Archief voor de ‘Scheppingsverhalen’ Categorie


De zwanenhelm

Zijn goddelijke gaven waren bij de talentenjacht niet onopgemerkt gebleven. Integendeel, hij kreeg de eerste prijs zo soepel op het hoofd gedrukt dat het niet anders kon zijn dan dat de helm voor hem gemaakt was.

De voorzitter fluisterde dat in zijn oor en ook het geheim van het Wagnergenootschap, de organisator van de zanger-componisten-wedstrijd. “Onder dit hoofddeksel wordt je opnieuw geboren. Het vlies van De Componist zal als licht nooit meer doven. We verwachten een wederopstanding van hem in jou, jongen. Zodat de wereld voorgoed verlost wordt van de gevoelloosheid op alle gebieden. Niet in de laatste plaats de politiek, maar ook de religie en de muziek zelf. Als een schildknaap draag je de toorts van zijn zeggingskracht.”

Onder de zwanenhelm broedt hij op zijn goddelijke taak tot de kop van Richard Wagner zelf achter hem opdoemt. “Wat wil je ouwe?”, reageert hij instinctief op het wel erg vlezige portret. “Je geheel en al bezitten”, ginnegapt de man die ooit door Hitler zich in zijn graf omkeerde. Omdat Oom Wolf zijn naam misbruikte.

Een reveille uit de goten van de Graal, het lokale financiele centrum, spoort hem aan uit zijn puberslaap te ontwaken. “Dank God dat je geroepen bent het te horen!”, parafraseert Het Portret zijn eigen libretto. Als een speer vliegen de gedachten van de ene hoek naar de andere in zijn bovenkamer. Het betere ik weet het bange mij in het hart te raken. Innerlijk diep gewond, uiterlijk kerngezond componeert, zingt en speelt hij op zijn keyboard:

‘Slechts één ding kan ons nog helpen
slechts één poort maakt het ongedaan
waar ons gehoor zich bedient van schelpen
verstopt een vetzuchtige traan de druppelende kraan

Hele zinnen zijn vlees geworden
heel de wereld een gebroken brood
een hoger zelf eet uit de halflege borden
drinkt zijn wijn uit glazen gemaakt van schroot

Hoor: wij zijn de wereld, wij zijn het heelal
wij zijn dagelijks getuige van hun zondeval
van vrijbrieven voor een schaamteloze geldzucht
van dreigbrieven met een even schandelijke kapitaalvlucht

Zie: wij zijn de absolute meerderheid in getal
laten wij een scheet harder dan de oerknal
zitten we op een geheel verwoeste planeet
in de geldregen uit een kolossale hemelse reet


Zeventig jaar eenzaamheid

Zie de jubilaris, mijn zus, geportretteerd met de skyline van haar Bolsward als horizon. Aan de gouden ketting bungelt een tangetje, waarin een eivormige parel geklemd zit.

Boze tongen beweren dat het de teelbal van de heilige Apisstier is. In een vorig leven, fluisteren ze, heeft zij als anonieme priesteres de verschijningsvorm van de godheid Path heimelijk gecastreerd. Sindsdien zouden haar voorspoed en levenskracht ten deel vallen zonder last te hebben van verlangen naar mannen die paren om kinderen te verwekken.

Blijde tongen jubelen echter dat het Gods pincet is om zieltjes uit de keel van de duivel te verwijderen. Zodoende kunnen ze ongekwetst en na droging door het oog van de naald de hemel in worden getrokken.

In werkelijkheid had onze vader, een goed boerende handelaar in geloofsartikelen, het sierraad uit het koperen sluitwerk van een oude statenbijbel gewurmd. Verguld bood hij het tevergeefs aan een inlands liefje aan, die hij op zijn christenreizen door de koloniën had geschaakt. In het voorjaar van 1935 had zij het kleinood nog in een feestelijke processie rond de ingezaaide akkers van onze jarige opa geleid. Het gevolg was echter dat zij veranderde in een weerbaar en onkwetsbaar schepsel.

De volgende dag beliefde zij geen minnaar meer die haar vruchtbaarheid op het oog had. Het tangetje mocht hij houden. Enkele jaren later verstopte hij het verzilverd als kandijtangetje tussen de theelepeltjes en gebaksvorkjes in een even ‘fijn zilveren’ doosje. Hij gaf het propvolle hebbedingetje aan onze moeder kado om haar voor de neus van zijn broer weg te kapen.

Na haar dood kwam het doosje in handen van mijn zus. Zij had het in commissie zo laag laten taxeren dat niemand anders er belangstelling voor had. Of mijn zus wist dat je door magische rituelen met de hanger over goddelijke machten kon beschikken, weet ik niet. Wel is het opvallend dat het landschap rond Bolsward vele malen groener is dan de kleur van haar partij. Het CDA, dat haar het burgemeesterschap -niet zonder kinnesinne- in de schoot wierp.

Het zou me niks verbazen als haar godsbeeld een hagelwitte os is, maar dat zal ik nooit weten. Het is not done in wat nog rest van onze familie om elkaars nieren te proeven over het eigen geloof. Als nazaten van twee generaties handelaren in onversneden Calvinisme hebben we het liever over andere wijn dan de huiswijn waarmee we opgroeiden.

