Post Tagged ‘assimilatie’


Vannacht kopje onder gegaan

in mijzelf als denker over de ander

die we zijn voor elkaar, dat ik nooit verander

en blijf wie ik ben, zonder ooit eens dood te gaan

Ik schrok van mijn oneindige woordenstroom

waarin ik me door het leven beweeg

het werd een kletsnatte droom

over water dat mij vastreeg

in een quilt van al mijn uitspraken

die als een boemerang me confronteerden

met het gebrek om alles als vissen te willen kaken

die sterven in een samenleving waarin ze mij negeerden

Daar heb je hem weer hoorde ik plots mijn eigen stem zeggen

ik schrok wakker en schreeuwde: ik zal me voortaan bij alles neerleggen

Rotterdam-Feijenoord, 27 juli 2011


Hij had net de kijkdoos af voor de presentatie van de stand van zaken in zijn werk bij een kunstverzamelaar in Leiden, thuis, toen hij plots hoorde: ben je nou weer aan het bloggen! Woedend had hij de stem toegevoegd dat dit echt de limit was. Zo konden ze niet doorgaan. Het was wat hem betreft afgelopen. Ik ben klaar met je, schreeuwde hij, voor mij hoeft het niet langer meer. De ander liet hem uitvaren en wachtte op de kade af tot zijn woordenstroom stopte en hij terug zou dobberen naar het vaste land van de redelijkheid.

De gestoorde eenling herhaalde echter zijn woede dat het toch niet meer leefbaar was voor iemand als er telkens gezeurd werd over wat hij het liefste deed. De hele dag met schrijven, tekenen en beeldjes aankleden bezig zijn. Terwijl hij het omwille van de goede vrede al beperkte tot de ochtenduren en daarna gewoon aan de slag ging met het burgerlijke leventje van huisje schoonmaken, boompje bijknippen en hondje uitlaten. We lijken goddomme wel een stel heteroos, besloot hij zijn tirade.

Na een stilte vroeg de ander wat daar mis mee was. Alles, schreeuwde hij, ik heb heel mijn leven geweigerd me aan te passen aan een cultuur waarin de schone schijn van een fris huis, een knappe tuin en een zuivere rashond de hoogste waarden zijn. Waar de zeden van het grondig schoonmaken, economisch boodschappen doen, voedzaam eten maken, alles netjes afwassen en afdrogen, gezellig tv-kijken en op tijd naar bed gaan je dag om zeep helpen.

Oh, reageert de ander kalmerend, wat is daar zo anders aan dan jouw leven? Dat je meer tijd aan gezellig bloggen, knutselen en beeldjes inpakken besteedt dan aan je huis en omgeving, waardoor het schoonmaken erbij inschiet, het boodschappen doen straks misschien ook en bijna alle kamers nog niet verbouwd zijn? En nu houdt voor mijnheer de kunstenaar annex schrijver annex filosoof, zijn relatie op, want zijn goddelijke vrijheid om achter de computer te hangen is van een hogere orde dan een bewoonbaar huis en een tevreden vriend.

Knutselen? Kijk dan! Is dat knutselen? Het is kunst, man. Zo’n kijkdoos, waarin Amy Winehouse wisselend met Prince en met Cocker duetten zingt. Waar Prince op de achterkant duetten met Anouk en Joplin aangaat. Waar Amy op de zijkant van het doosje binnenin met Prince zingt, terwijl ze met de anderen belt. Als ik nog meer tijd had zou ik de muziek erin op chips zetten, die starten als je hun hoofden in de kijkgaten voor je neus houdt.

Ja hoor, dus toch. Je gaat helemaal op in je kunstenaarsbestaan. Had dan gezegd dat ik niet met een homo maar met een hobo samen zou gaan wonen, die mij en ons huis gewoon in de steek kan laten, omdat de kunst boven alles gaat en de rest kan stikken!

Zo bedoel ik het niet.

Hoe bedoel je het dan wel?

Ik bedoel dat je op moet houden met mijn werk af te doen als iets dat minder van belang is dan een kuis huis enz. Zo ben ik niet.

Wie of wat ben je dan, schatje. Een kunst-homo?

Ja, gaan we opeens lollig doen? Ik ben een homo ludens en niet zo’n fucking art-flikker en zeker geen homeboy met een doekje en een afwasborsteltje, die de hele dag alleen met een keurig huisje enz. bezig is.

Wat is daar mis mee als het huis eindelijk eens opgeknapt wordt en we iedere dag in een fris huis lekker eten, babbelen, rusten en samen film kijken of bezoek ontvangen? Dat kun je toch ook allemaal spelenderwijs voor elkaar boksen. Ik leef liever in zo’n kijkdoos, dan voor zo eentje als jij daar gemaakt hebt.

