
Laat de hemel maar wachten zingen Meatloaf, Michael Jackson en Iron Maiden. De een heeft de smaak van het paradijs te pakken en wil tot het einde van de tijd dat blijven proeven. De ander heeft een meisje gevonden waar de hemel niet tegenop kan. De derde danst rond in een bijna dood ervaring. Alledrie lijken wedergeboren te zijn, waar de hemel van oorsprong de plaats en tijd voor is. De een bidt, de ander zingt en de derde danst erbij om hier te blijven zolang het duurt. De kosmos van de smaak van De Tuin Der Lusten, de dood en de liefde voor een deerntje is de popmuziek genoeg. De teksten zelf zijn moderne psalmen, aanroepingen in de leegte. Het copyright hanteren ze even soepel als de auteur van de Bijbel.
Als zangers bijna profeteren dat de hemel voor hun part kan wachten tot hij een ons weegt, dan is het universum de oude niet meer. Een goddelijk geopenbaarde waarheid is in no time door de Big Bounce van de popmuziek verandert in een particuliere getuigenis van het liefhebben van de wereld als het hoogste bestaansniveau, vanwege de smaak van het paradijs, de dood en de liefde voor haar boorling die ons te pakken heeft en die zij alledrie menen te kunnen oproepen.
Het heelal, waar meer gedaanten van zijn dan we ons kunnen realiseren, is vanaf de opkomst van de literatuur in handen van copywriters. De eerste tekst over het alomvattende was een gedicht, waarschijnlijk een epos over een koning die onsterfelijk wilde zijn en kon bogen op de titel Held Aller Helden. Het heelal was hij zich nog lang niet bewust qua ruimte, wel de tijd, de levensduur van zijn bestaan als eerste boven alles en iedereen. En hij kende de waarheid dat men niet doodloos was als levend wezen, ook niet in de positie van koning, de levende kern van het universum. Zonder over het eigen lot te kunnen beschikken, was hij overgeleverd aan de verhalen dat er wezens bestonden die wel onsterfelijk waren en dat geheim konden doorgeven.
Vanaf die allereerste keer dat aan een stoffelijk oppervlak gedachten werden toevertrouwd is er strijd om het geheel. Het allesomvattende dat waarschijnlijk zo’n 5.000 jaar bestaat als concept en in handen van de Aartsvaders geprojecteerd is op 1 God, 1 Werkelijkheid en 1 Appel. Dat ons als kleinste deeltje van de som der wezens, die de aarde heeft voortgebracht, nog altijd fascineert en voor ons een groot raadsel is gebleven. De waarheid over de kosmos bezit immers niemand. We kunnen hem slechts abstract duiden. Als een Gestalt van alle perspectieven, als een KAHG (Kennis Aan Het Geheel).
Kahg
Zwellend en krimpend
ademt het de tijd diep in
de ruimte lang uit
Zodra het wisselt
van lichtstroom valt er een gat
de oerknalecho
Kahg is alle ge-
lijk van de wereld hebben
ongepacht wijs zijn
In drie haiku’s gevat, heb je nog niks in handen. Al bezit je Kahg, het blijft tekst. Net als de wijsheden die alle religies aan het papier hebben toevertrouwd om ze voor het nabestaan vast te leggen. Het blijven reconstructies van wat ooit levend was, voor het eerst gezien, gehoord en onthouden is en vervuld was van de emoties van die première
Reconstructies zonder over de map, het hoofd dat erbij was, te beschikken, waarin de feiten nog als waarnemingen verzameld waren. Mocht er tweedehands kennis bestaan als onderscheid van wat iemand kent uit eigen waarneming dan zou de kennis die in de heilige boeken terecht is gekomen uit de derde hand zijn ontstaan. De hand van de literator, de schrijver, wiens woorden schoner zijn dan de hand waaruit hij de stof ervoor ontvangt.
Mozes literator is het duidelijkste voorbeeld van een derde of misschien wel een vierde hand. God gaf Mozes aanvankelijk de stenen tafelen, waarbij zijn hand de tien geboden zelf had ingebeiteld. Mozes brak deze versie uit woede over de afgoderij van zijn volk en moest terug om nu zelf de tekst op nieuwe tafelen te schrijven. De geschiedschrijver heeft vervolgens Mozes bergrede van de nakomelingen van zijn gehoor als tekst opgedragen gekregen. Tenminste, als we dit alles aannemelijk achten als de ware geschiedenis op zich.
