Als de dagen niet meer bezorgd worden
Geen getourmenteerde hoofden meer door de brievenbus
Onbezorgd die dagen ergens zelf kunnen afhalen
Een heel jaar lang zoen ik zijn vadsige wang
Is mijn kwelgeest zelf eens bang
Als de dagen niet meer bezorgd worden
Geen getourmenteerde hoofden meer door de brievenbus
Onbezorgd die dagen ergens zelf kunnen afhalen
Een heel jaar lang zoen ik zijn vadsige wang
Is mijn kwelgeest zelf eens bang
Gevangen in het net van plaats en tijd
spint zij haar draden met oneindig geduld
een leefwijze om niet te moeten wachten
op een liefhebber voor haar schat
Als schaduw van de twijfel
wekt haar naaktheid onverhuld afschuw
ligt zij in het midden van alle gedrukte leugens te zonnen
heb je een paard nodig om te kunnen vluchten als je haar spreekt
Zij die de duivel doet blozen
de veiligste leugen is, de kreet van ieder
ouder dan de rotstekening
is het spel van een enkeling
Zij verdwijnt als ze te dicht benaderd wordt
groeit omdat men haar groot maakt
wordt tevergeefs in graven meegenomen
in de broze armen van dichters getroost
Onveranderlijk is zij dood en mag je hopen
dat zij in de kist van een schilder begraven is
Ze heeft niets met een zelf gekozen levenseinde.
Het absolute zijn fascineert haar.
Dat kan haar nooit lang genoeg duren.
Het liefst tussen mensen zonder doodsangst.
Die het bestaan als kauwgom in de mond nemen.
Verwante zielen, al dunt het klupje ieder jaar weer een beetje verder uit.
Ze is wel bang voor een eenzame dood.
Van alle angsten lijkt haar die het meest gerechtvaardigd.
Aan de andere kant: met zo’n stille dood haalt haar onopgemerkt leven wel de krant.
Uit oorlellen gemaakte tongen
vatten De ontdekking van de hemel
samen in een sacraal ogend beeld
van gejongleerde dooiersprongen
..
vormen schepachtige ledematen
spelend met de natuur
een gevaarlijk spel
jegens de menselijke structuur
…
Onbevreesd voor de almacht van
wie de techniek beheerst zonder gelijken
ziet zij ernaar uit met zulke sensuele handen
het leven zintuiglijk en motorisch te verrijken
….
Het reptielenbrein kan eindelijk smaken
waar slangen mee overleven en zich vermaken
Op de rand van de bakplaat poept ze onbeschaamd en zonder een spatje eiwit een prachtige, bijna goudgele, dooier. Zie het dier als vrucht, kakelt ze wanneer ik verbaasd naar haar bedoelingen vraag. Ruik je de gisteren geoogste mais en de heerlijke, ongemalen verteerde, granen?
Ooit waren jullie eters van alleen planten, dronken je verre voorouders elkaars melk. Dat deden ze voor het binnenkrijgen van vitaminen die in vlees voorkomen en gelukkig ook in eieren, onderwijst ze mij op het frikkige af. De enorme kip, die toevlucht heeft gezocht in mijn keuken vanwege de eetlust van mijn buren, leert me dat haar onbevruchte eieren van nature bestemd zijn voor menselijke consumptie. Waar zijn ze anders goed voor?, parafraseert ze een bekende koffiecupreclame.
Volgens haar is het echter verstandig om af en toe een stukje goed vlees te eten. Het liefst van een dier dat veel gras heeft gegeten. Drie eieren per dag kan ook, maar dan mis je variatie. Dat zou op den duur niet goed zijn voor je gezondheid dan wel je eetlust, besluit ze haar voedingsadvies.
We zouden ook elkaar kunnen opeten, opper ik als alternatief. Per dag vallen er tegenwoordig genoeg slachtoffers, die nu nutteloos onze mond voorbij gaan. Het scheelt bovendien een steeds duurder wordende begrafenis en alle kosten die erbij komen voor het opbaren tot en met het grafrecht.
