Post Tagged ‘religie’


Op het hedendaagse sterfbed
ligt de mens op zijn buik te verlangen
naar een teug adem zonder pijn in de borst
terwijl de slangen in zijn kille nest zuurstof pompen
voor de eeuwige strijd om het voortbestaan
in de schemer van een purperrode avond.

Buiten regent de eenzaamheid langs de ruit
over de door de meeste mensen verlaten straten
kruipen zwerfkatten onder het afval uit van de horeca
pissen verdwaalde honden hun geur op luide avondklokken
vermenigvuldigen delende cellen hoofdpijnen in de kopjes
boordevol geschiedenis van een samenlevingsarm bestaan.

Zichzelf deppend onder een ‘quilt’ van gestikte mondkapjes
voor de vele persoonsvormen in zijn overbevolkte bovenkamer
maakt een leger bromvliegen van zijn gehoorgangen bulderbanen
aerosolen geladen met virusdeeltjes verstoppen zijn beide neusgaten
tot de president van de wereld uitroept dat het nu wel volbracht is
nu zijn stemmers ondersteboven gehangen wortel schieten
op de i-phone van zijn thuiswerkende zakenpartner
waar hij in een hologram post mortem voortleeft
kopstoten uitdelend als een zwarte specht
eeuwig happend naar de laatste adem.

Het eeuwige leven!

Geplaatst: 6 november 2020 in Gedichten
Tags:, ,

Kiezels eten kirt mijn kleine geest
met zijn darmen de tijd herdenkend
dat de onbeschaafde dood versierd werd
door de lijken vol te proppen met kleurige klei
tot uit alle lichaamsgaten bonte rivieren stroomden
alsof de aarde zelf in de doden was gaan wonen

om de skeletten heen werden tuinen aangelegd
met planten, mossen, grassen, bomen en struiken
op de vlakten tussen de versteende kleistromen
een menigte lichamen als een uitroepteken
dat de mens eindelijk opgenomen was
in het huis van alle oorsprongen

Het eeuwige leven

Geplaatst: 27 oktober 2020 in Gedichten
Tags:, , , ,

Dagelijks wandel ik uit 
 het dalletje waar ik woon 
 de dijk op naar de boulevard
 om telkens weer te bewonderen 
 hoe de zee nieuwe kustlijnen tekent
 in 't zand van 't strand en op het basalt
 van de dijkwering, op drooggevallen stroken 
 met haar Scheldemond markeert waar ik kan lopen
 over ribbels, schelpenpaden, zeewierruggen, lage hellingen
 langs kokmeeuwen, kwallen, kuilen, kragen, kromhout, kreken
 door regenbuien, zonnestralen en windvlagen gevormde schotsen 
 sporen volgend van hondenpoten, trekpaarden hoeven, zandkastelen
 dwars door verstuivingen, schuimvlokken, deltastromen, geul landschappen
 gewaterverfde schaduwen van de badgasten die genoten van de zonsondergang
 aangevreten repen plastic, achtergelaten door creaturen die niks geven om de natuur
 naar met algen, mossen en korstmossen beklede oude houten palen in de noeste branding
 waar in het drijfzand door zeeduivels bezeten hengelaars balanceren op de gladde dwarsbalken 
 die de eeuwig veranderende getijden omtoveren tot donkergroene monumenten vol kruisen en mollen 
 een notenschrift voor het windorgel van de vissersvrouw dat eindeloos het verlies van haar dierbaren berouwt. 

Mezelf zijn (4)

De kunst verstaan

tegen de stroom in te roeien

voor een eigen plek tussen al die anderen.

De behoefte bevredigen

verbannen, verschopt en verworpen te worden

voor een eigen identiteit.

De geest rijp maken

met de illusie dat wijzelf bepalen wie we zijn

voor het rijk der vrijheid.


Mijzelf zijn

Een naam is mij al te groot,

maar zonder ben ik niet

wie ik zou kunnen zijn.

=

Voor wie mij kennen wil,

zodat ik kan wonen 

tussen al het leven om mij heen.