Zeventig jaar is een vol en compleet leven volgens bijbelse symboliek. Ik ben benieuwd of zij het kleinood zal doorgeven aan een neef of nicht. Of dat zij het zelf houdt en haar graf inneemt. Niemand weet immers of zoiets van pas komt in het hiernamaals. Een eeuwig leven lijkt me zonder extra levenskracht en voorspoed geen geringe opgave. Voor vruchtbaarheid hoeft ze niet bang te zijn. De tijd en plaats daarvoor is gebonden aan het aardse bestaan. Eenmaal in de hemel kan ze haar eigen goddelijke gang gaan.


Laatste scheppingsdag

De wording van een mooie dag

Op wat vlekjes in zijn gezicht na was hij bleek,
Gelukkig geen vuurrode kop meer, zag hij
Zelfs niet lelijk, bijna aantrekkelijk, het is goed, dacht hij
Toen het donker weer van het licht gescheiden was.

In het begin is die ingreep verschrikkelijk geweest.
Het moment waarop hij uit haar buik gestoten werd,
Sneedt het licht als een vlijmscherp zwaard het bestaan kapot
Van een samenleving in het veilige, warme en duistere lichaam van de ander.

Waar geen honger of dorst bestond, geen hard geluid, geen kou, geen onlust
Zoals in het paradijs bedacht hij zich, veel later in de tijd van zijn wording.
Toen de innige duisternis allang verkeerde in angstaanjagende nachten
En de dag schaamte bracht in de spiegel van zijn ziel, zodat hij de wereld vreesde.

Hij behield dat gewonde hoofd tot hij ging roken en het bloed uit zijn gelaat trok.
Hij noemde die dag de aarde waarop hij voor het eerst het evenwicht bewaarde.


Vijf emblemata over de aarde, waarop we nu alweer een poosje last hebben van Meneer Haas. We lopen de benen onder onze samenleving vandaan om bij en in de tijd te blijven die voortraast over zovele koninkrijken waar het leven goed in zou zijn gebleven.

kaft

kegelen

paarse trollen

  
tollen

aardkorts

einde

De tekst is nog niet zoals ik hem graag wil hebben. Een plaat over de eindtijd heb ik weggelaten. Ik had er de 11e september 2001 in verwerkt als keerpunt dat religie een halszaak is geworden waar men alles voor overheeft en zich geopenbaard heeft in het land waar Overhaast (als opperwezen van de ratracesociety) naast God een zetel heeft.

Ik ga die plaat nog uitwerken in De Pandoer dat God dood is….


Avondluchten

Adamluchten

  

Als de wolken wijken naar de nacht

het roet in verse fresco´s sleuren 

mijn buren overdag de regen bracht-

en, nu hun lippen pruilen om het bloed


wat de zon opeist om hen met rust te laten
hun vingertoppen dwingend niet te praten
en in de stilte van de drijvende onthouding
de schouder zet onder de bijna aanraking  

van goden die de mens verbeelden
in woord, gebaar en wat ze speelden
het zal de schepper worst zijn
azijn als ze zich verveelden.

 

 

 


geurenlezer
 
veel vroeger dan hij eigenlijk gewend is, staat lux de volgende dag op en loopt zonder ontbijt de deur uit. de korte nacht heeft hem de langste droom van zijn leven gebracht en geopenbaard wat de oercel zoal vermag. de droom heeft hem op reis genomen door alle ruimten binnen en tussen de celwanden. als een vikingschip doorkliefde hij de kleurige slierten, die de wanden zintuigelijk maken. dikke druppels dieprode siroop sleepte hij achter zich aan. tot het oorlogschip geheel door de stroop omhuld erin oploste en als zweet in al zijn porieën opdroogde. hij was het vaartuig zelf geworden. het hout was verspierd, de boeg verbeend en de mast verhaard. op de plek waar het roer wordt bediend, waren twee wijd geopende neusgaten ontstaan.
 
door de transformatie in een vaartuig ervaarde lux wat een pasgeborene ongereflecteerd overkomt, maar nu als schip. waar een baby zich al huilend tot de wereld keert om het afval van de geboorte uit zijn ogen, neus en longen te drijven, schudt een nieuwe boot al haar spieren en klieren zoals een atleet zijn lichaam los hopt om een explosieve start te maken. als een sprinter tot leven komt, ervaarde hij dromerig, dan werken alle zintuigen tegelijk om hem de vijf belangrijkste tekens te geven dat niets meer in de weg staat voor een overwinning.
 
de blik van alle kleuren, de gladheid van alle stoffen, het piepen en kraken van alle botten, de smaak van alle strelingen en de geur van al het zoete en het zure tegelijk maakte in hem de sensatie los een stalenboek te zijn. alsof zijn zintuigen van zijn omgeving inclusief zijn eigen lichaam een continu heen en weer bladerend verhaal hadden gemaakt, dat hem door de tunnels van de oercel heen trok naar een apocalyptisch einde. waarbij de bladzijden aanvoelden als textiel en het omslaan hem door een oneindige manifactuur leiddde vol ragfijne zijde, linnen, wol, fluweel en bont. wat hem vanzelf zo diep deed zuchten dat er binnen in hem windhozen ontstonden die zijn innerlijke geuren vermengden met de adem van de oercel.
 