Dat doe je niet, protesteert de hen, zelfs als dier eten we de eigen soort zelden op. Fijntjes wijst zij op het onsterfelijk verleden van dat taboe. Al spring ik een gat in de lucht met kreten als ‘leef in het nu!’en ‘geniet van het moment!’ Zij houdt vol dat we dat helemaal niet kunnen. Niet zozeer vanwege een ethiek. Jullie brein kan niet zonder het verleden functioneren, spot ze met mijn nieuwlichterij.
Talrijke ervaringen zijn, volgens het erudiete dier, op een geheim plekje in ons hoofd opgeslagen. Zonder die database nemen we geen besluiten en kunnen we ook niet zien wat we denken te zien. Het dier als vrucht beschouwen is kennelijk deel van onze ervaring, stel ik peinzend over mijn eetlust vast De mens als eetbaar beschouwen niet. Of het is ons ooit slecht bekomen. Althans zo proef ik opeens in mijn gedachten.
Nooit meer oorlog
De oneindige schreeuw van Käthe Kollwitz
Honderd jaar geleden weer sneuvelde haar zoon Peter
Je proeft nog zijn as in het houtskool van haar tekening
Geen zier heeft het geholpen
Haar vele gedenktekens ten spijt
In steen, in brons, in ijzer en in koperen platen
Nog dagelijks sterven ze, zelfs kindsoldaten
De boom is het herdenken beu
Als oersymbool van het leven onder
Een halve krans van zijn meiboomneven
Heeft hij er tieten van gekregen
Hij protesteert in deze natuurlijke staat
Tegen de schijnheiligheid dat men er toch mee doorgaat
—
–
Iemand zijn waar niemand omheen kan. Twee uitersten van dit zelfbeeld poseren samen op het plaatje. Hun volhardend streven om in beeld te blijven weerlegt dat het om 15 minuten wereldberoemdheid zou gaan. Andy Warhol vergiste zich. Dat kwartiertje kan nooit volstaan. Het vergt een hele onderneming om wie je denkt te zijn in de lucht te houden.
De 90-jarige Jan Poot is ruim een kwart van zijn leven bezig rechtsmisbruik in Nederland te bestrijden. Hij ziet zich geplaatst voor een goddelijke opdracht, omdat niemand anders die strijdbijl oppakt. Hij bazuint als een hogepriester rond wraak te willen nemen op het systeem, dat hij door en door verrot acht. De media willen hem niet echt serieus nemen, maar dat deert hem niet. Hij heeft geld zat om tot na zijn dood ermee door te gaan. http://www.nrcombudsman.nl/artikel/2286/interview-jan-poot-in-de-volkskrant.html/comment-page-1
Kurt Coleman daarentegen wil zijn nog jonge leven wijden aan de verspreiding van de boodschap dat hij perfect is. Geen andere tiener op de wereld zou qua schoonheid aan hem kunnen tippen. Dat moeten dagelijkse ‘selfies’ bewijzen en barse tweets over wie niet in hem gelooft. Vele uren per dag steekt hij in zijn onderneming de perfectste tiener van de wereld te zijn en te blijven. De media draaien hun vingertjes pesterig in zijn engelenhaar, maar dat gaat volkomen aan hem voorbij: http://kurtjaycoleman.tumblr.com/page/3
http://www.hln.be/hln/nl/959/Bizar/article/detail/1856368/2014/04/17/IJdelste-tiener-ter-wereld-Ik-ben-gewoon-perfect.dhtml
Beiden zouden zo Shakespeares “To be or not to be” onderschrijven. Beiden hebben “Ik ben OK, jij bent OK” als een gezonde levenshouding verworpen. In de strijd om erkenning van het eigen gelijk is voor hen “ik ben OK, jij deugt niet” de mantra geworden. Het komt steeds vaker voor dat het individu de hele wereld uitdaagt. Of het nu om ijdelheid gaat of om gerechtigheid, de media serveren zo’n individu graag af. Waarom eigenlijk? Het stikt van de ijdelheid op de buis. Op onrecht draaien alle persen.
“Wij zijn zorgwoordvoerders. Ons laatste avondmaal was het NZa-rapport. Driemaal kraaiden we in gebarentaal over het ontslag van de klokkenluider. Tevergeefs, we moeten het land blijven regeren met leugens.