Mij is van alle kanten bang

voor een ik als een ding,

een jas zonder armsgaten.

—–

Vlissingen, 26 september 2020


Huidenhaarblog

Je bent zoveel meer dan je denkt
zegt iemand in een duister genootschap
tot en met de kruik waaruit men leven schenkt
zonder dat bestanddeel hebben zij aan hem geen boodschap

Geworpen in hun midden
is hij een waarheid zo groot als een koe
die voor haar gras nog geacht wordt te bidden
terwijl zij geen woord kan zeggen, zelfs geen ba of boe

Hij hoeft er niet bijna dood voor te zijn
om over zijn lijf en leden te dromen
alsof hij er is uitgetreden van de pijn
van dat meer nooit het fijne te weten te komen

Of hij nu uitwijkt, inwijkt of ter plekke opfleurt
er is geen gevolg, een mens gebeurt

 

 


Madonna van het melkwoud

 

Waar we ook heengaan zijn geen goden

geen oor voor ’n kogelvrij schietgebed

zullen we geen verse doden

tegenkomen, ook niet opgezet

*

zal al het water uit ons stromen

rivieren vormen diep in ’t dal

niemand zal erin om kunnen komen

zo licht als een mummie is dat het geval.

*

Waar we ook heengaan zijn natuurlijk borsten

kun je zelfs spreken van een heel woud

vol=vol gehangen voor onze dorst en

klotsend van dropmelk, warm of koud

*

wordt van brood banket gebakken

dat met honing is ingesmeerd

kunnen we fruit halen uit de zakken

van de boom die je in je mond parkeert.

*

Waar we ook heengaan kun je dromen

zonder dat bedrog ze verstoort

als Madonna verschijnt tussen de bomen

wier hoofd en schoot met ’n half ei wordt verwoord

*

zullen bessen met brandende pitten

hun hitte lozen in je buik

kun je voor altijd blijven zitten

eenmaal verenigd met hun struik.

*

Waar we ook heengaan of aan ontkomen

niemand weet precies wanneer

is de lust niet meer in te tomen

van al die engelenscharen zonder Heer.

**

Het panel van de enige omroep voor alle ongelovigen en aarzelende gelovigen in Nederland heeft deze lyric uitgekozen als het kerstlied van 2015. De voorzitter spreekt in haar kattenbelletje bij de prijs (een slordig aantal euro’s) dat Studio Artaaa erin geslaagd is hemel en hel, het beloofde land en de zondvloed, de waarheid en het leven, Madonna en haar vruchtbeginsel en het einde der tijden zo met elkaar te verbinden in een niet meer uit te wissen verbeelding en verwoording van wat ons allen te wachten staat dat het door iedere gezindte meegezongen kan worden met behoud van de egen identiteit en cultuur.

Ze meent tevens dat het de vluchtelingenstroom kan doen afnemen, waar het impliciet waarschuwt voor onomkeerbare tegenvallers  voor wie een land vol toekomstmuziek hier denkt binnen te stappen. Ze constateert dat nog altijd de meerderheid uitkijkt naar het hiernamaals als de kers op hun levenstaart. Ze vermoedt wel dat er een verschuiving heeft plaatgevonden en de zin van het leven voor de gemiddelde inwoner niet meer het sterven is.

Voor de viering van de prijs wordt het lied uitgevoerd door een engelenkoor in de Sint Jacobskerk te Vlissingen gedurende de kerstinkoopdagen. De coupletten worden wisselend ten gehore gebracht door respectievelijk het voorste deel van het koor bestaande uit Hells Angels Van Eigen Bodem (als de gevallen engelen), het middelste bestaande uit de Guardian Angels uit New York (als de beschermengelen) en op de achterste rijen de Aartsengelen bestaande uit diverse hedendaagse heiligen en helden die in de daarnaar genoemde KRO-campagne hoog scoorden (o.a. een replica van Prins Claus)


Proefschrift A3

Toen de mens koper leerde bewerken was er nog geen schrift uitgevonden. Voor wie in een schepper gelooft, moet dat een flinke verrassing (geweest) zijn. Immers, uit zijn woorden vloeide alles voort. Dan is het toch onbestaanbaar dat hij op die uitvinding moest wachten tot de mens er behoefte aan kreeg. De mens moet dus al vroeg goddeloos zijn geweest.

