…
Fladderen als een vlinder
door de moestuin van zijn vader
al appels plukkend, bessen ritsend,
pruimen stelend en de knekels van het fruit
met zijn vrienden ronddragen in vaders klomp
Niets kon het spel bederven
tot zijn schoffel plots gods toorn
doorgaf in een keiharde lompe stomp
toen hij met zijn vriendjes geheel opging
in een christelijke begrafenis van het klokhuis
Ziedend over een pasje van zijn kind
die er zelf totaal geen fout in kon ontdekken
vernederde hij hem voor het oog van zijn wereld
en verwekte in een nacht tijd een levenslange angst
Vanaf die dag voelt hij de dierlijke jacht op de ander
vraagt hij zich af waar is de mens nog meer?