Post Tagged ‘literatuur’


c-in-uitvoering-4

 

Nu de westerse democratie zonder zwaartekracht geen mens meer kan boeien doemt aan de horizon van onze cultuur (lees de techniek) een nieuw fenomeen op. De onbereikbare burger heeft facebook de rug toegekeerd en zich gestort op mobiele levensbomen om niet niet te zijn, maar een heus kunstwerk wel.

Zonder verkeersregels zitten we straks in de files van zelfrijdende ego-documenten volgehangen met portretten, kerstklaar, nieuwjaarnachtbestendig en waar de gestaltpsychologie school mee heeft gemaakt. Trots terugkijkend  op een rijk leven, dat niemand je af kan pakken, flirt men in replica van de weekendfilm van Godard met elkaar zoals de verguisde Boudewijn Büch ooit op de blauwe buis  zichzelf vermaakte.

Het leven als een eigen eiland in de zee van de schone kunsten met de boom als symbool van een oneindige individualisatie van de eigen bijzonderheid moet de vervreemding opheffen de melk te zijn waar men zelf niets in te brokkelen heeft.  Deze complexe affaire heeft Studio Artaaa haarfijn in beeld gebracht in een serie prenten over transhumanisme dat zich niet eenduidig laat waarnemen.

In ieder hoofd is wel een ander weerloos dan wel weerbaar gezicht te ontdekken, waardoor Levinas kritiek geheel verstomt. De verwachting is dat we uiteindelijk niet aan egologie ten gronde zullen gaan, maar eenmaal die dood overwonnen ons massaal in de afgrond van de onreinheid van de goot zullen storten, waar wij denken het snel stromende glasheldere water van te vormen.

Het raadselachtig etaleren van een fictieve levensloop in een boom vol ambigue appelgezichten moet de politici in verlegenheid brengen die menen de waarheid te kunnen spreken zonder zo’n vluchtheuvel. Het zal ook de critici de mond snoeren die van oplichting betichtte schrijvers aanwrijven dat zij de literatuur bevuild hebben zonder oog te hebben voor het feit dat zij van hun leven een kunstwerk hebben gemaakt.

Dat kunst ervoor kan zorgen dat we voor  noch aan geen enkele waarheid hoeven te sterven, zal ze een worst zijn.  Echter als eenmaal alle burgers hun leven als kunstwerk aan de duivel verkopen, zal de democratie weer adem kunnen halen door de schone kunstlongen van haar electoraat.


Hoge pet

Een hoge pet verbergt

Wat de ander beter staat

Het recht op domheid

Er moet iets van mijn hart, dat me vaak kwelt als ik lees wat de ander dicht of schrijft en eigenlijk niet snap wat er staat. Ik reageer in dat geval lukraak en beroep me op het recht van domheid als ik de plank weer eens mis blijk te slaan.

Niet zonder schaamte, maar wel onschuldig. Tot ik me realiseer dat mij dat recht niet toekomt, omdat het brutaal negeert dat het een gunst is als die ander het geen punt vindt. De schade is dan al een feit; al wordt al het recht gemaakt en niet bevolen.

Het is een mensenrecht, waarmee het menselijk tekort bevestigd wordt en daar heeft eigenlijk niemand wat aan. Je kunt je dan nog wel beroepen op aforismen, maar die kunnen je ook niet echt verschonen.

Het verlangen iets te begrijpen getuigt niet zelden van een grotere domheid dan het onvermogen het te begrijpen.

Met zo’n witwassend aforisme maak je je vlek al snel nog  groter. Je had beter, zoals velen ook doen, kunnen zeggen dat je het mooi vindt wat er staat en op de knop ‘like’ drukken voor je er weer weggaat.

Het recht op domheid kan je alleen toevallen als de ander de woorden niet als eigendom ziet en zich terugtrekt achter een schutting om de lezer het werk naar eigen goeddunken te laten interpreteren.

Maar dat is onbevredigend, omdat die woorden niet voor niets zorgvuldig gekozen zijn. Een middel zijn voor de ander om bepaalde gevolgen bij je teweeg te brengen. Zonder die gevolgen te ervaren, sta je buitenspel.