Wie op het idee kwam, is niet meer vast te stellen. Wel dat het schrift al gebruikt werd voordat Abraham boodschappenjongen van drie religies tegelijk werd. Het was in ieder geval niet het woord van zijn god dat noopte de schrift uit te vinden. Archeologen hebben andere verklaringen bedacht.

Hun verhaal luidt dat pas op het einde van de kopertijd (ca. 3300 v. Chr.) er behoefte aan ontstond. Deze kwam voort uit een toenemende vraag naar boekhouding in de handel. Maar ook naar een onbetwijfelde vastlegging van de rechtspraak in de hiërarchische samenleving nam de vraag toe. En (natuurlijk) was een nette administratie van de belastingafdracht aan de gemeenschap een belangrijke bron.

Deze grote stap in het beschavingsproces is als het ware ontstaan door onenigheid of vergeetachtigheid, waar de handel, de rechtspraak en de belastingafdracht door bemoeilijkt werden. Men legde heel creatief in pictogrammen vast wat niet meer tegengesproken kon worden. Nu wil het geluk dat in Vlissingen zo’n pictogram gevonden is, waaruit we kunnen opmaken dat het vroegste schrift een proefschrift was van metaalbewerkers.

Volgens de lokale archeoloog wijst de zeer fijn getekende voorstelling op een beschaving die zich bewust was van de grootte van die stap en al meteen een religieuze waarde eraan toekende. Die interpretatie ontleent hij aan de altaarachtige opstelling van het boek. Hoe het ook zij, de eerste poging was niet meteen raak. Het koperdraad liet zich te gemakkelijk buigen en dat zou voor de geschetste behoefte geen soelaas bieden. De vrees was dat men ermee zou knoeien. Wat met de kennis van nu niet onterecht is gebleken.


De zwanenhelm

Zijn goddelijke gaven waren bij de talentenjacht niet onopgemerkt gebleven. Integendeel, hij kreeg de eerste prijs zo soepel op het hoofd gedrukt dat het niet anders kon zijn dan dat de helm voor hem gemaakt was.

De voorzitter fluisterde dat in zijn oor en ook het geheim van het Wagnergenootschap, de organisator van de zanger-componisten-wedstrijd. “Onder dit hoofddeksel wordt je opnieuw geboren. Het vlies van De Componist zal als licht nooit meer doven. We verwachten een wederopstanding van hem in jou, jongen. Zodat de wereld voorgoed verlost wordt van de gevoelloosheid op alle gebieden. Niet in de laatste plaats de politiek, maar ook de religie en de muziek zelf. Als een schildknaap draag je de toorts van zijn zeggingskracht.”

Onder de zwanenhelm broedt hij op zijn goddelijke taak tot de kop van Richard Wagner zelf achter hem opdoemt. “Wat wil je ouwe?”, reageert hij instinctief op het wel erg vlezige portret. “Je geheel en al bezitten”, ginnegapt de man die ooit door Hitler zich in zijn graf omkeerde. Omdat Oom Wolf zijn naam misbruikte.

