Post Tagged ‘greonterp’


werther bbbb

In het voorjaar van 1970 ging Sirius op bezoek bij zijn oudste broer, die dominee was geworden in Oudega en zijn vrouw die er de luit leerde spelen. Op zijn heenreis besloot hij in Utrecht te overnachten.Hij boekte een kamer in het Hotel Terminus, waar hij op zoek ging naar het adres van f.  Hij had deze student wiskunde op de algemene vergadering van de FSWH gezien en hem herkend van een foto in Hitweek; een leslokaal vol kussenvechtende naakte leerlingen. Hij was bloedgeil op hem en moest hem aan de haak slaan, maar wist niet waar hij woonde. In de kaartenbak van Kargadoor, waar hij bestuurslid van was, trof hij na inbraak zijn adres. Hij schreef p., b. en g. (een bijzonder knap uitziende student medicijnen die helaas alleen op p. viel) elk een brief uit Oudega op het papier van het hotel.

P. schreef hem terug "lieve (m.), je drie brieven uit oudega hebben verschillende reaksies losgeslagen. ik heb er slechts 2 gelezen, lieve g. ook. (hij is erg lief geweest toen jij weg was en ik ziek werd). b. was kwaad op je dat je met f. geneukt had. in mijn brief stond dat je bij hem had geslapen. wanneer sliep je in terminus? jouw reis naar oudega is voor mij één raadseltocht. je brief kwam aan als een bericht van een verre vreemdeling die verwarring wil zaaien." Sirius had ook nog geschreven dat hij naar Greonterp was gefietst, de volksschrijver G. in zijn tuin had gezien en over zijn getuite lippen toen hij naar hem glimlachte. Hij liet in het midden hoe het afliep. Maar dat b. kwaad was geweest dat deed hem goed.

Die jaloezie stak ook op toen Sirius met meisjes rotzooide en toen hij vertelde op een andere f. verliefd te zijn. Deze beschreef b. later als de huisdictator Adolf in Links!. F. was een blonde Jezus, die zo op je in kon praten dat je ging zwijmelen van zijn niet te stuiten mond. B. was ook zwaar onder de indruk van de meer filosofisch onderlegde en letterkundig breder georiënteerde orator dan hij zelf was. Sirius voelt nu nog de warme dij van f. als ze ’s avonds moe van hun maatschappelijke betrokkenheid thuiskwamen en ontspanden met een blowtje op bed onder genot van The Band die in volle sterkte door de kamer schalde. Later zou b. nog een verhouding met k., de vriendin van f. krijgen en met leedvermaak aanhoren dat Sirius een blauwtje bij de f. van Adolf had gelopen. Toen was de vriendschap al verbroken.

In een zeer vertrouwelijke brief aan Sirius in 1974 nodigde b. hem uit om over die breuk te praten. Hij had uit gierigheid de groep verlaten, die ze met p. (grafisch kunstenaar en pedagoog, jeugdvriend van f.), l. (een voor huiselijk geweld gevluchte naaldkunstenares uit Amsterdam) haar kinderen m. en d., en de f. van Adolf hadden gevormd. Ze hadden samen een huis in de Koningstraat in Leiden Noord gekocht en betrokken om zich toe te leggen op kunst, wetenschap en literatuur. F. was ook degene die hun enige vrijpartij verstoorde, toen ze in het huis van p., de kunstenaar, voor het eerst met elkaar in bed lagen.

sitterbrief
op kladjes van wat sirius terug wilde schrijven leest hij nu "natuurlijk wil ik graag met je praten, maar dan met hart en ziel en niet langer in gezwollen klaagzangen van een oude werther die maar niet klaarkomt met zijn zelfbeklag." hij had hem voorgehouden dat hij zich in de steek gelaten voelde door hem. "de verklaring die je zoekt, begint voor mij bij je vertrek, boud!" sirus herinnerde hem op zijn kladjes aan zijn lafheid om de confrontatie uit de weg te gaan toen ze het oneens waren over zijn eis om een flink potje geld exclusief voor zijn reizen te behouden, die hij voor zijn genezing nodig zou hebben. "het is toch te banaal voor woorden, boud, dat je toen je kamer sloot, waar onze eettafel stond, en het verrekte om nog met ons te praten?"

Dat hij hem zo hoog had zitten, gebruikte Sirius om hem eens de les te lezen. "die jaren van goedheid zijn pas nu echt aangebroken. Voor mij is de tijd afgesloten dat we rond blijven draaien in het zoeken naar die ene, die je alles kan geven. Dat soort consumptieve liefde is een fetish. Ik neem daar geen genoegen meer mee. Ik zoek liefde die tot productie leidt." In aantekeningen leest hij "van de liefde van p. ben ik vervreemd. Ik zoek geen intieme relaties meer om elkaar te steunen voor een optimaal gevoelsleven", "p. deed veel te veel zijn best om beter tegen zijn depressies te kunnen als ik hem jaloers maakte", "ik heb het gehad met exclusieve aandacht aan iemand geven" en "de Gemeenschappelijke Onderneming Dienen biedt meer kansen op een nog beter leven dan we hadden".

God, leest hij nu, liet me dus ook toen niet los. Zou ik echt zo met hem gesproken hebben?, vraagt hij zich af. Ben ik eigenlijk wel op zijn uitnodiging ingegaan? "Alleen als je maatschappelijk naar onze relatie wilt kijken, is zo’n gesprek zinvol." staat er deftig op het zoveelste blaadje waarin hij zijn gedachten ordende om een gaatje te vinden voor het opkalefateren van een vriendschap die van zijn kant op vertedering berustte en voor b. op de onvoorwaardelijke bescherming die Sirius tot aan die breuk hem bood.
 
NB
 
Deze feuileton is nu verkrijgbaar in een album met meer afbeeldingen en duidelijker facsimile dan hier konden worden geupload bij:
 

http://dedrukkerij.mijnboekhandelaar.com/