Post Tagged ‘ego’
Schone ballen hang je onder je blouse
Geplaatst: 16 januari 2014 in PortrettenTags:ego, fetisj, kunst, Mart Smeets, religie, schone ballen, vers van de pers
Kunst uit afgunst
Geplaatst: 1 oktober 2013 in SpotblogTags:acrobatiek, afgunst, ballen, beeldende kunst, bondage, bovenlegger, cultuur, dans, ego, handstand, lijf, moment, onderlijf, ongelijke brug, schoonheid, stilstand, vechtdansers, vers van de pers, wreven
*
Afgunst
*
Hij houdt drie gouden ballen
hoog in de lucht met de zijkant
van de wreven over de bovenlegger
komend uit een kaarsrechte handstand
*
heeft hij de benen tot het puntje
van de tenen horizontaal uitgerekt
het onderlijf over het hoofd gebogen
de armen en handen geheel en al gestrekt
*
op de koorden van de gebondeerde
vechtdansers, die hij de flitsende
schoonheid van het snelle moment
in een ogenschijnlijke stilstand leerde
*
met beeldende kunst neem ik hen de maat
uit afgunst ontstaat slechts een fraaie plaat
*
*
*
Rotterdam, maandag 30 september 2013, de dag waarop ik de nieuwe kleren van de keizer in mijn werk ontdek
De ongejurkte bruid
Geplaatst: 2 april 2013 in GedichtenTags:bruid, cultuur, dans, de verloren zoon, dierenleed, ego, ex, genade, identiteit, jezelf, kunst, leegte, leven, liefde, lijf, mythe, natuur, poëzie, religie, vers van de pers
Leef je uit
–
Als je ’t echt meent
Terugkeert in mijn leven
Weet dan dat ik niet meer ben
Wie ‘k toen voor eeuwig voor je was
–
Toen jij zo nodig
Op zoek moest naar jezelf
Heb ik de leegte zijn zin gegeven
Groeide over ons een weilandvol gras
–
Mocht je naar die tijd verlangen
Ik heb je niet verloren als een zoon
Ik ben ook geen vader die kan vergeven
Met jou verdween voor mij voorgoed de troon
–
Maar wees gerust, mijn vriend, en leef je uit
Ik speel nu voor iedereen de ongejurkte bruid
–
–
–
Vlissingen, 2 april 2013
Woedend wakker worden
Geplaatst: 25 januari 2013 in GedichtenTags:de kleinste oorlog, dierenleed, ego, hypomanie, identiteit, kunst, lijf, poëzie, vers van de pers
(Ode twee, aan wat mij niet deert)
Een hypomane windhoos
De waan van de dag
Heeft zich genesteld
In het hoofd, ontsteld
Wordt wat zo rustig lag
Te slapen op een oor
Wakker van de eigen
Stem in een gillend koor
Verstoort het brandend neigen
Voor een keer door te slapen
In het zwarte gat te verdwijnen
Tot maandagochtend de zon zal schijnen
Mij gastvrij uitnodigend vol overgave te gapen.
Een windhoos ontsnapt de geschrokken mond
Mij woedend opzuigend tot de top van de wervelende ochtendstond.
Vlissingen, 25 januari 2013, het jaar waarin de hoop op genezing voorgoed zal vervliegen
Bjorn komt langs en slaat de druiven tot moes
Geplaatst: 30 juli 2011 in HomoismeTags:Bjorn, cultuur, ego, hoop, leven, lijf, natuur, vers van de pers
‘Bjorn is langsgekomen. Hij heeft de druiven in de schaal tot moes geslagen en verwarmt het tot een heerlijke bisschopswijn voor ons ‘, probeer ik het vastgelopen gesprek met mijzelf weer op gang te brengen. ‘Ja hoor, verander maar van onderwerp als het te heet wordt onder je voeten’, spot het blauwe mij, ‘ik heb niks met dat lopend vuurtje onder de bloggers van OBA. Ik wil het over ons hebben. Hoe wij nog verder kunnen. Vrienden zijn we allang niet meer, maar we zouden toch minstens elkaar kunnen zien als huisgenoten.’
‘Dat zei Bjorn ook. Hij heeft het zelfs opgeschreven. Kijk hier staat het’. Het rode ik wijst naar de hersenwand waar hij met druivensap heeft genoteerd dat je met jezelf vriendschap moet sluiten voor het leven.
‘Waarom haal je altijd iemand van buiten in ons hoofd als je er niet meer uitkomt met mij’, protesteert mijn blauwe zelf, ‘ik kan zonder die kwezel heus zelf wel bedenken dat we geen leven hebben als we niet meer door één deur kunnen met elkaar. Daar heb ik geen maatschappelijk cliché voor nodig. Trouwens Björn draagt toch een Umlaut, dus is het nog een buitenlander ook. Alsof we daar wat mee opschieten. Wat weet zo iemand nou van het innerlijk van een binnenlander.’