Een reveille uit de goten van de Graal, het lokale financiele centrum, spoort hem aan uit zijn puberslaap te ontwaken. “Dank God dat je geroepen bent het te horen!”, parafraseert Het Portret zijn eigen libretto. Als een speer vliegen de gedachten van de ene hoek naar de andere in zijn bovenkamer. Het betere ik weet het bange mij in het hart te raken. Innerlijk diep gewond, uiterlijk kerngezond componeert, zingt en speelt hij op zijn keyboard:

‘Slechts één ding kan ons nog helpen
slechts één poort maakt het ongedaan
waar ons gehoor zich bedient van schelpen
verstopt een vetzuchtige traan de druppelende kraan

Hele zinnen zijn vlees geworden
heel de wereld een gebroken brood
een hoger zelf eet uit de halflege borden
drinkt zijn wijn uit glazen gemaakt van schroot

Hoor: wij zijn de wereld, wij zijn het heelal
wij zijn dagelijks getuige van hun zondeval
van vrijbrieven voor een schaamteloze geldzucht
van dreigbrieven met een even schandelijke kapitaalvlucht

Zie: wij zijn de absolute meerderheid in getal
laten wij een scheet harder dan de oerknal
zitten we op een geheel verwoeste planeet
in de geldregen uit een kolossale hemelse reet


Waar was de mens nog meer

Fladderen als een vlinder
door de moestuin van zijn vader
al appels plukkend, bessen ritsend,
pruimen stelend en de knekels van het fruit
met zijn vrienden ronddragen in vaders klomp

Niets kon het spel bederven
tot zijn schoffel plots gods toorn
doorgaf in een keiharde lompe stomp
toen hij met zijn vriendjes geheel opging
in een christelijke begrafenis van het klokhuis

Ziedend over een pasje van zijn kind
die er zelf totaal geen fout in kon ontdekken
vernederde hij hem voor het oog van zijn wereld
en verwekte in een nacht tijd een levenslange angst

Vanaf die dag voelt hij de dierlijke jacht op de ander
vraagt hij zich af waar is de mens nog meer?


Twee keer heb ik mijn laatste blog gepubliceerd.

Geen enkele keer zie ik het bericht terug op de voorpagina van OBA.

En ook niet in de rubrieken.

Is er opeens iets veranderd, wat ik niet weet

Of…….

Vooruit, drie keer is scheepsrecht:

Hieronder de derde keer

Wat er mis is met de kerst en zo goed was aan Joel

Nieuwerjaarskaart

Al ver voor de kerstening van onze voorouders was ‘Vrede op aarde’ een vurige wens. Midwinter was niet alleen de tijd om te rusten, maar ook om offers te brengen, om eden te zweren en om de vrede te bewaren. Oorlog en ruzie, zo dachten ze, zou  een slecht voorteken zijn voor het jaar dat eraan kwam, voor de gewenste wedergeboorte van het licht en de vruchtbaarheid van het land.

Vrede was dus een noodzaak om sowieso kans te hebben de winter te overleven. Twaalf dagen trok men uit om die overgang van de donkere tijd naar het toenemende licht met verhalen, versieringen, vuur, voedsel en cadeau’s te vieren.

Zo praktisch waren we ooit kennelijk bezig en nou hopen we nog slechts dat de kerst vredig verloopt en sluiten we ons voor oorlogen af die zich niet aan die oerregel houden. Oorlogen die zijn aangegaan om de ander te vernietigen en waar de politiek ons in heeft meegesleurd.

STUDIO ARTaaa wenst dan ook vurig een vruchtbaar 2015 voor vriendschap en vrede. Het oude jaar roept het nieuwe op daar meteen werk van te maken. Net uit bad lijkt hij daar nog even over te willen nadenken. Hij heeft immers nog vijf dagen de tijd.


Nieuwerjaarskaart

Al ver voor de kerstening van onze voorouders was ‘Vrede op aarde’ een vurige wens. Midwinter was niet alleen de tijd om te rusten, maar ook om offers te brengen, om eden te zweren en om de vrede te bewaren. Oorlog en ruzie, zo dachten ze, zou  een slecht voorteken zijn voor het jaar dat eraan kwam, voor de gewenste wedergeboorte van het licht en de vruchtbaarheid van het land.

Vrede was dus een noodzaak om sowieso kans te hebben de winter te overleven. Twaalf dagen trok men uit om die overgang van de donkere tijd naar het toenemende licht met verhalen, versieringen, vuur, voedsel en cadeau’s te vieren.

