Archief voor de ‘Portretten’ Categorie


Onkreukbaar luidt de klok

Onkreukbaarheid is tegenwoordig zo schaars dat je van niemand meer standvastigheid verwacht.

Tot ik een portret van Jan Poot zag.

Prachtig gekreukeld houdt de hoogbejaarde ondernemer zijn strijd om gerechtigheid al 25 jaar vol. http://www.klokkenluideronline.is/2014/02/de-epische-strijd-van-jan-poot-belicht/

In zo’n doorleefde kop kan ik helemaal opgaan.

Het biedt een indringender landschap van betekenissen dan de iconografie van menig kunstwerk.

Het overstijgt alle tot de draad versleten klaagzangen over de slechtheid van mens en wereld, en alle lofzangen op de liefde, de schoonheid zelf of de grootheid van een idee of almachtige.

Hoe meer de wereld naar de klote gaat, hoe mooier de standvastigen worden die hun rug onafgebroken recht houden.

Idealen kunnen niet bederven, wel de vergankelijke realiteit.

Een standvastige overleeft zijn tijd.

Zijn principes zijn immers onsterfelijk.

Lang leve het gelijk van Jan Poot.

..


Levensplant

De mythologie gaf ons de levensboom. Voor de ene cultuur was het een heilige boomstam ergens in het huidige Duitsland. Opgericht om alles, de hele wereld en zijn dak, te ondersteunen. Voor de andere cultuur was het een boom in het Bijbelse paradijs. Diens vruchten zouden je onsterfelijk maken.

Opgegroeid zonder kennis van de heilige boomstam fantaseerde ik dat een afgebroken takje in onze moestuin van die paradijselijke levensboom afkomstig was. Ik zette het in een bloempot op het dak van ons huis. De vruchten ervan zouden je een ander leven schenken, was mijn overtuiging. De bijbelse uitleg beviel me niet. Het voordeel daarvan zag ik niet. Integendeel, het leek mij een groot nadeel om eeuwig dezelfde te blijven.

Een nieuw leven zou van mij een andere persoon maken met bij voorkeur een knapper uiterlijk en met name een kleinere neus. Die verandering zou in mijn verbeelding gepaard gaan met een verandering van de wereld. Hoewel ik genoegen wilde nemen met alleen een ander milieu. En uiteindelijk besloot ik dat mijn verlangen al vervuld zou zijn als iedereen in mijn directe omgeving van de boom zou eten.

In een droom bloeiden uit het takje ontelbare hemelsblauwe bloemetjes tot een heuse wolk. De bloempot veranderde in een kruik, die de wolk aan haar steeltjes vasthield. Al snel kwam onder de bloemen een bleke en veel oudere kop van mijzelf tevoorschijn. Geconfronteerd met mijn toekomstige uiterlijk smeekte ik jankend om een ander gelaat. Ik wilde er zelfs mijn verlangen naar een andere persoonlijkheid voor opgeven.

Mijn tranen werden door de kelkjes gulzig opgezogen en in de kruik verwerkt tot een meer acceptabel gezicht. Het resultaat leek sprekend op een meisje en dat beviel me zeer. Tot ik me realiseerde dat een jongensachtiger uiterlijk me nog de kans gaf te kiezen. Een tijdje als een man of als een vrouw door het leven gaan, leek me ideaal. Ik had de wens nog niet geuit of een derde gezicht kwam onder de bloemetjes vandaan. Dat was een schot in de roos, vond ik.

Over zo’n levensplant is echter niets bekend. Wat moest ik doen? Dat gezicht opeten? De hele wolk? Of alleen een blaadje? Of mijn gezicht ermee insmeren? Ik probeerde het laatste en werd wakker., maar zag niets meer. Ik ben blind, gilde ik. In een orthodox christelik milieu is zo’n alarm schokkend. Wat had die belhamel nu weer uitgehaald? Het complete gezin gilde dat het een straf van God was, tot mijn moeder opmerkte dat er korstjes op mijn ogen zaten. Afblijven, piepte ik.

De korstjes moesten er vanzelf afvallen, want dan kreeg ik het gedroomde gelaat. Het is gedroogde snot, jongen, fluisterde ze mij discreet in de oren. Ze depte met een vochtig washandje de korstjes weg en speelde alsof ik toch een ander gezicht had. Meer meisjesachtig zei ze. Maar toch nog wel een jongen?, vroeg ik ietwat benauwd. Ja, natuurlijk, stelde ze me gerust. Haar bedrog viel me verschrikkelijk tegen, toen ik in de spiegel keek. Het kleine uurtje dat ik in de waan gelaten was van een nieuw leven, verdampte geheel in de aanblik van mijn kwaaie vuurrode kop. Precies mijn vader als hij werd tegengesproken.


Staatsieafdruk WA 2

*

*

*

NB

De zweefvlieg symboliseert overleven door imitatie. Het is een wezen dat niet zo goed als andere dieren voor de levensstrijd is uitgerust en daarom zich voorziet van een uiterlijk dat lijkt op een ongewenst prooidier c .q. een gewenst krachtig voorkomen.

Deze nabootsing beschermt en vergemakkelijkt zijn ‘baan als vlieg’. Deze soort gebruikt veelal het uiterlijk van een wesp, hommel of bij.

Ik dacht bij de keuze van dit fraaie exemplaar ook aan zijn ega, die als zo’n koninklijk uitziende wederhelft niet van zijn zijde wijkt (vanwege die geringe uitrusting van hem voor zijn koningschap).


Schone ballen