opgestuwd door het uitdijende geurenboeket schoot hij als een speer door alle wanden, die door zijn vaart licht afgaven dat eerst in strepen en vervolgens in geknipte lijnen teksten leken te schrijven. zijn haren tastten zoals de vingers van een blinde naar de betekenissen, die de wand pas prijsgaf als ze tongen vormden die de wanden schoonlikten. de oercel is een schrijver, was eerst zijn mening, maar al snel merkte hij dat in een oercel alles omgekeerd waar is. de schone wanden smeekten om de tekst en drukten als naar 1001 sprookjes verlangende kinderen hun oren en masse tegen zijn scheepswanden alsof ze zijn gedachten konden afluisteren.
 
toen hij bijna samen werd geperst, bemerkte lux dat de oercel de teksten opsnoof. alle zintuigen van het primitiefste organisme, waar de aarde ooit haar debuut mee maakte, spitsten zich toe op lezen. waar lux aanvanklijk dacht dat de tekens teksten vormden, maakte het gesnuif hem duidelijk dat we van oorsprong het woord niet kenden. onze cellen waren echter niet ongeletterd van afkomst, integendeel we hebben ooit het complete alfabet van alle geuren gekend, de grammatica om ze in allerlei stijlen te proeven en de semantiek om alle verschillende smaakkleuren tot onze geest door te laten dringen. doordat lux met zijn bootwording ook deel uitmaakte van hetzelfde weefsel als waar hij in ronddobberde, werd hij zintuigelijk op dezelfde wijze geinformeerd.
 
het gevolg van de umwelt als een geurenpalet in je geest de signalen te laten schilderen, waarmee dieren hun weg door hun rijk vinden, is dat de neus het schip van je overneemt. aan het einde van zijn droom schoot hij als een speedboot de cel uit en zag hij zichzelf in de spiegeling van de buitenlucht als een periscopische neus de driftig golvende celwand oversteken, hij was na de celdeling een en al reukorgaan. de oercel had van hem een geurenlezer gemaakt en al zijn vermogens om te communiceren in dat ene zintuig geconcentreerd. het orgaan dat men tegenwoordig na de borsten als tweede lichaamsdeel dwars door de evolutie heen kunstmatig aanpast aan de laatste mode.
 
in de werkplaats aangekomen opent hij de zuurkast en zuigt met een speciale pincet precies die oercel uit het op kweek gezette multimeer, die in de hoogste neusstand verkeert. door het contact met de buitenlucht vervormt het haaks omhoog stekende lichaam tot een pilon. hij schuift het glibberige voorwerp als een hoedje over zijn middelvinger en weldra verschijnen in zijn ogen verhalen over het rood dat als het het licht terugkaatst alle andere kleuren absorbeert. hij kan voor het eerst alle tinten van de kleur lezen die het meeste effect heeft op de mens, omdat zijn voorouders grotendeels van vruchten leefden,
 
doordat rijpe vruchten en bessen vaak rood zijn, is het menselijk oog zeer gevoelig geworden voor deze kleur. de evolutie heeft daar haar voordeel mee gedaan. rood is niet alleen de kleur van bloed geworden, waarvan de tint aangeeft om welk bloedbelang of bloedbehoefte het gaat, maar ook van vuur, dat zelf al symbool is voor zowel gevaar als passie. rood trekt zo sterk de aandacht dat het in heel de wereld gebruikt wordt voor de communicatie van zowel de gevaren die we lopen als de warmte, genegenheid, liefde die we zoeken, het leven zelf en de hartstocht waarmee we van ons leven een theater maken en tegelijk een tempel om ons in een hogere werkelijkheid met elkaar te verstaan.
 
rood brengt een stoot adrenaline in het bloed, versnelt de hartslag en verhoogt de bloeddruk. het windt ons op en wekt onrust. het leest ons de geboorte voor, het leven, de wereld en de dood. het is de kleur van de zonde en van vernietigend geweld. de duivel is rood en roodharige vrouwen werden in de middeleeuwen om het minste of geringste van hekserij verdacht en op de brandstapel geofferd om het kwaad uit te roeien. priesters dragen vaak rode gewaden als bescherming tegen duivelse krachten. ze communiceren zo met de duivel en denken hem met zijn eigen wapens te verslaan. om dezelfde reden krijgen jongetjes in china meteen na de geboorte rode kleedjes aan.
 
lux leest in het kardinaalrood dat we door de kolossale voorkeur van de mensheid voor een rode werkelijkheid behept zijn met de behoefte krachtdadig te lijken, indruk te maken en al een winnaar te zijn voordat het gevecht begonnen is. wie van rood houdt, leert de kleurenpsychologie hem, wil afwisseling en avontuur. rode wezens zijn strijdlustig, jaloers, impulsief, temperamentvol, moedig en geestdriftig. als je met iemand in zee gaat die rood als lievelingskleur heeft, zal je je zeker niet vervelen, is de laatste zin die hij uit de oercel opsnuift.