De sap in de schaal pruttelt van mijn woede over de abjecte mentaliteit van mijzelf. Hoe kan ik de ander uitsluiten als welkome gast. In wat voor barbaarse staat is mijn bewustzijn terecht gekomen dat ik geen enkele gastvrijheid meer kan opbrengen. ‘Ik ben je nu echt zat’, begin ik opnieuw het bekgevecht met mijn innerlijke persoonlijkheid, ‘je overtreedt de belangrijkste wet, die men dient te respecteren om tot de mensheid te behoren. Zonder gastvrijheid is er geen samenleving mogelijk. Sterven we van de kou van het egocentrisme. Als je alles wat het leven kan geven voor jezelf houdt, dan vereenzaam je en knijp je de bloedsomloop af die zorgt voor de warmte en energie van Het Systeem waar al het leven van afhankelijk is.’
‘Mijn god, begin je nou ook nog te preken over De Wet, Het Systeem en Het Leven? Pas maar op dat je spraakwater ons straks niet verzuipt in een zondvloed van wat er allemaal niet deugt aan de mens die alleen voor zichzelf op de wereld denkt te zijn. Denk je echt dat Het Universum een sikkepit anders zal ontwikkelen als wij zelfzuchtig en eenkennig zijn? Het Systeem dat zwelt en krimpt kan best stofjes verdragen die louter op zichzelf gericht zijn, omdat ze samen niet in staat zijn zich met elkaar te verzoenen.’ neemt het blauwe mij radikaal stelling tegen de oeroude gedachte van een buitenwereld waar alle binnenwerelden zich voor moeten inzetten om in harmonie samen te kunnen leven.
De druivenmoes is uitgeprutteld, maar het rode en het blauwe ik zitten nog muurvast in hun stellingnames tegenover elkaar. Zolang geen van beiden naar elkaar toe beweegt, zal ook de sap van de druiven zuur voor hen zijn. Terwijl ze er met een eenvoudige buiging van de hoofden samen van zouden kunnen genieten en zo Bjorn eer aan doen voor wat hij voor hen wilde betekenen. De innerlijke dialoog stokt. De relatie met mijzelf dreigt destructief te worden, als de communicatie steeds vaker discontinu wordt. De waanzin ligt al op de loer. Toch hoop ik nog op verzoening, voordat ik mijzelf echt geweld ga aandoen, en doe mijn best daar een ook voor mij aansprekende voorstelling van te maken.
(wordt vervolgd)
Choreografie van de natuur, passen 14-16
Geplaatst: 30 juni 2011 in ChoreografieTags:cultuur, droom, ego, hoop, identiteit, kunst, leven, liefde, lijf, mythe, natuur, poëzie, religie, vers van de pers, ziel
na adhesie en
rekking van de flardenmens
ontstaat bevolking
(twee dansers maken een compleet mens door samenleving in een bevolkte huid, die ontwaakt met een uitrekking in een oneindig lange boombast; de wortels vastzettend in de grond en de takken priemend in de hemel; tussen hemel en aarde adem halend)
het eerste mensbeeld
is een ongespleten reus
met kind als kuitschot
(de nieuwe stam danst als een Siamese tweeling die het hoofd bijeen trachten te houden, waarvan het lichaam in twee sexen uiteen dreigt te vallen; de scheiding van de sexen wordt in een dans verbeeld, waar de dubbele linker kuit door uitschiet)
het kind wendt zich half
van de splijtende stam af
ziet wat zij niet zien
(na de open lucht baring van de eerstgeborene onder luid gejuich van de bladeren van de ouderlijke stam vervelt de binnenste twee flardenmens; uit het rechter en het linker buitenvel ontpopt de mannelijke danser zich, die zich meteen uit de voeten maakt als het kind zich van hem afbuigt naar de aarde en met dansende ogen, die alleen zichtbaar zijn voor wie daar in zijn eentje rondzwemt, zich vermaakt over de wondere buitenwereld die zijn mond doet opengaan)
Rotterdam, Blijdorp, 28 juni 2011
Ego in het wild
Geplaatst: 14 januari 2011 in GedichtenTags:ego, hoofd, onbeschroomd, overleven, psychologie, realiteit, soortgenoot, wild
Van alle katten
is het ego het sterkst ont-
wikkeld om het hoofd
te bieden aan de
realiteit om erin
te overleven
als mijn soortgenoot
laat zien hoe hij worstelt met
de zijne denk ik
weleens was ik maar
onbevreesd voor de ander
zoals hij laat zien
waar hij voor staat en
onbeschroomd toont wie hij echt
is, ongeremd wild.
Uit: Mens, dier en leed
De mens is na Rudy’s bicycle kick er beter aan toe
Geplaatst: 7 april 2010 in Commentaren, VoetbalplaatjesTags:beest, bicyclekick, dons, ego, internaat, kousbroek, memoriam, ramp, vakantieoord, van basten
Bedankt Rudy, dat je langs bent geweest,
ons aansprak over wat ons scheelde,
de waarheid nooit voor ons verheelde;
dat we vaak niet meer zijn dan een beest.
Waardeloze stukken vlees schetste je ons.
