Geloven mij of niet
dat is alles wat ik zeg
steun me op die weg
dwars door mijn verdriet
terwijl ik me voor de kop schiet.
Echt waar ik ben beroofd
van al mijn talenten.
Met opgeheven hoofd
in de damp van mijn centen
zing ik voor u mijn laatste lied.
Ik ben de lul de behanger
de zichzelf bevlekkende zanger.
Met opgeheven hoofd doen alsof je geen vuile handen hebt, scoort goed in de media. Imagorebuilding zeggen PR-deskundigen. Reputatiemanagement noemen organisatieadviseurs het. Vandaag de laatste staaltjes op een rijtje gezet. Beginnend met de bijna al vergeten wederopstanding van de berooide kapperszoon die zo eerlijk is als zijn eigen goud. Markots B. heet hij op straat.
Met opgeheven hoofd,
zei hij, verlaat ik het pand.
De spelers waren furieus.
Toegezegde tekengelden?
Dat had je geloofd.
Ook zijn voetbalhelden
beten in het zand
van een kapitale schuld.
De Sluwe Bankgier’s neus
heeft hij alsnog gestoten
nadat ze die dikke bult
zijn kuip uit hadden geschoten.
Dirks schijnheilige gezicht spreekt boekdelen. De getergde voetballers, die en masse hypotheken, spaargelden en koopsommen bij hem moesten nemen of stallen, hebben helaas niet het lef gehad om hem te jonassen. Dus laat ik ze als waren zij Maya’s de man te grazen nemen, die net als de Marco B. met opgeheven hoofd meent ons recht in de ogen te kunnen kijken.
Het opgeheven hoofd van Ruud is het malst. Deze schout van Tilburg meende als rode regent dat hij de lokale volksvertegenwoordiging, zijn collectieve baas, een dienst bewees met het achterhouden van informatie omdat er een schurk in de raad zou zitten.
De stille klokkenluider, die Vader Jacob in slaap wilde houden, dacht dat integriteit een verzwijgplicht is. Met opgeheven hoofd vervult hij zijn ambt tot de nieuwe burgemeester aangesteld is. Hij zal als een ware troubadour al zijn dossiers zingend aan hem overbrengen.
Waar vind je ze nog die bestuurders die zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid om de stad tegen zichzelf te beschermen?
Naast de Stadswachten, de Stadsmariniers en de Stadsregisseurs zouden toch Stadsvoogden niet misstaan en zeker als die hun plaats weten als Straatmuzikant.
Langzamerhand verschijnt er op de buis een nieuwe nachtwacht. met de opgeheven hoofden van alle zangers, bankiers en bestuurders, die hun vuil als een pluisje van hun blazoentje vegen, is eindelijk rembrandt verlost van zijn eeuwige schittering van de stadwachten uit de gouden eeuw. er is nu een waardige opvolger voor zijn meesterwerk. nu nog een museum eromheen uit de zakken van de mensen kloppen. zou plasterk het niet willen aankopen?