Zo praktisch waren we ooit kennelijk bezig en nou hopen we nog slechts dat de kerst vredig verloopt en sluiten we ons voor oorlogen af die zich niet aan die oerregel houden. Oorlogen die zijn aangegaan om de ander te vernietigen en waar de politiek ons in heeft meegesleurd.

STUDIO ARTaaa wenst dan ook vurig een vruchtbaar 2015 voor vriendschap en vrede. Het oude jaar roept het nieuwe op daar meteen werk van te maken. Net uit bad lijkt hij daar nog even over te willen nadenken. Hij heeft immers nog vijf dagen de tijd.


Laatste scheppingsdag

De wording van een mooie dag

Op wat vlekjes in zijn gezicht na was hij bleek,
Gelukkig geen vuurrode kop meer, zag hij
Zelfs niet lelijk, bijna aantrekkelijk, het is goed, dacht hij
Toen het donker weer van het licht gescheiden was.

In het begin is die ingreep verschrikkelijk geweest.
Het moment waarop hij uit haar buik gestoten werd,
Sneedt het licht als een vlijmscherp zwaard het bestaan kapot
Van een samenleving in het veilige, warme en duistere lichaam van de ander.

Waar geen honger of dorst bestond, geen hard geluid, geen kou, geen onlust
Zoals in het paradijs bedacht hij zich, veel later in de tijd van zijn wording.
Toen de innige duisternis allang verkeerde in angstaanjagende nachten
En de dag schaamte bracht in de spiegel van zijn ziel, zodat hij de wereld vreesde.

Hij behield dat gewonde hoofd tot hij ging roken en het bloed uit zijn gelaat trok.
Hij noemde die dag de aarde waarop hij voor het eerst het evenwicht bewaarde.


Zorgwoordvoerders

“Wij zijn zorgwoordvoerders. Ons laatste avondmaal was het NZa-rapport. Driemaal kraaiden we in gebarentaal over het ontslag van de klokkenluider. Tevergeefs, we moeten het land blijven regeren met leugens.

Graag hadden we het verlossende woord voor Pasen uitgesproken en onze nekken verder uitgestoken. Zodat de mensen in het land er een echt vrolijk feest van kunnen maken. Helaas, we weten nog niet wie we allemaal niet zullen offeren voor het zorgakkoord. Wel is de tekst allang volbracht.

Wij zijn eruit. Nu onze vrienden van de oppositie nog. Na de passie in een nieuw jassie, een weekend vol zon en meer toeristen dan we aan allochtonen kunnen tellen, verwachten we geen enkele weerstand meer. Iedereen is zo’n beetje meegezogen in de Heer, het Weer of het Verkeer.”

Volgens welingelichte kringen wordt dinsdag het geloof in een gezonde samenleving sacraal verklaart en daarmee zou in principe iedereen optimaal vitaal zijn om voor zichzelf en de ander te zorgen. Dan wel voor die heilige samenleving, zoals vanouds, zich spontaan te offeren als de mond eenmaal nutteloos is. Uiteraard is dit ter beoordeling van de NZa en wel als ezelsproef.

Het hele zorgbudget zou dan ook naar de ziekste schrijver gaan voor een compleet nieuw paasverhaal. Als hij geen zzp-er is en wonderbaarlijk geneesbaar.  Aldus de woordvoerder van die welingelichte kringen, Jamai Loman.


Onkreukbaar luidt de klok

Onkreukbaarheid is tegenwoordig zo schaars dat je van niemand meer standvastigheid verwacht.

Tot ik een portret van Jan Poot zag.

Prachtig gekreukeld houdt de hoogbejaarde ondernemer zijn strijd om gerechtigheid al 25 jaar vol. http://www.klokkenluideronline.is/2014/02/de-epische-strijd-van-jan-poot-belicht/

In zo’n doorleefde kop kan ik helemaal opgaan.

Het biedt een indringender landschap van betekenissen dan de iconografie van menig kunstwerk.

