niet meer leefbaar was voor iemand als er telkens gezeurd werd over wat hij het liefste deed. De hele dag met schrijven, tekenen en beeldjes aankleden bezig zijn. Terwijl hij het omwille van de goede vrede al beperkte tot de ochtenduren en daarna gewoon aan de slag ging met het burgerlijke leventje van huisje schoonmaken, boompje bijknippen en hondje uitlaten. We lijken goddomme wel een stel heteroos, besloot hij zijn tirade.
Na een stilte vroeg de ander wat daar mis mee was. Alles, schreeuwde hij, ik heb heel mijn leven geweigerd me aan te passen aan een cultuur waarin de schone schijn van een fris huis, een knappe tuin en een zuivere rashond de hoogste waarden zijn. Waar de zeden van het grondig schoonmaken, economisch boodschappen doen, voedzaam eten maken, alles netjes afwassen en afdrogen, gezellig tv-kijken en op tijd naar bed gaan je dag om zeep helpen.
Oh, reageert de ander kalmerend, wat is daar zo anders aan dan jouw leven? Dat je meer tijd aan gezellig bloggen, knutselen en beeldjes inpakken besteedt dan aan je huis en omgeving, waardoor het schoonmaken erbij inschiet, het boodschappen doen straks misschien ook en bijna alle kamers nog niet verbouwd zijn? En nu houdt voor mijnheer de kunstenaar annex schrijver annex filosoof, zijn relatie op, want zijn goddelijke vrijheid om achter de computer te hangen is van een hogere orde dan een bewoonbaar huis en een tevreden vriend.

Knutselen? Kijk dan! Is dat knutselen? Het is kunst, man. Zo’n kijkdoos, waarin Amy Winehouse wisselend met Prince en met Cocker duetten zingt. Waar Prince op de achterkant duetten met Anouk en Joplin aangaat. Waar Amy op de zijkant van het doosje binnenin met Prince zingt, terwijl ze met de anderen belt. Als ik nog meer tijd had zou ik de muziek erin op chips zetten, die starten als je hun hoofden in de kijkgaten voor je neus houdt.
Ja hoor, dus toch. Je gaat helemaal op in je kunstenaarsbestaan. Had dan gezegd dat ik niet met een homo maar met een hobo samen zou gaan wonen, die mij en ons huis gewoon in de steek kan laten, omdat de kunst boven alles gaat en de rest kan stikken!
Zo bedoel ik het niet.
Hoe bedoel je het dan wel?
Ik bedoel dat je op moet houden met mijn werk af te doen als iets dat minder van belang is dan een kuis huis enz. Zo ben ik niet.
Wie of wat ben je dan, schatje. Een kunst-homo?

Ja, gaan we opeens lollig doen? Ik ben een homo ludens en niet zo’n fucking art-flikker en zeker geen homeboy met een doekje en een afwasborsteltje, die de hele dag alleen met een keurig huisje enz. bezig is.
Wat is daar mis mee als het huis eindelijk eens opgeknapt wordt en we iedere dag in een fris huis lekker eten, babbelen, rusten en samen film kijken of bezoek ontvangen? Dat kun je toch ook allemaal spelenderwijs voor elkaar boksen. Ik leef liever in zo’n kijkdoos, dan voor zo eentje als jij daar gemaakt hebt.
Weet je, het bloggen enzo is echt inspirerend. Van een proper huishouden kan ik geen literatuur en kunst maken.
Oh, hoezo niet? Je kan prachtige invallen krijgen als je stofzuigt, de verbouwing afmaakt of met de ander leuke dingen doet!

Bah, daar komt alleen burgerlijke kunst en literatuur uit voort. Ik ga daar niet voor!
Nou dan moeten we toch maar eens goed praten met elkaar, want ik heb niks aan een vriend die alles opoffert voor zijn schrijverschap en kunstenaarsschap.
Ach, je komt niks tekort hoor en wat ik maak is veel duurzamer en levensverdiepender dan een schoon huis, een rijk gevulde tafel en het vermaak onderling.
Voor jouw leven misschien, maar ik merk het tegendeel. Het leven vervlakt tussen ons. Het huis is langzamerhand ontoonbaar geworden. Je hebt geen oog meer voor het sociale. Je staart je blind op het hogere culturele. Zo is het met jou niet uit te houden voor mij.
Maar jij vindt het toch ook goed wat ik maak?
Gaat wel, alleen vind ik het niet goed dat je dat boven het alledaagse leventje stelt en dat we vrijwel alleen bekvechtend met elkaar spreken. Ik woon hier ook en ik houd van gezelligheid.

Maar jij hebt toch jouw dingetjes?
Ja, maar tijd zat om met jou te delen.
Ach, hou op, dat vind ik zo klef.
Oh, nou dan kan ik beter gaan inpakken.
Volgens mij overdrijf je nu.
Rotterdam-Feijenoord, juli 2011