Post Tagged ‘poëzie’


Geen beltegoed meer blog

 

Nieuwe eenzaamheid

De schilder geeft haar schreeuw weer

Geen beltegoed meer!

 

 


Huidenhaarblog

Je bent zoveel meer dan je denkt
zegt iemand in een duister genootschap
tot en met de kruik waaruit men leven schenkt
zonder dat bestanddeel hebben zij aan hem geen boodschap

Geworpen in hun midden
is hij een waarheid zo groot als een koe
die voor haar gras nog geacht wordt te bidden
terwijl zij geen woord kan zeggen, zelfs geen ba of boe

Hij hoeft er niet bijna dood voor te zijn
om over zijn lijf en leden te dromen
alsof hij er is uitgetreden van de pijn
van dat meer nooit het fijne te weten te komen

Of hij nu uitwijkt, inwijkt of ter plekke opfleurt
er is geen gevolg, een mens gebeurt

 

 


magistraal-blog

De waarheid is veel te vroeg gestorven
door een stomme schelp om zeep gebracht
van een woedende branding op het strand
klonk thuis nog slechts een flauwe ruis

Het was achteraf een bijna dood ervaring
eenmaal terug aan de rand van de brullende zee
braken de golven luid en duidelijk hoorbaar
in het slakkenhuis bij springvloed

Al is de waarheid aan plaats en tijd gebonden
wie haar wil spreken behoeft een paard om te vluchten
zeggen de Armenen, de waarheid is dakloos volgens de Denen
de grap is vaak het gat waardoor de waarheid fluit, zegt men in Japan

Voor een ode de branding geslacht en als een stokvis opgehangen getekend
Om niet aan de waarheid te sterven is er immers volgens Nietzsche kunst

Verkleefd lichaam

Geplaatst: 4 september 2016 in Lopende zaken
Tags:, , , ,

IJzeren man

 

Alles hangt met alles samen tot je niet meer kunt bewegen van de pijn.

Houdt je adem je gevangen in een lijf.

Een geheel dat niet langer meer maar minder is dan de som der delen.

In een totaal verkleefd vezelrijk hangt je leven ondersteboven aan een zijden draadje.

Zit het hooggespannen op een vuistdik vinkentouw.

 

 


Tante Croos in bh groen roze met taart en gedicht blog

 

Ze heeft niets met een zelf gekozen levenseinde.
Het absolute zijn fascineert haar.
Dat kan haar nooit lang genoeg duren.

Het liefst tussen mensen zonder doodsangst.
Die het bestaan als kauwgom in de mond nemen.
Verwante zielen, al dunt het klupje ieder jaar weer een beetje verder uit.

Ze is wel bang voor een eenzame dood.
Van alle angsten lijkt haar die het meest gerechtvaardigd.

Aan de andere kant: met zo’n stille dood haalt haar onopgemerkt leven wel de krant.


Onbevrucht A3 zwart gat

 

Ik schreef elders over
de aantasting van je bestaan
door de dood van de ander
nu vraag ik me af
..
hoeveel zwarte gaten
zijn er al geslagen
in het glazuur van het leven
dat je niet meer met hen kunt delen
;;;
of is er sprake van één zwart gat
dat groeit bij ieder opgeslokt levenslicht
wat het als een verse dooier
slurpend consumeert
,,,,
soms denk ik
al dat leven dat is geleden
daarmee deel ik een verleden
en roep de namen op in het gat


									

Onbevrucht 2

 

Uit oorlellen gemaakte tongen

vatten De ontdekking van de hemel

samen in een sacraal ogend beeld

van gejongleerde dooiersprongen

..

vormen schepachtige ledematen

spelend met de natuur

een gevaarlijk spel

jegens de menselijke structuur

Onbevreesd voor de almacht van

wie de techniek beheerst zonder gelijken

ziet  zij ernaar uit met zulke sensuele handen

het leven zintuiglijk en motorisch te verrijken

….