Het overstijgt alle tot de draad versleten klaagzangen over de slechtheid van mens en wereld, en alle lofzangen op de liefde, de schoonheid zelf of de grootheid van een idee of almachtige.

Hoe meer de wereld naar de klote gaat, hoe mooier de standvastigen worden die hun rug onafgebroken recht houden.

Idealen kunnen niet bederven, wel de vergankelijke realiteit.

Een standvastige overleeft zijn tijd.

Zijn principes zijn immers onsterfelijk.

Lang leve het gelijk van Jan Poot.

..


Levensplant

De mythologie gaf ons de levensboom. Voor de ene cultuur was het een heilige boomstam ergens in het huidige Duitsland. Opgericht om alles, de hele wereld en zijn dak, te ondersteunen. Voor de andere cultuur was het een boom in het Bijbelse paradijs. Diens vruchten zouden je onsterfelijk maken.

Opgegroeid zonder kennis van de heilige boomstam fantaseerde ik dat een afgebroken takje in onze moestuin van die paradijselijke levensboom afkomstig was. Ik zette het in een bloempot op het dak van ons huis. De vruchten ervan zouden je een ander leven schenken, was mijn overtuiging. De bijbelse uitleg beviel me niet. Het voordeel daarvan zag ik niet. Integendeel, het leek mij een groot nadeel om eeuwig dezelfde te blijven.

Een nieuw leven zou van mij een andere persoon maken met bij voorkeur een knapper uiterlijk en met name een kleinere neus. Die verandering zou in mijn verbeelding gepaard gaan met een verandering van de wereld. Hoewel ik genoegen wilde nemen met alleen een ander milieu. En uiteindelijk besloot ik dat mijn verlangen al vervuld zou zijn als iedereen in mijn directe omgeving van de boom zou eten.

In een droom bloeiden uit het takje ontelbare hemelsblauwe bloemetjes tot een heuse wolk. De bloempot veranderde in een kruik, die de wolk aan haar steeltjes vasthield. Al snel kwam onder de bloemen een bleke en veel oudere kop van mijzelf tevoorschijn. Geconfronteerd met mijn toekomstige uiterlijk smeekte ik jankend om een ander gelaat. Ik wilde er zelfs mijn verlangen naar een andere persoonlijkheid voor opgeven.

Mijn tranen werden door de kelkjes gulzig opgezogen en in de kruik verwerkt tot een meer acceptabel gezicht. Het resultaat leek sprekend op een meisje en dat beviel me zeer. Tot ik me realiseerde dat een jongensachtiger uiterlijk me nog de kans gaf te kiezen. Een tijdje als een man of als een vrouw door het leven gaan, leek me ideaal. Ik had de wens nog niet geuit of een derde gezicht kwam onder de bloemetjes vandaan. Dat was een schot in de roos, vond ik.

Over zo’n levensplant is echter niets bekend. Wat moest ik doen? Dat gezicht opeten? De hele wolk? Of alleen een blaadje? Of mijn gezicht ermee insmeren? Ik probeerde het laatste en werd wakker., maar zag niets meer. Ik ben blind, gilde ik. In een orthodox christelik milieu is zo’n alarm schokkend. Wat had die belhamel nu weer uitgehaald? Het complete gezin gilde dat het een straf van God was, tot mijn moeder opmerkte dat er korstjes op mijn ogen zaten. Afblijven, piepte ik.

De korstjes moesten er vanzelf afvallen, want dan kreeg ik het gedroomde gelaat. Het is gedroogde snot, jongen, fluisterde ze mij discreet in de oren. Ze depte met een vochtig washandje de korstjes weg en speelde alsof ik toch een ander gezicht had. Meer meisjesachtig zei ze. Maar toch nog wel een jongen?, vroeg ik ietwat benauwd. Ja, natuurlijk, stelde ze me gerust. Haar bedrog viel me verschrikkelijk tegen, toen ik in de spiegel keek. Het kleine uurtje dat ik in de waan gelaten was van een nieuw leven, verdampte geheel in de aanblik van mijn kwaaie vuurrode kop. Precies mijn vader als hij werd tegengesproken.


