Iedere tekst bevat regels, die je niet eerder bedacht hebt. Ze bestaan uit het vet en de zenuwen van de taal, maken van de woorden een van boodschappen doorregen lap vlees. Die naar eigen smaak kunnen worden opgelepeld. Zoals ik in dit gedicht drie nieuwe versen las:
Het opgegraven gewicht
door een blonde mens
voor moslimwerpen
roept stenigen
waar waan overnacht.
Einde oude politiek
kan woordkiezels
van die gelaten
vol gedachten
stromen.
Wereldzijn heeft
het gooibrood in eenden
uit angst verborgen
met gestorven regels.
Voor de lezer een uitdaging om andere ‘boodschappen’ eruit te halen.