Graag hadden we het verlossende woord voor Pasen uitgesproken en onze nekken verder uitgestoken. Zodat de mensen in het land er een echt vrolijk feest van kunnen maken. Helaas, we weten nog niet wie we allemaal niet zullen offeren voor het zorgakkoord. Wel is de tekst allang volbracht.
Wij zijn eruit. Nu onze vrienden van de oppositie nog. Na de passie in een nieuw jassie, een weekend vol zon en meer toeristen dan we aan allochtonen kunnen tellen, verwachten we geen enkele weerstand meer. Iedereen is zo’n beetje meegezogen in de Heer, het Weer of het Verkeer.”
Volgens welingelichte kringen wordt dinsdag het geloof in een gezonde samenleving sacraal verklaart en daarmee zou in principe iedereen optimaal vitaal zijn om voor zichzelf en de ander te zorgen. Dan wel voor die heilige samenleving, zoals vanouds, zich spontaan te offeren als de mond eenmaal nutteloos is. Uiteraard is dit ter beoordeling van de NZa en wel als ezelsproef.
Het hele zorgbudget zou dan ook naar de ziekste schrijver gaan voor een compleet nieuw paasverhaal. Als hij geen zzp-er is en wonderbaarlijk geneesbaar. Aldus de woordvoerder van die welingelichte kringen, Jamai Loman.
In de jaren tachtig was de rattenstaart populair als kapsel. Net als in de pruikentijd hield een strikje het uitlopende haar vaak bij elkaar en droeg men zo’n kapsel om op te vallen; in de massa opgemerkt te worden. In beide perioden was er sprake van “culturele en economische stagnatie” en werd er geteerd “op de opbrengsten van voorgaande generaties.” Wat we nu ook weer meemaken.
De Blonde Woordkrijgsheer zou in die jaren tachtig ook zo’n staartje hebben gedragen, toen hij in de VVD zich nog sterk maakte voor allochtonen. Aanvankelijk schoof hij naar links, maar na PF emancipeerde hij tot woordvoerder van Neerlands Onderbuik. Vooringenomen tegenover moslims en verwilderd door een onbegrensde vrijheid van meningsuiting is hij ondertussen ‘verlynxt’.
Echter zijn vooringenomenheid maakt hem als rattenvanger onbruikbaar. Hij kan alleen ratten onderscheiden, waarvan de staarten de kleuren en ster van de Marokkaanse vlag dragen. Boze tongen beweren dat hij die van andere criminelen, vooral de witte boordencriminelen (die ons de meeste schade berokkenen), stiekem streelt. Hoe komt hij anders aan geld om zijn beveiliging te betalen, zijn films, zijn stickeracties, zijn buitenlandse reizen, enzovoorts?, roddelen ze in mijn oor.
—
Weltschmerz met verbazing. Zo voelde de paralympische ijszeiler zich toen hij uit de wedstrijd werd gehaald. Aanvankelijk dacht hij wegens propaganda voor homoseksualiteit. Het logo van de homoseksuele naaktslak was niet onopgemerkt gebleven, was zijn eerste reactie. Helaas bleek de tattoo van de vlag van de Volksrepubliek Krim uit 1918 de steen des aanstoots. Onwetend van die vlag, die slechts een maand of zo gewapperd heeft, had hij hem de dag voor de finale op laten brengen. Op advies van zijn Tataarse vriend Noerejev, die er een amulet in zag. De Tataren beschouwen hun homoseksuelen als deel van het Tataarse volk.
…
De mythologie gaf ons de levensboom. Voor de ene cultuur was het een heilige boomstam ergens in het huidige Duitsland. Opgericht om alles, de hele wereld en zijn dak, te ondersteunen. Voor de andere cultuur was het een boom in het Bijbelse paradijs. Diens vruchten zouden je onsterfelijk maken.
Opgegroeid zonder kennis van de heilige boomstam fantaseerde ik dat een afgebroken takje in onze moestuin van die paradijselijke levensboom afkomstig was. Ik zette het in een bloempot op het dak van ons huis. De vruchten ervan zouden je een ander leven schenken, was mijn overtuiging. De bijbelse uitleg beviel me niet. Het voordeel daarvan zag ik niet. Integendeel, het leek mij een groot nadeel om eeuwig dezelfde te blijven.