Schone ballen


Vliegenlegbatterij blog

In het kader van de ontwikkeling naar een prestatiemaatschappij heeft de natuur een nazomerse prijsvraag uitgeschreven. Tussen alle bomen in het bos slingeren planten cryptogrammen. Daarmee nodigen ze de bewoners uit nieuwigheden te duiden. De meest aansprekende uitleg wordt beloond met een zonvakantie bovenop het bladerdek. De boshemel, die op de afbeelding de spotlichten verzorgt.

De traditionele natuur heeft nog altijd voor iets nieuws geen goed woord over. Ziet iedere nieuwlichterij aan voor ‘fratsen’ of ‘kuren’. Laat onkruid wat uit zichzelf niet ophoudt te bestaan dat verstikken. De opkomende moderne staat van de natuur leeft er echter van, vooral van het verlangen dat de vernieuwing nooit ophoudt.

De toename van natuur, dat wil presteren in plaats van participeren, heeft zo te zien dat verlangen een ‘boost’ gegeven. Na de imitatie van het goede uit onze economie, moet de prijsvraag stimuleren het goede uit de cultuur van de menselijke samenleving ook in de natuur vorm te geven. Het vliegenvolk neemt dit voortouw over van de Supervlinder (zie eerder blog).

Het heeft zich massaal als kamervlieg uit de mensenwereld teruggetrokken en zich gestort op maanlichtkooigevechten in de vrije natuur. Een ‘freefight’ van vrije vliegen, ondanks de kooi. Tenminste, dat meent de specht uit de afbeelding op te kunnen maken. Vooralsnog spreekt de andere bewoners zijn idee van deze nieuwe werkelijkheid het meest aan. Hij heeft dat bereikt door in alle bomen gaatjes te pikken om de wind zijn liedje er doorheen te laten fluiten. Zodoende overstemt hij alle andere ‘vertogen’.

Het liedje spreekt van gouden kommen gesneden uit gladde eikeldoppen hangend aan maanlichtbundels. Hij steelt er de show mee en ze roepen hem uit tot de Stem van Het Bos. Voor de publieksjury bezingt hij vervolgens de spanning en sensatie van de strijd om de hegemonie tussen de sterke en de arme eendagsvliegen. Die jury bestaat uit de zwakke en de rijke exemplaren, die naar beide vliegenparen staren. Wachtend op het moment dat een van hen bezwijkt.

Hoe hard de uil ook moge krijsen dat het gouden eieren zijn, dat het gaat om wie er het eerste afvalt en dat het licht hen in gijzeling houdt. De gigantische fluit van de specht gaat er ver bovenuit. Tot een zwarte kraai net even harder krast dat ze kieren tot hun spieren knappen als knopen op te strak gedragen pakken als snaren in te hoog gespannen lieren Een rappe rap die hij tegen de specht in ‘hip hopt’.

Hij wordt in het binnenbosse theater de nieuwe prijswinnaar. Al vinden de struiken dat de echte winnaar het bladerdek is. Want, ritselen hun blaadjes, de bomen zijn zich veel sterker bewust geworden van hun moderne aard. Al bijten ze zich in hun eigen staart. Ze willen per se de hele wereld beschermen tegen het kwaad. Met het selectief doorlaten van het licht, maken ze kroonluchters, die de vliegen publiekelijk misbruiken.

Eeuwenlang waren de hoge bomen slechts omstanders, betogen ze. In hun schaduw speelde alles zich af. Maar nu hebben zij het door en staan op uit hun graf. Zij willen het presteren om in onze moderne staat van het bos duizenden bosjes te maken en tegelijk in dezelfde zwaai een groot overkapt stadion. Zoals de mensensteden van duizenden dorpjes een geheel hebben gemaakt, dat dagelijks cultureel uiteenspat in frisse, vrolijke, zoete, maar ook saaie, zure en gure buurtjes. De metropool collectief geen eigen gezicht gevend, waardoor het slechts een ‘skyline’ blijft voor lege ogen.