Je houdt nog slechts het hazenpad over en mompelt dat de ander je onbedoeld de boodschap laat bepalen. Maar die ander doet dat louter uit erbarmen of gelatenheid en dat zit je ook niet lekker.

Het is een harde wereld als je precies wilt verstaan wat de ander communiceert. Het doet je verzuchten dat communicatie nu eenmaal voorschrijft dat de boodschap ontvangen moet worden zoals deze verzonden is. Al weet je dat dit een bevelstheorie is, die niemand in de kunstwereld wil hanteren. Omdat ook daar de klant koning is en het werk zelf niemands woning.

Dit alles overwegende heeft alleen de ander het recht op domheid als hij of zij een hoge pet van jou opheeft. Althans als hij of zij meent dat het verlangen het te begrijpen zal zorgen voor beter kijken c.q. lezen wat er staat.

Een vonnis dat staat als een huis, waar het daglicht gul binnenstroomt als je de volgende ochtend de gordijnen opentrekt.

(Uit: Voor eigen rechter spelen om er niet wakker van te liggen)


hermesjong

Van de boodschappenjongens was Hermes de stoutste. De Griekse boodschapper van de goden verdween helaas met de komst van het christendom van het toneel, omdat hij zich niet liet voegen in het script van louter engelen aan Gods kant en louter kwade geesten aan de kant van Satan. De goddelijke schelm droeg immers beide zielen in de borst, waardoor goed en kwaad in hem samenkwamen. Terwijl de christenen net de geweldadige God uit het Oude Testament hadden gescheiden van de liefdadige God uit het Nieuwe Testament.

Hermes was als innerlijke gids van de menselijke ziel te zeer voor hen een plaaggeest, die uit zou zijn op misleiding in plaats van verlossing. Voor wie zonden als doornen in het vlees staken, was hij niet de boodschapper waar men blind op kon vertrouwen dat het allemaal wel goed zou komen met de mens. Het christendom wilde per se nare voorvallen uitsluiten. Haar handelsgeest zocht en vond dergelijke waarborgen; en wel in de hand Gods. Onverwachte gebeurtenissen kregen het teken dat er wat mee gezegd werd voor de goede verstaander, namelijk degene die blind in hem geloofden.

Een min of meer synchroon samenvallen van goede en kwade gebeurtenissen kan ook de christenmens echter niet uitbannen. De realiteit bestaat daarvoor te zeer uit toeval, waarin de oude Hermes de hand lijkt te hebben. Zinvol toeval, de literatuur kent veel van dergelijke verhalen. Ze hebben de taal verrijkt met spreekwoorden, die als waarheid de ziel vermaken. Van een gelukje bij een ongelukje tot als je het over de duivel hebt, trap je hem op zijn staart. Men voelt zich behoed door het geluk dat men toevalt, wetende van de hoogmoed voor de val.

Paranormaal lijkende voorvallen krijgen in steeds meer boeken een sacrale betekenis, die de wereld ten diepste bijeenhoudt. Springende waterleidingbuizen in een koopwoning worden door de aspirant koopster ervaren als teken dat het huwelijk met haar man ondraaglijk is geworden en dat ze daar bijtijds op geattendeerd wordt. Al is het verhaal nog zo gelaagd met twijfels over het waarheidsgehalte van de menselijke ervaring.

Synchroniciteit doet ons, door de gedateerdheid van ons brein, de werkelijkheid nu eenmaal gemakkelijk ervaren zoals de oude Grieken zich de zin van alle gebeurtenissen verbeeldden. Moderne mythen en magie spelen zich af in bibliotheken, wachtkamers en bushaltes, waar het je kan overkomen dat je je verdiept in een boek over de magie van het toeval, waarin Hermes als verborgen geest figureert, terwijl tegenover je de ander zich vermaakt met een satyre op de hedendaagse comeback van Hermes. Alsof de boodschapper tegelijk met een zinvol toeval wil aangeven dat je hem niet al te serieus daarin moet nemen. Zoals grote schrijvers als Reve de lezer kan aangrijnzen.