vikingschepen gestrand
 
 
lux verwacht vandaag nog een telefoontje van de ama. hij heeft op een blog gelezen dat de directeur een kleinzoon van die van vollehoven is, die sneller dan een verkeerslicht op vraagstukken van nationaal belang reageert. terugvindingen zijn dat van nature, is zijn stellige overtuiging. ze halen immers hun stof uit de wording van de natie, van de lokale mensheid. in het kader van het behoud van de eigen cultuur is het terugvinden van de moderne tijd in hun familiegeschiedenis een daad van liefde voor volk en vaderland, die tegelijk over de lands- en cultuurgrenzen heen de hele wereld verrijkt. het overstijgt zelfs een mondiaal belang, de hele kosmos heeft er baat bij. ja hoor, plaagt zijn vader hem, wij brengen er de aarde mee in een andere baan en met een slimme multimeer dichten we alle gaten in de ozonlaag.
 
 
dat bedoel ik niet, dat weet je best wel, vermaande lux hem. met de hele kosmos wil ik aangeven dat we de wereld spiritueler maken met een multimeer die net als het heelal bestaat door zwellen en inkrimpen. we geven onze heilige voorwerpen, de vervoersmiddelen, adem. zoals de noormannen ierland een spritueel koninkrijk brachten, rondt lux zijn betoog af. een spiritueel koninkrijk, ierland, noormannen. waar heb jij het nou weer over. fietsenmakers zijn we, geen goeroes. even stil pa, fluistert lux opeens, hoor de buren zingen hun soera’s. melach mi oeza efriem doe liehihihihi ladia…. hij hoort niet eens de harde klap van de deur en een tierende vader die god vraagt hem te verdoemen. zozeer wordt hij meegevoerd met de klankbogen aan de andere kant van de garagemuur. altijd als ze hun gebeden opdreunen, gaat bij lux het hart open. de klanken nemen hem op in een ritueel dat het absurde overstijgt van een vervoering door een voor hem onverstaanbare taal. religieuzer kan een ervaring niet zijn. ze brengen hem in een droomwereld.
 
 
deze keer doemt een diepblauwe zee in zijn geest op met in de branding twee over elkaar gevleide vikingschepen. de eerste vaartuigen van het noordelijk halfrond die de oceaan aankonden. ze doen hem het telefoontje totaal vergeten. de scheepjes fascineren hem. ze lijken veel te rank om een zee te bedwingen. de gestileerde zwanenhals oogt veel te romantisch voor een oorlogschip. de bolle kiel is weer teveel buik voor een snelle aanval of vlucht. zouden ze van oorsprong gondels zijn? vraagt hij zich af, gebouwd voor plechtige gebeurtenissen als begrafenissen, huwelijksaanzoeken of voor louter recreatie? wacht, bedenkt hij zich, het zijn de eerste hybride voertuigen in de geschiedenis. ze kunnen op de wind varen met slechts één groot zeil. ze kunnen voortbewogen worden met een lange afzetstok, als trekschuit en als roeiboot. als hij er uit multimeer gemaakte eendenpoten onder plaatst en zulke vleugels aan de boot geeft dan zou het de natuur zelfs verrijken.
 
 
diep verzonken in het idee van een eend van multimeer, hoort hij de telefoon niet overgaan. de cohesie- en adhesiekrachten van het materiaal, waardoor de step automatisch lijkt voort te wegen, neemt hem geheel in beslag. de autopedbanden worden eerst aangetrokken en dan afgestoten door het mengsel waaruit hun oprijlaan is samengesteld en zijn voetzolen in omgekeerde volgorde. daardoor trekt de weg zelf het voertuig voort en trap je hem sneller vooruit dan een gewone step. met een beetje vaart raak je de grond niet eens meer als je trapt. de afstoting van het plaveisel is dan zo sterk dat je ruim boven de grond je kunt afzetten. voor toepassing op zee zouden draden van hun multimeer op de bodem al genoeg zijn om dezelfde natuurkrachten voor het varen te benutten. meteen ziet hij een reeële mogelijkheid. als ze nu eens alle telefoonkabels, die destijds tussen de continenten getrokken zijn, van een multimeerse hoes voorzien….
 
 
lux, roep zijn vader, hoor je de telefoon niet? terug in de alledaagse werkelijkheid snelt lux naar zijn bureau. net op tijd pakt hij de hoorn en hoort aan de andere kant de stem van hendrik, vernoemd naar de echtgenoot van koningin wilhelmina. uw multimeer heeft de proef glansrijk doorstaan, hoort hij de kleinzoon van pieter en margriet bijna juichend zeggen, maar voor een patent moet u snel zijn. de rollatorkoning zou u weleens voor kunnen zijn. we hebben net een aanvraag van hem binnen. dan heeft hij onze terugvinding gestolen, briest lux meteen in de hoorn. dat moet nog blijken, stelt hendrik hem gerust, want we hebben uw materiaal geheel weten te identificeren en alle eigenschappen aan de chemische structuur kunnen linken. als zijn materiaal identiek is, dan heeft hij een probleem. hoezo? wil lux weleens weten, want identiek kan ook betekenen dat beide het auteursrecht kunnen claimen. dat kan niet, meent hendrik, want uw materiaal bevat een geheugengen, waarin tijd en plaats van oorsprong vastgelegd zijn. overigens, we hebben ook een oercel gevonden, waarmee de multimeer zichzelf oneindig kan reproduceren.
 
