Kauwgom
Van een zelf gekozen levenseinde
Moet ze helemaal niets hebben
Ze gaat voor het absolute
Tot de bodem van het zijn
Het liefst drinkt ze de kruik leeg
Tussen mensen zonder doodsangst
Die het bestaan als kauwgom in de mond nemen
Verwante zielen verenigd in een clubje
Dat als vanzelf steeds verder uitdunt
Een dorsvloer vol plaksels achterlatend
Stille dood
Leven kun je niet voltooien
Denkt ze al een tijdje
Het boeit je of niet
Maar als lijk gevonden worden
Languit in de vestibule
Het idee alleen al maakt haar doodsbang
Van alle angsten lijkt haar deze het meest gerechtvaardigd
Aan de andere kant haalt met zo’n stille dood
Haar onopgemerkt leven wel de krant
Vergeten takjes
Ze leest de gevlochten levenslijnen
In de palmen van haar handen
Alsof het spinnewebben zijn en
Wijsheden erin stranden
Pluk-de-dag, Gedenk-te-sterven
Na Adem-in-en-langer-uit
Neemt ze eindelijk het besluit
De poeder zou anders toch bederven
Aan de vergeten takjes van een inbreker tegen de voordeur
Bloeide de bloesem volop in een smetteloos witte kleur