(wordt vervolgd)
Het particuliere eigendom van de kosmos
Geplaatst: 29 november 2010 in CommentarenTags:eigendom, hemel, jackson, kennis aan, kosmos, meatloaf, meisje, mozes, paradijs, poëzie
Laat de hemel maar wachten zingen Meatloaf, Michael Jackson en Iron Maiden. De een heeft de smaak van het paradijs te pakken en wil tot het einde van de tijd dat blijven proeven. De ander heeft een meisje gevonden waar de hemel niet tegenop kan. De derde danst rond in een bijna dood ervaring. Alledrie lijken wedergeboren te zijn, waar de hemel van oorsprong de plaats en tijd voor is. De een bidt, de ander zingt en de derde danst erbij om hier te blijven zolang het duurt. De kosmos van de smaak van De Tuin Der Lusten, de dood en de liefde voor een deerntje is de popmuziek genoeg. De teksten zelf zijn moderne psalmen, aanroepingen in de leegte. Het copyright hanteren ze even soepel als de auteur van de Bijbel.
Als zangers bijna profeteren dat de hemel voor hun part kan wachten tot hij een ons weegt, dan is het universum de oude niet meer. Een goddelijk geopenbaarde waarheid is in no time door de Big Bounce van de popmuziek verandert in een particuliere getuigenis van het liefhebben van de wereld als het hoogste bestaansniveau, vanwege de smaak van het paradijs, de dood en de liefde voor haar boorling die ons te pakken heeft en die zij alledrie menen te kunnen oproepen.
Het heelal, waar meer gedaanten van zijn dan we ons kunnen realiseren, is vanaf de opkomst van de literatuur in handen van copywriters. De eerste tekst over het alomvattende was een gedicht, waarschijnlijk een epos over een koning die onsterfelijk wilde zijn en kon bogen op de titel Held Aller Helden. Het heelal was hij zich nog lang niet bewust qua ruimte, wel de tijd, de levensduur van zijn bestaan als eerste boven alles en iedereen. En hij kende de waarheid dat men niet doodloos was als levend wezen, ook niet in de positie van koning, de levende kern van het universum. Zonder over het eigen lot te kunnen beschikken, was hij overgeleverd aan de verhalen dat er wezens bestonden die wel onsterfelijk waren en dat geheim konden doorgeven.
Vanaf die allereerste keer dat aan een stoffelijk oppervlak gedachten werden toevertrouwd is er strijd om het geheel. Het allesomvattende dat waarschijnlijk zo’n 5.000 jaar bestaat als concept en in handen van de Aartsvaders geprojecteerd is op 1 God, 1 Werkelijkheid en 1 Appel. Dat ons als kleinste deeltje van de som der wezens, die de aarde heeft voortgebracht, nog altijd fascineert en voor ons een groot raadsel is gebleven. De waarheid over de kosmos bezit immers niemand. We kunnen hem slechts abstract duiden. Als een Gestalt van alle perspectieven, als een KAHG (Kennis Aan Het Geheel).
Kahg
Zwellend en krimpend
ademt het de tijd diep in
de ruimte lang uit
Zodra het wisselt
van lichtstroom valt er een gat
de oerknalecho
Kahg is alle ge-
lijk van de wereld hebben
ongepacht wijs zijn
In drie haiku’s gevat, heb je nog niks in handen. Al bezit je Kahg, het blijft tekst. Net als de wijsheden die alle religies aan het papier hebben toevertrouwd om ze voor het nabestaan vast te leggen. Het blijven reconstructies van wat ooit levend was, voor het eerst gezien, gehoord en onthouden is en vervuld was van de emoties van die première
Reconstructies zonder over de map, het hoofd dat erbij was, te beschikken, waarin de feiten nog als waarnemingen verzameld waren. Mocht er tweedehands kennis bestaan als onderscheid van wat iemand kent uit eigen waarneming dan zou de kennis die in de heilige boeken terecht is gekomen uit de derde hand zijn ontstaan. De hand van de literator, de schrijver, wiens woorden schoner zijn dan de hand waaruit hij de stof ervoor ontvangt.
Mozes literator is het duidelijkste voorbeeld van een derde of misschien wel een vierde hand. God gaf Mozes aanvankelijk de stenen tafelen, waarbij zijn hand de tien geboden zelf had ingebeiteld. Mozes brak deze versie uit woede over de afgoderij van zijn volk en moest terug om nu zelf de tekst op nieuwe tafelen te schrijven. De geschiedschrijver heeft vervolgens Mozes bergrede van de nakomelingen van zijn gehoor als tekst opgedragen gekregen. Tenminste, als we dit alles aannemelijk achten als de ware geschiedenis op zich.
(wordt vervolgd)