Het reptielenbrein kan eindelijk smaken

waar slangen mee overleven en zich vermaken


Waar was de mens nog meer

Fladderen als een vlinder
door de moestuin van zijn vader
al appels plukkend, bessen ritsend,
pruimen stelend en de knekels van het fruit
met zijn vrienden ronddragen in vaders klomp

Niets kon het spel bederven
tot zijn schoffel plots gods toorn
doorgaf in een keiharde lompe stomp
toen hij met zijn vriendjes geheel opging
in een christelijke begrafenis van het klokhuis

Ziedend over een pasje van zijn kind
die er zelf totaal geen fout in kon ontdekken
vernederde hij hem voor het oog van zijn wereld
en verwekte in een nacht tijd een levenslange angst

Vanaf die dag voelt hij de dierlijke jacht op de ander
vraagt hij zich af waar is de mens nog meer?


Indruisen

Alweer een weekje lukt het niet zonder pijn te tekenen. Toch wil ik een blog maken en heb snel iets in elkaar geflanst als illustratie van wat me al een tijdje bezig houdt. Dat de werkelijkheid, vaker dan we ervaren, indruist tegen waar we zo zeker van denken te zijn.

Het fenomeen dat je gewoonweg je ogen niet gelooft, is iedereen bekend. We zijn nu eenmaal overtuigd van ons kijkglas waarin alles is zoals we denken dat het is. Maar eigenlijk is dat zelden het geval.

Zoals een zeehond van ver af, eenmaal dichterbij, het opgezwollen lichaam kan zijn van een radeloze man die zich heeft verdronken. Terwijl jij nog dom ginnegapt, dat de waterpolitie nu ook al zeehonden in hechtenis neemt.

Opeens valt wat je zag in duigen. Je wordt geconfronteerd met een ontkende werkelijkheid. Dat doet de gewende werkelijkheid voor je en die kan als een wetboek op alle bladzijden overtreden worden.

Als dat op een wat grotere schaal gebeurt, dan raak je in paniek. Je schreeuwt bijna dat dat niet kan. Alsof de werkelijkheid niet bestaanbaar kan zijn, niet mogelijk is en dus niet waar kan zijn. Je knippert gelukkig vanzelf met je bedrogen ogen en ziet dat het wel degelijk is zoals het is. Dat je eigenlijk voor niets bang bent geweest.

Niet dat je voortaan altijd op je hoede bent voor zinsbegoocheling, maar toch.. Het onbevangen zijn is een gewaarschuwd mens geworden, filosofeer je wat voor je uit. Weer tot rust gekomen schrijf je er een gedicht over, dat het terugbrengt tot een alledaags verschijnsel. Al is de schrik er niet minder om. Het ontkennen van de realiteit is vaker amusant dan genant.

 

Indruisen

Bomen waaien woest door elkaar
slopen met hun kruinen de steigers
van de nieuwbouw tegenover de flat
waar wolken op onaffe gevels samenscholen

Een man fietst een auto dwars doormidden
rakelings langs het hek op je balkon
onder de steigers de halve huizen binnen
en verdwijnt plotseling geheel uit het zicht

Luid kletsende vrouwen laten onaangedaan
gillende kinderen over zich heen lopen
zwaaiend naar kennissen die aan hen
zonder op of omkijken voorbijgaan

Een motor rijdt met hoge snelheid recht op je af
verdwijnt bijtijds maar passeert in volle vaart je toch
verstijfd kijkend naar het spiegelende glas van de half open deur
waarin de werkelijkheid voortdurend van alle kanten overtreden wordt.

.

.

.


Ballade van Narayama

 

Voorgeschreven dood

Met een flinke voorraad huid
gerimpeld als oudjes, de tijd instappen
opgroeien tot we voldoende gezwollen zijn
voor een aansprekend, liefst praktisch levensdoel

Zoals een welwillende partner vinden
met wie we een nieuwe voorraad huid maken
voor een kind dat voorspoedig gezwollen tot volwassene
ons bijna dood, maar nu alleen mors, naar een knekelplaats sjouwt

Zo verliep ook het leven in de ballade van Narayama
de berg waar je naar de top werd gedragen, eenmaal zeventig jaar oud
op de warme klamme rug van je oudste zoon naar een voorgeschreven dood
hard zoals het leven was, niet harteloos, maar zo gewoon voor een nutteloze mond

Het huidig rimpelen en verschrompelen tot je klok stilstaat, heeft ook wel wat
maar ben je het leven zat, dan verlang je naar die tijd en plaats die in je dood voorzag

.