Weet je, het bloggen enzo is echt inspirerend. Van een proper huishouden kan ik geen literatuur en kunst maken.

Oh, hoezo niet? Je kan prachtige invallen krijgen als je stofzuigt, de verbouwing afmaakt of met de ander leuke dingen doet!

Bah, daar komt alleen burgerlijke kunst en literatuur uit voort. Ik ga daar niet voor!

Nou dan moeten we toch maar eens goed praten met elkaar, want ik heb niks aan een vriend die alles opoffert voor zijn schrijverschap en kunstenaarsschap.

Ach, je komt niks tekort hoor en wat ik maak is veel duurzamer en levensverdiepender dan een schoon huis, een rijk gevulde tafel en het vermaak onderling.

Voor jouw leven misschien, maar ik merk het tegendeel. Het leven vervlakt tussen ons. Het huis is langzamerhand ontoonbaar geworden. Je hebt geen oog meer voor het sociale. Je staart je blind op het hogere culturele. Zo is het met jou niet uit te houden voor mij.

Maar jij vindt het toch ook goed wat ik maak?

Gaat wel, alleen vind ik het niet goed dat je dat boven het alledaagse leventje stelt en dat we vrijwel alleen bekvechtend met elkaar spreken. Ik woon hier ook en ik houd van gezelligheid.

Maar jij hebt toch jouw dingetjes?

Ja, maar tijd zat om met jou te delen.

Ach, hou op, dat vind ik zo klef.

Oh, nou dan kan ik beter gaan inpakken.

Volgens mij overdrijf je nu.

Rotterdam-Feijenoord, juli 2011


 

 

Het laatste oordeel

van het varken is bekend

voor wie hem gelooft

 

(In het script staat dat voor een complete catalogus van de hele geschiedenis Het Boek Na Alle Boeken door zijn poten wordt gedrukt in de nieuwe klei, met als werktitel: Rethinking Animal Farm. Waarin, als de klei is opgedroogd, op tafelen in gespleten hoefstrepen uit de doeken wordt gedaan dat het verhaal van de mensen uit is. Zijn Nawoord wordt door futurologen voorzien als het einde van het lezen om veranderd te worden en daarmee van het schrijven om verandering teweeg te brengen.)

 

Ons verhaal is uit

de mensheid verandert nooit

van zijn gedachten

 

(Het script spreekt voorts van een analfabetisering die, volgens moderne profeten, zal zorgen voor de emancipatie van alle on- en laaggeletterden en hen bevrijden van de repressie van de intelligentie, waarmee schrijvers en lezers in deze eindtijd tegen beter weten in op veranderingen aandringen.)

 

De openbaring

van de Hornbachman is de

tijdgeest van nu

 

(Het script meldt verder dat de echo van de Hornbachman met zijn selfmade-tattoo vastzit in de lucht en als hallucinatie daar permanent de volgende haiku uitzendt.)

 

het schrift kost ons de

drift, ergo, wie schrijft verwijft,

zijn tattoo verkwijnt

 

(het script eindigt met de mededeling dat het varken even de neiging krijgt om zijn tafelen naar de lucht te gooien. Maar dat zou het verhaal van de mensen weleens opnieuw doen starten. Wijs laat hij ze in de modder vallen en surft erop naar zijn kot.)

 

NAWOORD

Hedendaagse filosofen menen dat de hogere cultuur door een existentieel tekort van de mens ontstaat. In het midden latend of dat een tekort aan aandacht is voor ieder individu, groep of bevolkingsdeel of aan wederkerige liefde in de gehele samenleving van een vaderloze maatschappij. Negerend of dat tekort evengoed kan leiden tot verloedering, verschraling en verruwing van de gehele cultuur. Of dat het leidt tot cultuurloosheid, barbaarsheid en de rechtmatige eigenaardigheid van de grootste bek.

We zouden ons volgens hun profetie in de eindtijd van geloof, hoop en liefde bevinden, die gekenmerkt wordt door de voorkeur voor verbaal geweld verpakt in een absoluut recht op vrije meningsuiting. Met schelden heb je pas echt wat te melden, zou op basis van deze profetie de lijfspreuk worden die Hornbachmannen en -vrouwen op t-shirts, borst, buik en voorhoofd afdrukken, piercen of boren.

Wat daar van waar is, zijn we dagelijks getuige van. De media springen gretig in de bres die de ongelovige, hopeloze en liefdeloze massa als haar existentiele tekort uit met opgeblazen woede op alles wat allochtoon is . Vervuilen de ether met gekraai over een joods-christelijke traditie waarin de westerse beschaving gezien moet worden, die geen andere beschaving in haar buurten meer kan verdragen.