In Ein Gott der Frechheit laat Sven Nadolny Hermes als God van het Kruis en de Nacht, en die van de Dieven en van de Kooplui, weer eens de held spelen die hij ooit voor velen was. Hij beschrijft hoe Hermes 2000 jaar geleden door de kreupele Technologie-God Hephaestus aan een krater zou zijn vastgeketend, tot een aardbeving in het voorjaar van 1990 hem van zijn boeien bevrijdt en hij zich in de armen stort van Helga, die op kruisvaart is. Samen oplopend mijmert hij over de zin van de afgelopen 2000 jaar veranderingen, die de mensheid religieus geen snars wijzer hebben gemaakt.

Sinds deze roman duikt de Griekse boodschapper van God steeds vaker op als figuur in verhalen en filosofische verhandelingen. De god van de sprong, de snelle greep, de gelukkige vondst en de brutaliteit steekt zijn kop weer boven het water van de moderne tijd en zoekt naar ons als zijn dorstige publiek. Zijn alter ego is een witte tijger geworden, die als een vis in het water dolt met het vlees dat de eng slanke Hermes hem treiterend voorhoudt, terwijl hij zijn staf met de twee slangen in aanslag heeft, en hem tracht te lokken in zijn bevroren domein met het neuriën van een stokoud kinderliedje:

Poesje mauw, kom eens gauw,

ik heb ’n lekker stuk vlees voor jou!

En voor mij, een vork erbij.

O, wat heerlijk smullen wij!

(aflevering 4 van een steeds langer gerekt essay over het samenvallen van literatuur en religie)


particulier heelal

Het universum dreigt te worden verkaveld. Een vrouw in Spanje wil de zon verkopen, want een man in Amerika claimt dat de maan en enkele sterren van hem zijn. Een hiaat in de wetgeving, die alleen naties dat recht ontzegt, zou het individu de kans geven zich het heelal toe te eigenen.

Ik las dit krantenbericht net nadat ik de eerste gedichten voor een nieuwe bundel de titel Particulier Heelal had gegeven. Mijn poging om een universele waarheid toch voor ieder individu mogelijk te maken door de literatuur ervoor in te zetten, dreigt door dit particulier initiatief aan beide zijden van de oceaan te worden ingehaald.

Dat zou jammer zijn. Vandaar dat ik de eerste gedichten hier alvast publiceer. In mijn komende blogs zal ik de notie uitwerken dat de literatuur de rol van de religie overgenomen heeft, maar dat de lezers daar anders over denken evenals de critici en de schrijvers zelf. Voorzover mogelijk zal ik dat in gedichten vorm geven en waar dat niet lukt in korte essays. De genesis van mijn betoog heb ik in het gedicht Extase verwerkt.

Extase

Ware de mens niet genoodzaakt als

enige drager van ’n onnozele hals

de kooi van zijn oh zo nietig leven

al de kleuren van de hemel te geven

dan zou geen enkele religie zijn ontstaan

geen theater noch muziek, dan zou ons bestaan

geen geest kennen, die het liefst op drift wil slaan,

geen visioen of orgasme, geen zichzelf te buiten gaan.

De geest wil ontroering, vervoering, uitzinnigheid

opgetogen raken van een kleinigheid als heerlijkheid

in razernij verkeren, dan wel begeesterd door hartstocht

de plaats van de ander begeren zonder ’n bloedige kruistocht.

Ooit vlees voor de christenziel is het woord nu drug geworden.

Zegt het wat moderne zielen aan voedsel verwachten op hun borden.

De afbeelding van het geloof van mijn vader boven dit blog laat als spotprent zien dat de belevingsindustrie de orders niet aan kan. De Waarheidsvriend, het orgaan van de Gereformeerde Bond, zou deze krantenkop niet misstaan. Helaas willen ze het artikel niet plaatsen, waarin betoogd wordt dat sinds Paulus het licht zag de waarheid niet zonder de allerindividueelste verbeelding kan overleven. Van dat artikel heb ik voor dit eerste blog over het PH van de mens een gedicht gemaakt als slot.

Aan iedere waarheid

Een uitspraak geldt

als diepste overtuiging

dat het vastgemaakte touw

er is om jou aan op te knopen

en geen aanwijsbaar tegendeel

jou op het idee brengt om je mouw

er eens geestdriftig voor op te stropen

zolang we blijven geloven

in een wereld buiten ons

geheel ontspiegeld van gelaat.

Beide gedichten verschenen in een eerste versie al eerder deze week als reactie op het blog van Ingrid.

(wordt vervolgd)