.

.


Laatste scheppingsdag

De wording van een mooie dag

Op wat vlekjes in zijn gezicht na was hij bleek,
Gelukkig geen vuurrode kop meer, zag hij
Zelfs niet lelijk, bijna aantrekkelijk, het is goed, dacht hij
Toen het donker weer van het licht gescheiden was.

In het begin is die ingreep verschrikkelijk geweest.
Het moment waarop hij uit haar buik gestoten werd,
Sneedt het licht als een vlijmscherp zwaard het bestaan kapot
Van een samenleving in het veilige, warme en duistere lichaam van de ander.

Waar geen honger of dorst bestond, geen hard geluid, geen kou, geen onlust
Zoals in het paradijs bedacht hij zich, veel later in de tijd van zijn wording.
Toen de innige duisternis allang verkeerde in angstaanjagende nachten
En de dag schaamte bracht in de spiegel van zijn ziel, zodat hij de wereld vreesde.

Hij behield dat gewonde hoofd tot hij ging roken en het bloed uit zijn gelaat trok.
Hij noemde die dag de aarde waarop hij voor het eerst het evenwicht bewaarde.


Mantelinge 2

Nooit meer oorlog
De oneindige schreeuw van Käthe Kollwitz
Honderd jaar geleden weer sneuvelde haar zoon Peter
Je proeft nog zijn as in het houtskool van haar tekening

Geen zier heeft het geholpen
Haar vele gedenktekens ten spijt
In steen, in brons, in ijzer en in koperen platen
Nog dagelijks sterven ze, zelfs kindsoldaten

De boom is het herdenken beu
Als oersymbool van het leven onder
Een halve krans van zijn meiboomneven
Heeft hij er tieten van gekregen

Hij protesteert in deze natuurlijke staat
Tegen de schijnheiligheid dat men er toch mee doorgaat


Look good  2014

 

Voor de liefhebbers de nieuwjaarswens in sonnetvorm:

AAAA wenst een voorspoedige verschrompeling

Kijkt verlangend uit naar een knap Nieuwjaar

die het geld verslindend monsterverbond

tussen staat en  kapitaal,  de hedendaagse

Leviathan, heimelijk naar de keel grijpt.

Wiens arm ogenschijnijk de hand lijkt te hebben

in het voortbestaan van deze almacht knijpt

keurig onder het witte boord met blauwe das

zonder enige aarzeling gestaag zijn strot dicht.

Hoopt dat het vuurwerk eindelijk zin krijgt

hem aanmoedigt het mythisch wezen 

zo lang in zijn wurgende greep te houden

tot alle gebakken lucht eruit geperst is.

Zodat de ademnood van de zorgzame samenleving onloochenbaar is

evenals de slapte van alle schaduwarme polderakkoorden.

PS

Zelf vertrekt het bedrijf in oprichting noodgedwongen uit zijn droomhuis in Rotterdam. Het hoopt in Vlissingen weer op te krabbelen. In handen van de immer jeugdige tijd moet dat lukken. Ja toch, niet dan?!  


Smal Holland 4

Zootje Ongeregeld gilt door mijn brievenbus:  we komen voor de OS in Sotsji, ik en mijn zus.  Een kiloknaller  poëzie persen ze mijn woning in. Uit de aan elkaar gerijmde flarden door mijn voordeur haal ik de veelbelovende zin,  dat het tijd is voor een Russische Lente.  Dat alles manifest wordt, al het latente.  Nu iedereen op de Spelen van Sotsji ongeacht nationaliteit, ras of seksuele voorkeur, welkom wordt geheten, moeten we de kleine koude oorlog tussen onze landen even vergeten.

Aldus sprak volgens hen Poetin op tv en in de krant wat recht is krom. Want iedereen hoort op die spelen vanzelfsprekend welkom te zijn met juist grote achting voor zijn land, zijn huid en zijn seksuele kant.  Voor alles dat ik als band graag met me meedraag. In Sotsji ben je meer gelijk dan de ander, juicht het stelletje ordelozen cynisch. Tenminste, als dit alles je echt onverschillig laat en het eigen gelaat voor je klinisch dood is. Anders krijg je van deze Sinterklaas-en-Zwarte Piet uit dezelfde zak als zijn speculaas een uitbrander.