Politici tonen het grootste existentiële tekort: diepe spijt over het eigen beleid en een tomeloze woede over de feitelijke multiculturaliteit onder de bevolking. Ze verraden een schaamteloze onoprechtheid over hun feitelijk gebrek aan kennis van de materie en aan competentie om hierin conform de grondwet te opereren.

Ze gaan de massa voor in onwetendheid over de ander, hun woorden zijn in toenemende mate getuigen van een bodemloze domheid en een animal-farm-achtig denken. Het varken heeft dat door als geen ander.

in het script staat namelijk nog:

`Lezen is voor de dommen`, filosofeert hij op zijn lange tocht over het spreekwater dat uit blauwe buizen, kroegen en abrio’s stroomt, `want men leest om iets te weten wat men nog niet wist. Wie het weet mag het zonder dat blad voor de mond gewoon zeggen. Wie het zegt hoeft dus niet meer te schrijven. Wie wel en wie niet kan lezen horen het beiden toch. Wie zegt wat hij denkt, hoeft ook niet meer te denken. Voor wie denkt wat hij niet zegt, heeft het schrift helemaal geen waarde.`

Papieren domheid is volgens het varken de bananenschil van machthebbers die menen dat men meer gelijk is als men de taal van het volk spreekt, dat zelf maar wat watertrappelt in een oceaan aan onbelezenheid en onwelsprekendheid.

ps

Dit is voorlopig mijn laatste blog

Ik moet komende week me weer eens binnenste buiten keren voor de ogen van de ‘westerse medici’ die op zoek zijn naar celletjes, die mijn eindtijd kunnen inluiden. Ik hoop dat het schoon is van binnen, maar dat weet je nooit. Ik geloof er wel in en dat ik de week erna weer gewoon kan bloggen.

Groet ,

Marius van Artaaa


multifoot

Het averechts effect van assimilatie en van multiculturalisme
 
Als de overheid geen standpunt inneemt over het culturalisme, dan wordt de roep om assimilatie (volledige aanpassing) steeds luider. De minister (Nawijn) die beweerde dat ze “hun eigen cultuur en etnische identiteit moeten verliezen en zich moeten aanpassen aan de Nederlandse kernwaarden” is nog door geen regering gecorrigeerd. Zijn doel dat nieuwkomers zich “qua onderwijs, wonen en werken Nederlander voelen” is in het minderhedenbeleid geworden. Terwijl de WRR twee jaar eerder schreef dat “een streven naar assimilatie, in de zin van het volledig opgaan in de Nederlandse cultuur, niet wenselijk en ook niet nodig is”.

De roep om aanpassing èn het multiculturele ideaal van ‘integratie met behoud van eigen cultuur’ berusten beiden op een essentialistische en daardoor statische cultuuropvatting. Beiden hebben dezelfde gedachten al verschillen ze in de conclusies. Óf je behoudt je eigen cultuur en dan blijf je op afstand van de Nederlandse cultuur. Óf je neemt de Nederlandse of westerse opvattingen en gedragspatronen over, maar dan vervreemd je van de eigen cultuur.

In de realiteit zullen beide effecten weinig voorkomen en eerder het tegendeel. Het behoud van eigenheid is in Nederland vaak een pluspunt. Het vervreemden van de eigen cultuur is een gedeelde ervaring van emigranten èn immigranten bij terugkeer in eigen land. Zij merken pas hoe sterk culturen veranderen.

In de praktijk komt het zelden voor dat migranten zich helemaal niet aanpassen aan hun nieuwe omstandigheden en hun gewoonten en overtuigingen onverkort handhaven. Er vindt altijd aanpassing plaats. De roep om aanpassing is daarom overbodig en kan ook leiden tot een tegengestelde reactie. Dat men juist dan doet wat de ander verbiedt. De roep om acceptatie kan leiden tot onverschilligheid voor conflicten en spanningen binnen en tussen groepen. Omdat men aanpassing impliciet verbiedt en zo de cultuur tegen verandering van buitenaf beschermt.

Men mag ook niet verwachten dat migranten zich volledig aanpassen, alsof ze als een ‘onbeschreven blad’ naar Nederland zijn gekomen. Nieuwkomers nemen altijd bepaalde zaken over en wijzen andere zaken af. Er treedt altijd culturele vermenging op en er ontstaan uiteindelijk altijd veranderlijke, meerduidige, hybride cultuurvormen.

Door de polarisatie van assimilatie versus acceptatie is het onduidelijk wat er tegenwoordig onder integratie wordt verstaan. Dit averechtse effect van beide roepers om een culturalistisch standpunt verlamt het hedendaagse debat, omdat integratie geïdentificeerd wordt met aanpassing zondermeer.

