Zie de jubilaris, mijn zus, geportretteerd met de skyline van haar Bolsward als horizon. Aan de gouden ketting bungelt een tangetje, waarin een eivormige parel geklemd zit.
Boze tongen beweren dat het de teelbal van de heilige Apisstier is. In een vorig leven, fluisteren ze, heeft zij als anonieme priesteres de verschijningsvorm van de godheid Path heimelijk gecastreerd. Sindsdien zouden haar voorspoed en levenskracht ten deel vallen zonder last te hebben van verlangen naar mannen die paren om kinderen te verwekken.
Blijde tongen jubelen echter dat het Gods pincet is om zieltjes uit de keel van de duivel te verwijderen. Zodoende kunnen ze ongekwetst en na droging door het oog van de naald de hemel in worden getrokken.
In werkelijkheid had onze vader, een goed boerende handelaar in geloofsartikelen, het sierraad uit het koperen sluitwerk van een oude statenbijbel gewurmd. Verguld bood hij het tevergeefs aan een inlands liefje aan, die hij op zijn christenreizen door de koloniën had geschaakt. In het voorjaar van 1935 had zij het kleinood nog in een feestelijke processie rond de ingezaaide akkers van onze jarige opa geleid. Het gevolg was echter dat zij veranderde in een weerbaar en onkwetsbaar schepsel.
De volgende dag beliefde zij geen minnaar meer die haar vruchtbaarheid op het oog had. Het tangetje mocht hij houden. Enkele jaren later verstopte hij het verzilverd als kandijtangetje tussen de theelepeltjes en gebaksvorkjes in een even ‘fijn zilveren’ doosje. Hij gaf het propvolle hebbedingetje aan onze moeder kado om haar voor de neus van zijn broer weg te kapen.
Na haar dood kwam het doosje in handen van mijn zus. Zij had het in commissie zo laag laten taxeren dat niemand anders er belangstelling voor had. Of mijn zus wist dat je door magische rituelen met de hanger over goddelijke machten kon beschikken, weet ik niet. Wel is het opvallend dat het landschap rond Bolsward vele malen groener is dan de kleur van haar partij. Het CDA, dat haar het burgemeesterschap -niet zonder kinnesinne- in de schoot wierp.
Het zou me niks verbazen als haar godsbeeld een hagelwitte os is, maar dat zal ik nooit weten. Het is not done in wat nog rest van onze familie om elkaars nieren te proeven over het eigen geloof. Als nazaten van twee generaties handelaren in onversneden Calvinisme hebben we het liever over andere wijn dan de huiswijn waarmee we opgroeiden.
Zeventig jaar is een vol en compleet leven volgens bijbelse symboliek. Ik ben benieuwd of zij het kleinood zal doorgeven aan een neef of nicht. Of dat zij het zelf houdt en haar graf inneemt. Niemand weet immers of zoiets van pas komt in het hiernamaals. Een eeuwig leven lijkt me zonder extra levenskracht en voorspoed geen geringe opgave. Voor vruchtbaarheid hoeft ze niet bang te zijn. De tijd en plaats daarvoor is gebonden aan het aardse bestaan. Eenmaal in de hemel kan ze haar eigen goddelijke gang gaan.
Wanhoop
Geplaatst: 3 maart 2019 in Commentaren, Lopende zakenTags:beeldende kunst, eenzaamheid, Munch, poëzie
Nieuwe eenzaamheid
De schilder geeft haar schreeuw weer
Geen beltegoed meer!