Een nieuw leven zou van mij een andere persoon maken met bij voorkeur een knapper uiterlijk en met name een kleinere neus. Die verandering zou in mijn verbeelding gepaard gaan met een verandering van de wereld. Hoewel ik genoegen wilde nemen met alleen een ander milieu. En uiteindelijk besloot ik dat mijn verlangen al vervuld zou zijn als iedereen in mijn directe omgeving van de boom zou eten.
In een droom bloeiden uit het takje ontelbare hemelsblauwe bloemetjes tot een heuse wolk. De bloempot veranderde in een kruik, die de wolk aan haar steeltjes vasthield. Al snel kwam onder de bloemen een bleke en veel oudere kop van mijzelf tevoorschijn. Geconfronteerd met mijn toekomstige uiterlijk smeekte ik jankend om een ander gelaat. Ik wilde er zelfs mijn verlangen naar een andere persoonlijkheid voor opgeven.
Mijn tranen werden door de kelkjes gulzig opgezogen en in de kruik verwerkt tot een meer acceptabel gezicht. Het resultaat leek sprekend op een meisje en dat beviel me zeer. Tot ik me realiseerde dat een jongensachtiger uiterlijk me nog de kans gaf te kiezen. Een tijdje als een man of als een vrouw door het leven gaan, leek me ideaal. Ik had de wens nog niet geuit of een derde gezicht kwam onder de bloemetjes vandaan. Dat was een schot in de roos, vond ik.
Over zo’n levensplant is echter niets bekend. Wat moest ik doen? Dat gezicht opeten? De hele wolk? Of alleen een blaadje? Of mijn gezicht ermee insmeren? Ik probeerde het laatste en werd wakker., maar zag niets meer. Ik ben blind, gilde ik. In een orthodox christelik milieu is zo’n alarm schokkend. Wat had die belhamel nu weer uitgehaald? Het complete gezin gilde dat het een straf van God was, tot mijn moeder opmerkte dat er korstjes op mijn ogen zaten. Afblijven, piepte ik.
De korstjes moesten er vanzelf afvallen, want dan kreeg ik het gedroomde gelaat. Het is gedroogde snot, jongen, fluisterde ze mij discreet in de oren. Ze depte met een vochtig washandje de korstjes weg en speelde alsof ik toch een ander gezicht had. Meer meisjesachtig zei ze. Maar toch nog wel een jongen?, vroeg ik ietwat benauwd. Ja, natuurlijk, stelde ze me gerust. Haar bedrog viel me verschrikkelijk tegen, toen ik in de spiegel keek. Het kleine uurtje dat ik in de waan gelaten was van een nieuw leven, verdampte geheel in de aanblik van mijn kwaaie vuurrode kop. Precies mijn vader als hij werd tegengesproken.
—
*
*
*
NB
De zweefvlieg symboliseert overleven door imitatie. Het is een wezen dat niet zo goed als andere dieren voor de levensstrijd is uitgerust en daarom zich voorziet van een uiterlijk dat lijkt op een ongewenst prooidier c .q. een gewenst krachtig voorkomen.
Deze nabootsing beschermt en vergemakkelijkt zijn ‘baan als vlieg’. Deze soort gebruikt veelal het uiterlijk van een wesp, hommel of bij.
Ik dacht bij de keuze van dit fraaie exemplaar ook aan zijn ega, die als zo’n koninklijk uitziende wederhelft niet van zijn zijde wijkt (vanwege die geringe uitrusting van hem voor zijn koningschap).
–
Het drieluik ‘Versierd mannelijk naakt’ is af.
Het heeft opvallend weinig bezoek en reacties gekregen.
Dat gold ook voor ‘Het evangelie van Toyboy’.
Een conclusie valt er niet meteen te trekken.
Spreken blogs met alleen een afbeelding nu eenmaal weinigen aan?
Verwacht men per se een gedicht of verhaal?
Is het thema ‘half naakt, half man’ te exclusief voor velen?
STUDIO ArtAAA tast in het duister, waar het zich vooralsnog wel thuis voelt!
–