Het is inderdaad vreemd dat Poetin bepaalt wie welkom is, bedenk ik me, en niet Bach. Die de huidige baas van het IOC is, dat officieel de spelen organiseert of al die anderen. Maar toch zijn zij van Zootje Ongeregeld van mening dat Marx niet voor niets heeft beweerd dat de werkelijkheid genoeg is geinterpreteerd. Dat het tijd wordt die te veranderen.

Ze voelen zich met zijn uitnodiging dan ook reuze vereerd. Onder hun maskers blozen ze als een maagd, om wiens of wier hand de hele buurt heeft gevraagd. Hoor, hoor, gillen ze in koor door de deur. Zonder onderscheid in nationaliteit, ras of seksuele voorkeur wil hij alle deelnemers in Sotsji zich op hun gemak laten voelen. Of hij het zo zal bedoelen dat iedereen zijn goddelijke gang kan gaan, dat kunnen ze weleens mis verstaan. Maar zo’n trainingspak, voor iedereen dient toch dat gemak!?

Het wordt bijna een aubade. Sta op voor een ‘ik=ben-ook-ZO-parade’. Samen met de voor rassenwaan gevluchte Zwarte Pieten en alle illegalen zonder strafblad om hun frieten wil ZO iedereen in die nieuwe outfit van de spelen laten genieten. Zingend getuigen ze van hun gemak. Zonder vrees voor die zak een Hollander te zijn, gehuld in huiden van grof tot fijn met gaten en bulten voor elk genot dat met de oude zeden spot.

Ze stoppen het raambiljet tot slot door de bus. Het is dat ik vastzit aan een zware klus.  Mijn huizen te verkopen en ondergronds  verder te leven.  Anders was ik beslist met ze meegelopen.  Nu kan ik ze slechts mijn sympathie geven en het biljet  in mijn etalage hangen. Poetin op een flinke afstand stangen met zijn onverschillige uitnodiging aan Jan en Alleman. Voor een hokjesvrije happening, waar de trots vanaf spat aan ‘zijn’ OS te mogen deelnemen als Occupy Sotsji. ZO is dat wijdbeens met me eens.

..


He came in through the door of our dryer blog

Zijn leven lang gekooid als poëzie

was hij een vlo zonder theater

achter tralies gekluisterd, op de knie

de tandeloze tijd dodend voor de mooiprater

Net als de verlosser te vroeg gepensioneerd

uit zijn vlees al het geld geslagen

om de macht in geringere handen over te dragen

is het koninklijke roofdier tot het bot onteerd

Zou hij het nu welletjes gevonden hebben

nu ons spaargeld vlees is geworden of altijd al was?

voor het systeem dat dreigt weg te ebben

als er geen geld in wordt verdampt tot darmgas

Met name in de buiken van bankgieren

met in iedere straat een anus

waar wij onze leeftocht uit de kieren

halen met onze tentakels graaiend in hun kanus

Vandaag kwam hij door de deur

van de droger binnen, de gek

devoot voor zijn doen met in zijn bek

een bewijs aan toonder in de originele kleur

 –

Zijn spaargeld is de ingehouden woede

over zijn ooit geroofde wilde bestaan

die men kan blussen met een rib waaraan

resten van een lijf kleven, een goed doorbloede

Je krijgt er zoveel meer voor terug

dan het systeem zelf bieden kan

een wezen dat smult van een ongekookte rooie rug

gokkend op zijn voorkeur voor een bankgier zijn hersenpan

Rotterdam, zaterdag 19 oktober, de dag waarop een Bengaalse tijger uit de kast kwam toen hij meende te horen dat al het geld vlees was geworden


Je weet maar nooit

Overal tikkende tijdbommen

Het kan zomaar misgaan

Op zoveel gebieden, in elk land

Alsof overal tikkende tijdbommen staan

Hier, geen mens op het strand

….

Altijd, je weet maar nooit of

Er één afgaat of bij hem in z’n kop, of

Dat een gek uit de lucht komt vallen

Omdat onze smoelen hem niet bevallen

….