 
de oercel, juicht lux, als dat waar is….. ja, het is waar, pocht hendrik, we hebben de cel geisoleerd. in die staat is het een stipje aan de horizon. zodra we echter stikstof toevoegen, schieten er bladeren uit die zich om de cel wikkelen en in no time een wereldbol op klaslokaalformaat doen opzwellen. het krimpt weer in als je aan een blaadje trekt. ja dat zijn de lippen van de multimeer, bevestigt lux de ontdekking, dat weten we allang. nee, weerlegt de piepjonge directeur van de ama het, die lippen hebben betrekking op het zwellen en inkrimpen van afzonderlijke cellen, celparen en alle cellen in een samenspannend teamverband. de oercel vermenigvuldigt en deelt zich op. meteen ziet lux een fraaie toepassing. als hij die oercel zou benutten voor de eendenboot dan zou hij de krijgsvondst aller tijden in handen hebben. het vikingenschip zou ermee in alle wateren kunnen varen, door alleen al een stel poten die zich naar omstandigheden kunnen vermeerderen en verminderen, verlengen en verkorten, verbreden en versmallen. die veranderingen zouden zelf al voldoende zijn om het schip op de daaruit voortkomende krachten voort te stuwen.
 
 
hij hoort de directeur al niet meer, die nog toezegt dat hij de aanvraagformulieren voor het patent zelf zal invullen als lux hem zijn digitale handtekening opstuurt, en is in gedachten al bezig met een hele vloot vikingschepen die als slaapvaartuigen jachthavens vullen om in de vroege ochtend tijdens het ontbijt van hun gastheren de gehele tent in bezit te nemen zonder een druppel bloed te doen vloeien. aangezien hij niet meteen een oorlogsnoodzaak ziet op dit moment, houdt hij het bij een toepassing voor een slaapcruise. een gat in de recreatiemarkt v
oor die bootliefhebbers, die thuis in hun bed liggen te woelen omdat ze de zee als levensruimte missen en alle slapelozen die verlangen naar een wiegende schoot. het zou de bouw van heel wat slaapsteden schelen als iedereen, die daar last van heeft, een oercel kan bieden waar ze van hun werk zo in kunnen stappen om naar het water te forenzen. met wat ingrepen kan de eendenboot hen zelf van het voedsel uit de zee voorzien en kunnen ze eindelijk van een volledige slaap genieten op het ritme dat ze als foetus in hun moedersbuik prenataal gelukkig maakte. hij gaat meteen aan de slag met het model van de noorse piraten voor de oplossing van de slapeloosheid, waar eenderde van de wereldbevolking aan lijdt.

 
 


autopedstep

 

De fabrikant van opblaasbare rollators heeft de AMA, de Autoriteit van Moderne Aanwinsten, gealarmeerd. Deze heeft vervolgens de fietsenmaker met heel zijn familie op het matje geroepen. Na intern beraad besluiten zij niet op zijn uitnodiging in te gaan en het te laten bij een telegram, waarin de kleinzoon Lux de directie uitlegt dat zij in hun recht staan: de firma Oneindig Tuig maakt geen speelgoed -stop- onze grondstof is uniek -stop- kom zelf kijke -stop- LUX. Toen zij niet verschenen is de directeur van de unit, die toezicht houdt op de groei van speelgoed, zelf in de auto gestapt. Hij zou die kinkels weleens een lesje leren. Op weg naar het kleinste bedrijf van Nederland krijgt hij het telegram in een SMS van het kantoor uit doorgebriefd: teeuwigtuig verwaggu.  

Op zijn TomTom ziet hij dat ze niet ver van hun bedrijvenpark af liggen, maar de voiceover waarschuwt voor de begaanbaarheid van de weg. Te laat, zijn Hummer zit muurvast in de eerste de beste afslag naar de werkplaats. Het pad, dat op een zandweg lijkt maar bestaat uit een mengsel van ongeharde polymeren en vermalen proefmodellen, is alleen te voet begaanbaar. Halverwege komt Lux hem echter al tegemoet op zijn zelf ontworpen autoped. In houterig engels vraagt hij, are you from AMA? I’am the one who wrote you. Yyyes, bbbut, stottert hij moeizaam, kkkan je nnniet nnnederlands pppraten? Of je van AMA bent, vroeg ik, klinkt Lux stem licht geërgerd over de monocultuur van nederlandse autoriteiten.  

De directeur knikt bevestigend. Klim maar achterop, dan zijn we zo door deze troep heen. Lux trekt hem bijna op de fauteuil, waarmee de autoped is uitgerust voor te lange afstanden. Hij begint meteen over hun rechten om te experimenteren en dat de AMA geen gezag heeft over terugvindingen. Mijn familie, slaat hij zich op de borst, is al vanaf de uitvinding van het wiel alleen maar bezig geweest met het terugvinden van vervoerstijlen. In het wiel is immers alles al gegeven dat tegenwoordig onder de naam transport de natuur teistert. Wij willen terug naar de moderne tijd, toen het wiel voor het eerst in beweging kwam en de mens in iets wat hijzelf gemaakt had een eigen wil ontmoette. Wij willen die magie weer terug. De verbazing dat iets van je af beweegt en naar je toe komt als je het een duw geeft of eraan trekt.  