Jij die opgroeide in duistere kampen
zag het internaat als een ergere ramp en
je eigen verblijf als een vakantieoord.
Je liet zien dat een ego niet wordt vermoord,
omdat de mens alleen zijn goedheid kan verliezen.
De tand des tijds geflost tot de laatste kiezen
knaagt aan de kudden zonder dons.
Waar Rudy Kousbroek omziend naar zijn kampverleden onder de Jappen een achterwaartse salto maakte om door de verdediging van het slachtofferschap heen te scoren, zie ik een parallel met de bicycle-kick van Marco van Basten. Hij speelde de bal zo verrassend fraai en effectief, presteerde het voor onmogelijk gehoudene als het meest logische, dat het nu nog de besten onder de voetballers inspireert om zich ermee onderscheiden van de rest, die nog altijd denkt dat dat niet waar kan zijn (voor hen).
die achterwaarts genomen volley is met de verschijning van ronaldinho nog verder vervolmaakt in een libretto van dolmakende schijnbewegingen, poorten en tenslotte zelf de bal opwippen voor de bicycle-kick. dat verplicht me om hem in mijn laatste voetbalblog te eren samen met dennis bergkamp, ook zo’n hoogvlieger, en jan van beveren als onneembaar sluitstuk in de dubbele betekenis van de knapste nederlandse voetballer aller tijden en de beste keeper van oranje. in dat blog wil ik ook nog eusebio en coen moulijn kwijt, in wiens schaduw een dribbelaar als christiano ronaldo en een traptechnicus als david beckham staan.
De valkuil van de identiteit (2)
Geplaatst: 1 november 2009 in IdentiteitsvalkuilenTags:communisme, cultuur, ego, es, freud, genesis, maatschappij, natuur, organisatie, superego
De ontwikkeling van een eigen identiteit is niet beperkt tot het individu. ook groepen en gemeenschappen zijn er mee behept. iedere ordening van een door mensen bezette omgeving gaat gepaard met de definiëring van een herkenbare entiteit. een markering van een grootheid met een eigen aard, een eigen natuur, waardoor men in zichzelf als een discrete en afzonderlijke eenheid kan geloven.
Uit dezelfde rots waar we nog één zijn met de natuur houwen we een beeld van onszelf als individu en als deel van een groter geheel. we geven er organisaties een gezicht mee, gezinnen, scholen, bedrijven, samenlevingen enz. de corporal identity spreken we de organisatiekunde na, die ons een oneindig russisch poppetje voorschotelt dat uiterlijk en innerlijk een kopie is van de vormen die ons zijn ingeprent. een effect van het verguisde communisme gniffelen we als brainwatchers, dat ongemerkt in ons collectief gedrag geslopen is.
De wording van een discreet en afzonderlijk beeld van zichzelf is als raadsel door freud in elkaar gestoken. zijn analyse dat de mens psychologisch een apparaat is dat uit drie lagen of niveaus bestaat, wordt in de organisatiekunde weerspiegeld in de drie lagen of niveaus die zorgen voor een gewenste wijze van doelstellend, doelmatig en doelgericht opereren: de strategische top, het tactische management en de producerende werkvloer.
Zoals de persoonlijke identiteit verankerd kan worden in afkomst, geslacht, nationaliteit, beroep, sociale groep, leefstijl, educatieve resultaten of vaardigheden, of een combinatie van deze kenmerken, kunnen organisaties worden verankerd in een combinatie van geografische plaats, nationaliteit, strategie, core business, technologie, kennis, organisatie ontwerp, exploitatiefilosofie of governance structuur. waarbij die kenmerken steeds meer lijken samen te vallen in een persona van de organisatie van het individu.
Om die verankering draait het sinds freud ons in stukken sneed. hij deconstrueerde de psyche als een driedimensionele organisatievorm om zich zo vloeiend, sterk en duurzaam mogelijk in de realiteit te handhaven. een drieeenheid die doet denken aan de heilige samenleving van de vader, de geest en de zoon of aan de natuur, de maatschappij en de cultuur.
Het Es of Id zou de natuurlijke staat van de mens zijn. Een chaotische staat, zoals ook in Genesis van de mensheid wordt gezegd, waarin we als wilden louter uit zouden zijn op onmiddelijke lustbevrediging, op puur genot. De toestand waarin het verlangen regeert. Het Ik of het Ego zou daarentegen de maatschappelijke staat van de mens zijn, die zich tegen zijn natuur kan keren. Een geordende en gedisciplineerde staat bij voorkeur, waar de ervaring de mens gevormd heeft tot een zich aan de realiteit aanpassend organisme. De toestand waarin het verstand domineert.
Het Boven-ik of het Superego zou de spirituele staat van de mens zijn. Een ideale staat, waarin de mens het van zijn kennis aan en van de wereld moet hebben, van het goed en het kwaad, van wat onze natuur en onze onderlinge relaties overstijgt. De genesis van de mens, die Freud meent door te hebben, lijkt als twee druppels water op die van het scheppingsverhaal, waarin de schrift hem verlost van zijn primitieve drang louter naar bevrediging van zijn lusten te streven.