De assimilisten willen dat migranten door verwerping van de eigen cultuur en etnische identiteit zich Nederlander voelen. De multiculturalisten willen dat de autochtone bevolking zich aanpast aan de situatie van zoveel mensen, zoveel cultuurverschillen door deze te accepteren en de ruimte te geven.

Beiden geven niet aan waar de dialoog over gevoerd moet worden om wrijvingen op te lossen die er wederzijds bestaan. Men kan niet tot dezelfde agenda komen als men aan elkaars cultuur wil sleutelen, wel als men de problemen concreet benoemd die participatie aan dezelfde maatschappij belemmeren.


onderwijsgat

Het integratietaboe en de onderwijsachterstand

Integratie was tot het begin van de jaren tachtig uit den boze. Het zou de gewenste terugkeer belemmeren. De overheid ondersteunde slechts die activiteiten die de onderlinge verbondenheid van migranten moesten bevorderen en voor de kinderen onderwijs in eigen taal, zodat ze terug konden en zouden gaan. De terugkeermythe frustreerde iedere poging om te emanciperen en gelijkwaardig maatschappelijk te participeren van migranten.

In 1983 verscheen de eerste minderhedennota, na meer dan 30 jaar migratie als we het nulpunt leggen bij het begin van de jaren vijftig. Toen de repatriering uit Indonesië op gang kwam en de komst van de eerste arbeidsmigranten uit Spanje, Grikenland en Italië, die conform de verzuiling in eigen verenigingen werden opgevangen.

Nederland was op weg een multiculturele samenleving klonk het opeens enthousiast in de beleidsnota’s en ook in de pers. De diverse bevolkingsgroepen zouden samen moeten leven conform het nieuwe beleidsdoel ‘integratie met behoud van eigen cultuur’ door ‘wederzijdse aanpassingen’. Niemand vroeg om assimilatie! Behalve extreemrechtse groeperingen buiten het parlement.

Alleen wetenschappelijk onderzoekers wezen toen al op het achterhaalde cultuurbegrip dat uit die nota en dat beleid sprak. De mythe van een statische cultuur was geboren en is onaangetast het referentiekader gebleven van het allochtonenbeleid. Dat culturen de uitdrukking van ontwikkeling en verandering zijn omdat alles van de tijd afhangt, is zelfs nu nog niet geheel doorgedrongen in alle zogenaamde debatten over integratie. Men denkt zelfs over de Nederlandse cultuur louter essentialistisch, waardoor het een vaste stof lijkt , waarin alles en iedereen qua tegenspraak of verschil opgelost wordt in één identiteit of totaliteit: de Nederlander met zijn hogere beschaving en zijn meer seculaire leefwijze dan die van menig buitenlander, die religie even netjes scheidt van politiek als het afval en democratisch is in al zijn handelen.

Zowel de allochtonen als de autochtonen hadden en hebben grote moeite om zich een ander cultuurbegrip eigen te maken dan dat van "je bagage dat je over de hele wereld meesleept". Beiden voelden zich meer thuis in de Nederlandse verzuilingstraditie, dan in de culturele rebellie van de jaren zestig, als we uitgaan van hun notie van wat een cultuur is, hoe zij hun situatie beleven en het hoofd proberen te bieden. Pas in de jaren negentig kwam er een omslag door de economische crisis en het proces van industriële herstructurering. Toen werden veel migranten getroffen in hun arbeidersbestaan en kwam achterstandsbestrijding. Het integratiebeleid werd gericht op primair de verbetering van de onderwijs- en arbeidsmarktpositie van allochtonen, maar zonder daar voldoende instrumenten, middelen en know how voor beschikbaar te stellen en te hebben.

We zien wel een opvallende verharding in de houding jegens (integratie van) allochtonen. Behoud van eigen cultuur door wederzijdse aanpassing en groepsgewijze emancipatie verdween als doel. De nadruk werd gelegd op de plichten van migranten. De verplichte inburgering van nieuwkomers is sneller ingevoerd dan dat het als onderwijs doordacht kon worden. Zodat een effectief aanbod nog altijd ontbreekt, alsmede de middelen om te voorzien in lange trajecten voor mensen die langzaam leren of anderszins ‘empowerment’ behoeven.

Het gevolg van decennialang volharden in de terugkeermythe en het integratietaboe is een achterstand in onderwijsaanbod en een ontoereikende notie van wat nodig is om de onderwijs- en arbeidsmarktpositie daadwerkelijk en met sprongen te verbeteren. Het overheidsbeleid heeft een groot zwart gat in haar vlag, zodat zij haar idealen straks moet strijken.