Oh, onderbreekt de directeur Lux, jullie beperken je slechts tot het wiel, beweer je? Dat kan wel zo zijn, maar de klacht luidt toch anders. Wij hebben een heel dossier opgebouwd over vrijwel alle voertuigen die jullie zouden hebben gefabriceerd uit het polymeer voor een rollator. Over het wiel zelf wordt daarin niet gerept. Daar is ook geen patent op mogelijk. De klacht is niet de vorm, maar dat jullie zonder toestemming met het materiaal van de klager voertuigen maken. TNO heeft van al jullie protoypen monsters genomen en onomstotelijk vastgesteld dat de klager gelijk heeft. Zelfs voor de moertjes en de boutjes hebben jullie zijn uitvinding misbruikt.  

Zijn uitvinding!?, barst Lux nu los, zijn uitvinding? Laat me niet lachen. Heeft hij dan een cabriobrommerd, een opblaasbare inbrekerd, een giromatische struikroverd, een turboligfiets en deze zitautopedstep bijvoorbeeld gefabriceerd? Al zijn toepassingen zijn van een geheel andere aard. Hij blaast alleen maar rubber op. Wij maken echte hardware. En dat komt nou net door het eigene van ons materiaal. Ok, op het oog lijkt het op zijn polymeer, maar er zit een vezel in die hij niet kent. Die vezel hebben wij teruggevonden. Daar was hij trouwens zelf bij. Hij stopt het gesprek, want ze zijn bij de werkplaats aanbeland, waar de hele familie klaarstaat om de autoriteit te begroeten.  

Nadat hij iedereen een hand heeft gegeven, wordt de man uitgenodigd om eens een kijkje te nemen in het laboratorium. In een koelcel ziet hij hoe Lux uit een capsule van het gepatenteerde polymeer een lange draad trekt en deze onder een microscoop legt. Kijk, zegt hij als hij de directeur de vergrotingslenzen voor zijn neus houdt, hier zie je dat die vezel geen polymeer maar een multimeer is. Vol verbazing staart de man naar een spiraalvormige structuur, waarin lippen inelkaar haken en ogen vormen waarvan de pupillen uiterst bewegelijk zijn. Ziet hij ze nu praten en de pupillen veranderen in tongetjes, vingertjes, poliepen….? Het lijkt wel een regenworm vol uitstulpingen, een vleesachtig koraal, klinkt het lijzig uit zijn mond.  

Precies, zegt de vader van Lux, onze multimeer is genetisch meer aan de natuur verwant dan aan de chemie. Dat komt doordat Lux het gen van één van onze voorouders in de stamcel van het polymeer van de Rollatorkoning heeft geinjecteerd. Meteen hadden we een substantie die ons letterlijk wat zei. Al hoor je geen geluid. In Lux handen geeft het zelfs licht, warmte en genegenheid. Alsof het in hem zijn verloren vader herkent. Of zijn verloren zoon, verbetert de jongen hem, in wiens handen de stof kronkelt als een krolse kater in het zonlicht. Als ik nu aan zijn lippen trek kan ik zo een autoped voor heel de AMA maken. Met een enkele trekbeweging zwelt in nog geen ogenblik de oerkorrel tot een enorme step, die de hele koelcel vult en hen naar buiten drukt. De autoriteit is verbluft, maar weet bijtijds zich in zijn functie te handhaven. Ik confisqueer uw terugvinding tot ik het vergeleken heb met de polymeer. U hoort nog van me. Voordat Lux de lip te pakken heeft om de step weer terug te brengen in zijn oorspronkelijke natuurlijke staat, heeft de man er al bezit van genomen en stept met drie driftige passen in één ruk het laboratorium uit over de multimeerse weg naar zijn Hummer, waar hij zonder af te stappen met step en al in verdwijnt. De familie Terugvinders met open mond achterlatend.


Ligfiets modern trouw twee
 

we zijn de moderne tijd kwijt, zegt hij en schikt in de oude etalage de miniaturen die het nog uitstralen, absolute nieuwheid. een klant bij de toonbank moppert over de vorm van zijn auto. ze zijn tegenwoordig niet meer in staat om uit het niets iets moois te maken. eerst moet er een concept zijn, dat klopt. een kloppend denkbeeld haalt alle magie uit de werkelijkheid, maar dat kan niemand meer wat schelen.

 
de fietsenmaker gooit er nog een schepje bovenop. uit de liefde voor het vak is zoals uit die voor je familie alle spontaniteit verdwenen. neem nou de ligfiets. een nieuwigheid op het gebied van vervoerstijlen, maar totaal niks nieuws wat betreft vormgeving en techniek. kijk hier heb ik nog een ontwerp van mijn vader uit 1975. de miniatuur toont een strak en tegelijk met frivole details uitgerust model van een uitgerekte scooter.
qua vorm een lust voor het oog. qua techniek meerdere sprongen tegelijk voorwaarts. hij heeft er een trappersysteem in verwerkt dat met roterende schijven het voorwiel tegelijk voort kan bewegen, kan versnellen, remmen en achteruit kan laten draaien. door het voorwiel bijna bol te maken kan de fiets met een hele lichte beweging van het stuur al een scherpe bocht maken.
 