Met het bladerdek kunnen de bomen in een wip een kolossaal dak vormen en met minuscule gaatjes spotlichten op het sportspektakel zetten. Op een wenk van een knakkende tak douchen de struiken in een waterval van licht. Is het dak geheel en al waterdicht, dan kunnen de dagjesdieren en sommige planten de bomen in om te zonnebaden.

Door het werken met allerlei rasters bepalen ze iedere verandering van het klimaat. Tegelijk voorzien deze multinaturals in lichtshows, dauwtrappen op ijle hoogte, chillende wolken en eindeloze dakgoten, bodemloze schuilplaatsen, overdekte winkelcentra, stilteplekken, grafkelders, bloembedden, hangtuinen, maar ook zoeklichten naar wat het daglicht niet verdragen kan.

De struiken doen nog zo hun best om de jury voor de bomen te paaien. Ze ritselen harder dan een orkest met hun blaadjes, maar de zwarte kraai en de wind door de gaatjes van de specht blijven hun geluid verwaaien. Tot het bladerdek het licht uitdoet en het publiek schreeuwt om zijn bloed. Als de duisternis hen opeens beangstigt, horen de kruinen de hele massa in koor hen smeken het maanlicht niet meer te breken. Ze mogen de prijs voor zichzelf houden.

Zo krijgen de bomen uit eigen doos het krediet, dat de struiken voor hen ritselden. Zich badend in het licht door de nieuwe spleten doen de kierende vliegen de zwarte kraai en de specht hun verlies al snel vergeten. Tot de morgenstond geniet het hele bos van het gevecht om de eer een nachtje de bovenste baas te zijn in het geslachtsverkeer. Wanneer de bomen op hun lauweren gaan rusten.

..

..

Rotterdam, woensdag 16 oktober 2013, de dag waarop ik na bezoek van mijn familie in de Bijbelbelt de Veluwe zelf ervaar als een en al moderniteit. Overal levenslustig groen, dat maar niet het hoofd voor een eeuwige herfst wil buigen.


Je weet maar nooit

Overal tikkende tijdbommen

Het kan zomaar misgaan

Op zoveel gebieden, in elk land

Alsof overal tikkende tijdbommen staan

Hier, geen mens op het strand

….

Altijd, je weet maar nooit of

Er één afgaat of bij hem in z’n kop, of

Dat een gek uit de lucht komt vallen

Omdat onze smoelen hem niet bevallen

….

Zo’n gek denkt misschien ook je weet maar nooit

Die gasten hebben zulke glazen smoelen

Of hij voelt zich gepakt en moet z’n woede koelen

Politiek wordt er immers maar wat aangeklooid

….

Kom, we gaan naar huis, ik gruw van dat stille

Het is hier echt niet pluis. Waarom gil je?

..

..

.

Vlissingen, maandag 14 oktober 2013, de dag waarop je je weer eens overtrokken realiseert dat je-weet-maar-nooit heerst op aarde, omdat het zelfs op het verlaten strand onrust baarde


Waterpaard ondertekend

*

*

Voor de plundering

*

Waar het water bellen baart

veranderde stralend licht

de toestand van de stoffelijke dicht-

heid in de massa tot een vloeibaar paard

*

Met duizenden tegelijk

stonden ze op uit de branding

maakten van het strand een dierenrijk

van waterpaarden, een galopperende dampkring

*

onbereden verrasten ze de dagjesmensen

met een nooit gedacht ontstaansverleden

dat plooibaar binnen zuiver rationele grenzen

hen opvrat in het stuivend zand onder hunne leden

*

voor de plundering was de gehele zoom nog vervuld van een zoete droom

met al haar water hield moeder aarde de zelfkant van ieder wezen in toom

*

*

*

Rotterdam, dinsdag 24 september 2013, de dag waarop de aanvankelijk afgekeurde prent al was opgekalefaterd, het gedicht is herschreven en het drieluik zodoende, weliswaar in bochten, is volbracht.