Zo’n gek denkt misschien ook je weet maar nooit

Die gasten hebben zulke glazen smoelen

Of hij voelt zich gepakt en moet z’n woede koelen

Politiek wordt er immers maar wat aangeklooid

….

Kom, we gaan naar huis, ik gruw van dat stille

Het is hier echt niet pluis. Waarom gil je?

..

..

.

Vlissingen, maandag 14 oktober 2013, de dag waarop je je weer eens overtrokken realiseert dat je-weet-maar-nooit heerst op aarde, omdat het zelfs op het verlaten strand onrust baarde


Schaduwventen blog

*

*

De standwerker

*

Die dag was er geen zon

terwijl de lucht onbewolkt leek

was op straat geen mens te bekennen

wel nog de schaduw van de standwerker en

*

van zijn winkelend publiek

dat zich gisteren vermaakte met

slappe potloden die je niet stuk kon bijten

kunstvlees dat je niet van echt kon onderscheiden

*

ze gingen grif van de hand

iedereen sloeg in en leeg was het rek

ook het kunstvlees was die dag erg in trek

waaruit men zelf nog meer potloden kon snijden

*

blind was men gezwicht en over zijn schaduw heen gesprongen

eenmaal tot het onmogelijke gedwongen kwam men niet meer aan het licht

*

*

*

Rotterdam, dinsdag 1 oktober 2013, de dag waarop de politiek van over-de-eigen-schaduw-heen-springen het verleidde publiek het licht ontnam


Waterstand klein

*

Hou me vast

*

Let op, ze gaan het anker lichten

Roepen de bovenste badgasten

Allen buigen hun gezicht en

*

Hou mijn been stevig vast en

Laat nooit meer los, we gaan voor

Een onderwatertoren geheel van mensen

*

Als een trein vol net wakkere forenzen

Denderen ze over de golven, dwars door de zee

Zingen geestdriftig, Iedereen slepen we met ons mee

*

Tussen de levende pilaren van het koor

Nestelen turners zich in breedtehang

Maken salto’s in hun gedachtegang

*

Plots staat alles stil, in deze waterstand

Zingt de hele toren, hou me vast, heel het land!

*

*

Vlissingen, woensdag 25 september 2013, de dag waarop een nieuwe watersport in mij opkwam ter verbroedering van ’t vaderland aan de waterkant


Waterpaard ondertekend

*

*

Voor de plundering

*

Waar het water bellen baart

veranderde stralend licht

de toestand van de stoffelijke dicht-

heid in de massa tot een vloeibaar paard

*

Met duizenden tegelijk

stonden ze op uit de branding

maakten van het strand een dierenrijk

van waterpaarden, een galopperende dampkring

*

onbereden verrasten ze de dagjesmensen

met een nooit gedacht ontstaansverleden

dat plooibaar binnen zuiver rationele grenzen

hen opvrat in het stuivend zand onder hunne leden

*

voor de plundering was de gehele zoom nog vervuld van een zoete droom

met al haar water hield moeder aarde de zelfkant van ieder wezen in toom

*

*

*

Rotterdam, dinsdag 24 september 2013, de dag waarop de aanvankelijk afgekeurde prent al was opgekalefaterd, het gedicht is herschreven en het drieluik zodoende, weliswaar in bochten, is volbracht.


Waterpaard waaghals middel

*

De overstap

*

In het hart van de plundering

was er al eens contact geweest

had de waaghals in de branding

een teken gegeven aan het beest

*

Dat hij uit dezelfde stof bestond

niet helemaal, maar wel grotendeels

ruim voldoende voor ’n waterverbond

schreeuwde hij naar het paard, luidkeels

*

Het beest verstond wat ’t wilde horen

omdat geluid zich voortplant op golven

verwaaien woorden reeds ver voor de oren

ze opvangen en de betekenis kunnen kolven

*

Aldus vernam het dier, als de waaghals zijn zuiverheid bezat

dat hij zo naar het leven zonder menselijke zin overstapt

*

*

*

Rotterdam, maandag 23 september 2013, de dag waarop het middenpaneel van de plundering in mijn schoot viel