het model is zo vernuftig in elkaar gezet dat je alle mogelijkheden in miniatuur kunt demonstreren. kijk zo zet je de fiets op slot. hij zet het stuur in een verticale stand en inderdaad de trappers kun je niet meer bewegen en beide wielen zitten muurvast. de mooiste vinding is het achterwiel. hij draait het stuur opnieuw verticaal, maar nu met de handvaten naar boven, en de achterspatborden verwijden zich. als je op de koplamp drukt, wordt de achterband drie keer zo breed en komen er uit de voorband hardrubberen schepjes. klaar om over het water te varen, zegt hij trots.
 
zijn vrouw komt erbij staan en wijst nog op de slimme trappers. als je de grootste schijf ronddraait vlieg je met niet meer dan tien omwentelingen de erasmusbrug over. door de breedte van de banden zo wijd mogelijk te maken, is het een scootmobiel die je met de kracht van luchtfietsen evenveel vaart kan geven als een motor.
 
het trotst zijn ze op het achterlicht, waarvan de vorm subtiel en tegelijk zeer opvallend is. maar de manier van branden is een nog grotere kleine sensatie. het geeft licht door vonkjes, kortsluitinkjes, die zelf weer energie leveren, die je zo voor een aandrijfmotor kunt benutten. de reden dat het nooit in fabricage is genomen is even simpel als wreed. het patent van het materiaal, dat de uitvinder op het oog had, een polymeer, was voor zijn neus weggeritst door de bedenker van het lelijkste voertuig op aarde de opblaasbare rollator.
 
over 20 jaar komt het patent weer vrij en kunnen we de ligfiets in allerlei zelf opzwellende en inkrimpende voer- en vaartuigen terug uitvinden. ja, straalt zijn vrouw, we worden terugvinders. ze ziet meteen een familiebedrijf voor al haar kleinkinderen in het verschiet. zoals 500 jaar geleden de ontdekkingsreizigers de wereld op zijn kop hebben gezet met het ontsluiten van oude werelden, zullen haar kinderen dat opnieuw doen met het lichten van de graven van de verloren moderne tijd.


de kast vol dieren

het was sirius teveel geworden wat hij in zo’n korte tijd mee had gemaakt. eerst de bijna mislukte oprichting van een geheim genootschap om uit het gezin te klappen. vervolgens bleek zijn broer johannus meer vergeving op te kunnen brengen dan een vader die zijn verloren zoon in de armen sluit omdat hij die rol als christenplicht vervult. daarna had hij lukas van een heel andere kant leren kennen als de meest respectvolle sympathisant die de christelijke naasteliefde doet verbleken. en tenslotte een droom in de schoot van zijn moeder, die in hem de logica weet wakker te maken die zo schitterend zijn verlangen zou kunnen vervullen naar een land waar de oude denkvormen overwonnen zijn.
 
zoveel draaiende werelden, perspectieven, voorgehouden paden, die allemaal waar konden zijn en tegelijk pas waar zouden blijken als hij erin geloofde, dat was voor de religieuze fijnproever die sirius toch meende te zijn een te rijk bouquet aan smaken geworden. hij moest het allemaal eerst eens laten betijen en zich er goed op beraden. hoe wilde hij zijn puberteit zo snel mogelijk achter zich laten als hij steeds zijn plannen moest bijstellen? was er niet ergens in die stapel een kanskaart, die hem in één beurt een meerderjarigheidsverklaring verschafte met de bijbehorende levenswijsheid? de kandidaat-aartsvader dreigde te imploderen.
 
voor dergelijke inzinkingen had hij een kastruimte ingericht en recent opnieuw gestoffeerd met de zwemmer als barclay aan de binnenkant van de deur en al zijn lievelingsroofdieren levensgroot verspreid over de drie resterende wanden, waarbij hij aan ieder dier wel een herinnering had. zoals de leeuw die zijn bezoekers graag in de ogen piste, de tijger die zijn kont voor je neus tegen de tralies schurkte, de cheeta die kopjes gaf als je je hoofd draaide, de rhesusaapjes die de hele dag lopen te angsten en te beven. het was in die kast waar hij een luikje in de vloer had ontdekt voor zijn schrijfsels en tekeningen en waarin hij zich steeds vaker terugtrok, zich als het moest onder de vloer verborg voor vriendjes die met hem buiten wilden spelen, maar waar hij geen echt contact mee had. hij kon de kast van binnen op slot doen, waardoor het leek alsof hij niet op zijn kamer was. zo had hij menige foeterpartij kunnen volgen over zijn afwezigheid en de hoedersrollen van zijn overige gezinsleden. en was hij veel van zichzelf wijzer geworden qua indruk die hij op anderen maakte.
 
eenmaal in de kast voelde sirius de rust al neerdalen, daarbij flink geholpen door de armen van papier die hij de zwemmer aan had gemeten om zich tegen zijn brede borstkas aangedrukt extra veilig te voelen. terwijl hij oog in oog verbleef met zijn lievelings dierentuin. na een kwartiertje hoorde hij de deurbel, die zo luid kon klinken omdat johannus een tweede bel in het gangetje van hun verdieping had gemonteerd. direct gevolgd door een gil van zijn moeder beneden aan het trappenhuis dat er bezoek was voor sirius, die in een reflex zich onder zijn vloer verstopte. hij hoorde meerdere voeten de trap opstommelen en zijn kamer binnen komen. eerst hoorde hij petrus verzuchten dat zijn broertje met de noorderzon moet zijn vertrokken, want daarnet had hij hem nog met lukas zien smoezen. de tweede stem was vreemd en daardoor moeilijker verstaanbaar. hij maakte er uit op dat de spreker een andere keer wel zou terugkomen. tot hij lukas hijgend de kamer hoorde binnenvallen met de boodschap dat sirius eraan kwam. nou dan wacht ik nog even,, zei de vreemde spreker. dat is goed, ik heb mijn taak weer volbracht zullen we maar zeggen, liet petrus lukas met de ander achter.
 
ben jij soms sven? ja, dat klopt, ik ben de buurjongen van sirius. en van mij, lachte lukas. ja. natuurlijk ook van jou, grinnikte sven maar mee. ok, dus jij bent één van de uitverkorenen om met sirius te spelen? plaagde lukas zijn nieuwe buurjongen. uitverkorene? lachte sven om zijn woordgebruik. wat bedoel je? eh, sorry dat legt sirius je nog wel uit, trok lukas zijn woorden bijna in. nee, doe jij dat maar, antwoordde sven brutaal. nou, ik weet ook niet precies wat sirius eronder verstaat, maar het betekent in ieder geval dat hij je heel erg speciaal vindt. onder hen had sirius spijt. hij had graag sven’s gezicht gezien, maar dat hoefde niet want de brutale aap was voor geen meter in de mouw te houden. ik ben ook speciaal, dat zegt mijn vader tenminste zo vaak dat ik het wel moet geloven, toch?! ja, natuurlijk, je vader kan het weten, schamperde lukas, als hij tenminste je maker is. ja, wat dacht jij dan, riposteerde sven meteen de verdachtmaking aan zijn moeders adres.
 
er ontspon zich een dwaas gesprek over biologie en copyright, waar sirius uit begreep dat sven volhardde in zijn opvatting dat niemand zichzelf heeft gemaakt en daardoor ook niet het auteursrecht op zijn leven heeft. zelfs je ouders kunnen dat niet claimen, was zijn standpunt. voor dat recht moet je bij de eerste mens zijn, die helaas nog lezen nog schrijven kon. waardoor we sindsdien met de prangende vraag zitten wie verantwoordelijk gehouden kon worden voor het nageslacht. volgens sven is toen iemand opgestaan die zei wie hij als geschapene is: een geborene met een leven in zich. daar had sven uit begrepen dat je bij je geboorte een bestemming meebrengt afhankelijk van het leven waaruit je ontstaat en het leven waarin je terecht bent gekomen. de eerste mensen zouden volgens jou dus geen waarheidsbegrip kennen, peinsde lukas hardop. ja, voegde sven eraan toe de latere generaties kwamen daar pas op toen ze de dood gingen vrezen, die de overdracht van de kennis van het leven verhinderde.
 
de bestemming en de afkomst werden onzeker. het woord was men kwijt. vandaar dat dat uit het niets moest ontstaan en als nieuw begin werd omarmd. zo zitten we nog altijd met dat gat in het collectieve geheugen, dat in het verleden roepen mogelijk maakt alsof het een wenspunt is en waarvan de echo herkend wordt als de stem van de oudste voorouder. sindsdien gaat het alleen nog om de waarheid van zijn woord en wat daarvan terecht komt in handen van zijn nageslacht. in die tijd zou een leider de cirkel doorbreken en van de zelfbepaling een erfelijk tekort maken, dat had sven in een epos gelezen over een koning die iedere oorlog won, waardoor hij zijn sterfelijkheid ging ervaren als een schande voor de mensheid. hij eiste als het ware het recht op onsterfelijk te zijn voor de beschaving.
 
toen zijn tijd kwam had hij die schande in een schuld omgezet die zijn nageslacht zou moeten betalen. hij liet ons de plicht zijn utopie te volbrengen en aan de eeuwige herhaling van de geschiedenis een wending te geven. sirius hoort lukas de dialoog plechtig besluiten met: niet de beweger die ons bewoog en zelf in de beweging stilstond is aanspreekbaar op ons onvermogen een nieuwe werkelijkheid samen te doen ontstaan, maar wij die haar geschiedenis kennen en erdoor vergeven zijn. sirius kreeg het
geestelijk benauwd in zijn krappe behuizing van het niet kunnen deelnemen aan een gesprek waar hij juist de leiding over zou moeten hebben als aanstaande stic hter van een nieuwe godsdienst. hij voelde een nare jaloersheid van hem bezit nemen die tegelijk hem de moed ontnam er mee uit de kast te komen. sven en lukas merkten niets van de implosie die sirius onder hun voeten moest doorstaan om hun prille relatie niet te verstoren.

 
{uit: het verloren kinderrijk en de piramide van het goede leven. een reconstructie van de jeugd, die het geloof in de vader verloor. deel II de integratie in eigen land.)